Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-816

van Christie Morreale (PS) d.d. 2 februari 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel

Indexsprong- Beroep bij het Grondwettelijk Hof - Stand van zaken

loonindexering
sociale uitkering
verhouding land-regio
Grondwettelijk Hof (België)

Chronologie

2/2/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/3/2016)
23/3/2016Antwoord

Vraag nr. 6-816 d.d. 2 februari 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Heel wat werknemers en uitkeringstrekkers zien een indexering van 2% aan hun neus voorbijgaan. Dat heeft niet alleen onmiddellijke gevolgen, want de toekomstige indexeringen zullen berekend worden op een bedrag dat 2% lager is. De negatieve effecten zullen dus voelbaar zijn tot aan de pensioenleeftijd.

Deze willekeurige regeringsbeslissing heeft natuurlijk ook gevolgen voor de deelgebieden.

Dit verlies van koopkracht zal nooit ingehaald of gecompenseerd worden. De vakbondsorganisaties dienden een beroep in bij het Grondwettelijk Hof met het oog op de vernietiging van deze indexsprong, die een aantasting inhoudt van grondrechten, zoals het recht op eerlijke verloning, van de sociale zekerheid, van de gezinsbijslagen en van het collectief overleg.

Er kan geargumenteerd worden dat de regering haar boekje te buiten gegaan is door de indexsprong op selectieve wijze op te leggen aan loon- en uitkeringstrekkers en men kan zich ook de vraag stellen of de regering niet diende te focussen op maatregelen die de competitiviteit van de Belgische economie kunnen verzekeren.

Beschikt u over meer informatie met betrekking tot dit beroep bij het Grondwettelijk Hof? Wat is de stand van zaken?

Antwoord ontvangen op 23 maart 2016 :

Momenteel werden er drie verzoekschriften ingediend tot nietigverklaring van bepalingen van de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid die betrekking hebben op de blokkering van de afgevlakte gezondheidsindex.

Eén van deze verzoekschriften, ingeschreven onder het rolnummer 6249, werd ingediend door een vereniging zonder winstoogmerk. De twee andere verzoekschriften werden ingediend door natuurlijke personen, ingeschreven respectievelijk onder de rolnummers 6298 en 6274. Eén van deze verzoekschriften wordt ook gesteund door de vakbonden.

Deze drie zaken zijn nog altijd hangende voor het Grondwettelijk Hof nadat de eerste argumenten werden overgemaakt. De administratie kan echter geen concrete elementen meedelen met betrekking tot de hierboven vermelde beroepen zolang het Grondwettelijk Hof hierover geen definitieve uitspraak heeft gedaan.

Met betrekking tot deze beroepen, kunt u op de website van het Grondwettelijk Hof rechtstreeks informatie inwinnen over de stand van zaken : www.const-court.be – rubriek « hangende zaken ».