Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-760

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 9 november 2015

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Loverboys - Integrale aanpak - Sociale media - Plan van aanpak

mensenhandel
prostitutie
gerechtelijke vervolging
opvolging informatieverslag

Chronologie

9/11/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2015)
17/11/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-758
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-759

Vraag nr. 6-760 d.d. 9 november 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Loverboys zijn mensenhandelaren die veelal minderjarige meisjes of jonge vrouwen emotioneel afhankelijk maken om ze daarna uit te buiten, vaak in de prostitutie.

Om de loverboyproblematiek goed aan te pakken, is een structurele, integrale aanpak noodzakelijk. Partners uit het veiligheids- en zorgdomein werken hierbij samen.

Ik verwijs naar Nederland, waar men een integrale aanpak nastreeft.

De handreiking Aanpak Loverboyproblematiek die de stad Amsterdam uitwerkte en heden landelijk wordt toegepast biedt gemeenten handvatten om de loverboyproblematiek te herkennen en aan te pakken. Ook jeugdzorg, politie en scholen kunnen gebruik maken van de handreiking.

In het Jaarverslag 2013 van de onafhankelijke rapporteur mensenhandel wordt verwezen naar een nota van de federale politie die een externe bijdrage over mensenhandel en internet schreef, waarbij veel aandacht ging naar de rekruteringsrol. "Rekrutering met het oog op seksuele uitbuiting gebeurt niet noodzakelijk via expliciete sites, maar eerder via sites met zoekertjes voor jobs. Communicatie verloopt onder andere via discussiefora waar berichten kunnen worden gepost en informatie wordt uitgewisseld zonder daarom te weten wie aan de andere kant van het scherm zit. Sociaalnetwerksites zijn vandaag een uitverkoren middel om slachtoffers te rekruteren, vooral in het kader van een eerste contact tussen dader en slachtoffer. Daders vinden er voldoende informatie over het profiel van hun slachtoffers en hoeven enkel die uit te kiezen die het best aan hun criteria voldoen. Eens de eerste contacten via sociaalnetwerksites gelegd zijn, verloopt de rest van de gesprekken over het algemeen privé, ver van de gemeenschap van internetgebruikers.".

In een prostitutiedossier werd vastgesteld dat de loverboys via Facebook contact hadden gelegd met de slachtoffers en hen nadien gerekruteerd hadden.

In Nederland werden diverse maatregelen getroffen tegen loverboys, gaande van strengere straffen tot een betere preventie. Bij ons werd de wetgeving onlangs aangescherpt. Het aantal slachtoffers is moeilijk te bepalen. In Nederland werd in 2014 volgende cijfer naar voor geschoven: het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) registreerde 210 keer signalen van de loverboymethodiek.

Deze schriftelijke vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag van de Senaat betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN Wereldvrouwenconferentie van Peking (Stuk 6-97). Een integrale en multidisciplinaire aanpak van de strijd tegen vrouwenhandel en seksuele uitbuiting (de domeinen waarin het specifieke fenomeen van de loverboys te situeren valt) sluit aan bij verschillende actiedomeinen die in de vaststellingen en aanbevelingen van het informatieverslag aan bod komen. Deze vraag kadert dan ook in de follow-up die de Senaat aan zijn vaststellingen en aanbevelingen wenste te geven. De strafrechtelijke beteugeling van het fenomeen is een belangrijk onderdeel van die integrale aanpak en kan daarin niet worden geïsoleerd van andere beleidsdomeinen die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoren. Bijgevolg betreffen ook de vragen over de politionele en justitiële aanpak een aangelegenheid die relevant is voor het beleid van de gemeenschappen.

Ik had dan ook volgende hoogdringende vragen voor de ministers en de staatssecretaris:

1) Beschikt u over cijfermateriaal wat betreft het aantal dossiers met loverboys op jaarbasis, het aantal slachtoffers en het aantal veroordelingen? Zo neen, kunt u aangeven of dit geen hiaat is en gaat u hiernaar al of niet intern onderzoek laten uitvoeren. Kunt u de inhoud en de timing toelichten? Zo ja, kunt u deze cijfers toelichten?

2) Kunt u aangeven -en dit respectievelijk voor de laatste drie jaar op jaarbasis- hoeveel dossiers van mensenhandel hangende waren voor justitie en tot hoeveel veroordelingen dit leidde? Kunt u die cijfers duiden?

3) Komt het fenomeen van loverboys in ons land meer voor en kunt u dit toelichten. Zijn de slachtoffers ervan landgenoten of zijn het mensen die via mensenhandel in ons land belanden? Beschikt u ter zake over cijfers en kunt u die toelichten?

4) Is er voldoende handhaving wat betreft loverboys en kunt u dit cijfermatig motiveren?

5) Bestaat er een integraal plan van aanpak of een gelijkaardig beleid dat het fenomeen van loverboys kordaat aanpakt en dit zowel op het vlak van onderwijsbeleid, jeugdbeleid, justitieel en politioneel beleid? Zo ja, kunt u de inhoud van dat plan toelichten en heeft het resultaten opgeleverd? Zo neen, waarom niet en is het, gelet op de Nederlandse ervaring, niet aangewezen om ook hier in samenwerking met de Gemeenschappen een gelijkaardig plan op te stellen?

Antwoord ontvangen op 17 november 2015 :

Deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.