Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-731

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 oktober 2015

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Studenten - Vervoersmaatschappijen - Kortingen en verminderde tarieven - Discriminaties op basis van leeftijd

student
discriminatie op grond van leeftijd
openbaar vervoer
gereduceerde prijs
reizigerstarief

Chronologie

8/10/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/11/2015)
17/11/2015Antwoord

Vraag nr. 6-731 d.d. 8 oktober 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de antidiscriminatiewet is discriminatie op basis van leeftijd verboden. Voor studenten hebben de verschillende gewestelijke en federale vervoersmaatschappijen in grote kortingen voorzien.

Die kortingen lijken echter beperkt te zijn tot studenten tot de leeftijd van 26 jaar. Nochtans zijn er ook studenten die ouder zijn dan die leeftijd. Ze zitten in dezelfde situatie en zijn volwaardig student, maar ze krijgen geen kortingen bij de NMBS, de MIVB, de TEC, De Lijn enz.

Dit lijkt mij een duidelijke vorm van discriminatie op basis van leeftijd.

1. Is de staatssecretaris het met mij eens dat we hier met een schending van de antidiscriminatiewet te maken hebben?

2. Zal de staatssecretaris overleg plegen met haar collega's binnen de federale overheid die hiervoor bevoegd zijn?

3. Zal de staatssecretaris overleg plegen met haar collega's van de verschillende gewesten die hiervoor politiek verantwoordelijk zijn?

4. Zal ze deze zaak agenderen op een van de overlegcomités tussen de federale regering en de deelstaatregeringen?

5. Welke acties plant de staatssecretaris om discriminatie op basis van leeftijd harder aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 17 november 2015 :

Ik begrijp het verschil in behandeling dat u aankaart tussen studenten onder de leeftijd van zesentwintig jaar en die daarboven. Leeftijd is inderdaad een discriminatiegrond omschreven in de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, ook de antidiscriminatiewet genoemd.

Leeftijdsdiscriminatie en zijn rechtvaardigingsgronden zijn een complex gegeven. Er moet case per case bekeken worden of een verschil op basis van leeftijd al dan niet gerechtvaardigd is. Zo zou het onderscheid tussen studenten boven de zesentwintig jaar en studenten onder de zesentwintig jaar gerechtvaardigd zijn als dit onderscheid een legitiem doel nastreeft en dat de middelen om dit doel te bereiken passend en noodzakelijk zijn.

Wat betreft de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) wordt dit onderscheid vastgelegd via koninklijk besluit. In het verleden behandelde het Interfederaal Gelijkekansencentrum reeds een dergelijk dossier. De conclusie hier was dat er geen sprake was van discriminatie op basis van leeftijd. Dit omdat de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 een uitzondering voorziet wanneer er sprake is van een hogere rechtsnorm. Dit wordt gestipuleerd in artikel 11 :

« Art. 11. § 1. Direct of indirect onderscheid op grond van een van de beschermde criteria geeft nooit aanleiding tot de vaststelling van enige vorm van discriminatie verboden door deze wet wanneer dit onderscheid wordt opgelegd door of krachtens een wet.

§ 2. Paragraaf 1 doet geen uitspraak over de conformiteit van een direct of indirect onderscheid dat door of krachtens een wet wordt opgelegd, met de Grondwet, het recht van de Europese Unie en het in België geldende internationaal recht. »

Dergelijke vaststelling sluit dus niet uit dat de hogere rechtsgrond, waarop in casu het koninklijk besluit van 5 juli 2005 gebaseerd is, niet discriminerend kan zijn en aldus in strijd met artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Noch sluit dit uit dat het koninklijk besluit in strijd is met artikel 10 en 11 van de Grondwet. Ik laat het over aan de bevoegde rechtsinstanties, respectievelijk het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, om hierover te oordelen.

Wat betreft de overige vervoersmaatschappijen, verwijs ik u door naar de bevoegde collega-ministers van de deelstaten.

Afsluitend geef ik u mee dat de nakende evaluatie van de anti-discriminatiewetgeving van 2007 ook leeftijdsdiscriminatie onder de loep zal nemen.