Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-710

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 augustus 2015

aan de minister van Justitie

Internering - Inwerkingtreding van de nieuwe wet - Reparatiewet - Uitvoeringsbesluiten - Benodigde budgetten

opname in psychiatrische kliniek
toepassing van de wet

Chronologie

28/8/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/10/2015)
24/12/2015Antwoord

Vraag nr. 6-710 d.d. 28 augustus 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Einde vorige zittingsperiode (2010-2014), werd door de Senaat en de Kamer een nieuwe wet op de internering van personen goedgekeurd.

Het onderwerp van deze vraag is vanzelfsprekend een transversale aangelegenheid, daar het tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort (Justitie), maar tevens zeer belangrijk is voor de Gemeenschappen die voor een groot deel bevoegd zijn voor de opvang van geïnterneerden binnen het netwerk van geestelijke gezondheidszorg. De Gemeenschappen hebben een belangrijke taak in heel de discussie rond de internering van personen.

Oorspronkelijk bepaalde de nieuwe wet dat ze uitvoerbaar werd op 1 januari 2016.

Inmiddels wordt op vraag van de minister van Justitie gewerkt aan een reparatiewet. Terecht dienen een aantal onvolkomenheden in de nieuwe wet rechtgezet te worden. Tevens moet de minister werk maken van de uitvoeringsbesluiten. En tot slot dienen de nodige extra middelen vrijgemaakt te worden voor de uitvoering van deze wet, onder meer op het vlak van betere verloning voor de expertiseverslagen, extra personeel in de nieuwe interneringskamers bij de SURB's, enz.

Kan de minister mij verzekeren dat zowel de reparatiewet als de uitvoeringsbesluiten spoedig zullen klaargemaakt en goedgekeurd kunnen worden? Wanneer voorziet de minister het neerleggen van het wetsontwerp?

Werden over deze reparatiewet al gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Gemeenschappen? Werden de Gemeenschappen eveneens betrokken bij de opmaak van de uitvoeringsbesluiten?

Heeft de minister voldoende extra geld bekomen binnen de regering om deze nieuwe wet op de internering van personen correct te laten uitvoeren?

Zullen er ook extra middelen zijn voor de oprichting van een POKO, een nieuw en noodzakelijk penitentiair observatiecentrum?

Antwoord ontvangen op 24 december 2015 :

De zogenaamde « reparatiewet internering » vormt een onderdeel van het ontwerp van wet houdende internering en diverse bepalingen inzake justitie (« Potpourri III »), dat door de Ministerraad op 23 oktober 2015 werd goedgekeurd en waarover de Raad van State op 11 december 2015 advies heeft uitgebracht. Na aanpassingen van het voorontwerp van wet aan het advies van de Raad van State, wordt het wetsontwerp aan het Parlement voorgelegd.

Het ontwerp beoogt voornamelijk een verfijning van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen. Enkele aanpassingen waren nodig, onder meer als gevolg van de zesde Staatshervorming, waarbij de bevoegdheden inzake justitiehuizen werden overgedragen aan de Gemeenschappen.

De « reparatiewet » beoogt een verdere verfijning van het wetgevend kader en is er op gericht de voorwaarden waaronder geïnterneerd kan worden en de uitvoering van de interneringsmaatregel flexibeler te laten verlopen. Om het recht op zorg te garanderen en te realiseren en om een behandeling in een aangepaste omgeving aan te bieden, dient er een gediversifieerd en geïntegreerd aanbod te zijn van behandelingen in een omgeving die eveneens tegemoet komt aan de nodige veiligheidsvereisten.

Het ontwerp werd ook voorgelegd voor advies aan de Gemeenschappen.

De inwerkingtreding van de wet van 5 mei 2014 werd uitgesteld van 1 januari 2016 tot 1 juli 2016 door artikel 90 van de wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2015). Dit uitstel werd onder meer verantwoord door de noodzaak voor het verder voorbereiden en finaliseren van de noodzakelijke randvoorwaarden opdat deze wet in de beste omstandigheden in werking zou kunnen treden (zoals de aanwerving van assessoren-specialisten in de klinische psychologie, de uitwerking van de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten, budgettering). Ook de oprichting van een penitentiair onderzoekscentrum is ingepland. Artikel 216 van het wetsontwerp houdende wijzigingen van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie voorziet dat artikel 6, § 1, tweede lid, van de wet van 5 mei 2014 uiterlijk op 1 januari 2020 in werking treedt.

Alle betrokken departementen zetten zich ten volle in om tegen 1 juli 2016 klaar te zijn.