Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-701

van Christie Morreale (PS) d.d. 14 juli 2015

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking - Problemen bij de rekrutering van de leden - Administratief kader - Verzameling en verwerking van de gegevens - Stand van zaken

abortus
Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking

Chronologie

14/7/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/8/2015)
3/12/2018Rappel
17/1/2019Rappel
23/5/2019Einde zittingsperiode

Vraag nr. 6-701 d.d. 14 juli 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

De wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking belast die commissie met een reeks opdrachten. Artikel 1, § 3, van die wet bepaalt onder meer dat de commissie een statistisch verslag moet opstellen op basis van de inlichtingen die zij inwint bij overheden en instellingen met betrekking tot gezinsplanning.

Zoals u weet worden de officiële cijfers vermeld in een verslag dat de Nationale Evaluatiecommissie om de twee jaar opstelt. Onlangs heb ik erop gewezen (zie mijn schriftelijke vraag nr. 6-660) dat er sedert 2012 geen enkel verslag meer is opgesteld. De laatste beschikbare cijfers die door de Commissie werden verzameld staan in het laatste verslag over 2010-2011. De Commissie heeft de grootste moeite om leden te vinden: er kan maar moeilijk worden voldaan aan de aanwijzingscriteria van de wet van 13 augustus 1990.

In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 6-660 verklaart u dat de oproep tot kandidaten, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2015, niet tot een voldoende aantal kandidaturen heeft geleid en dat de criteria voor de aanwijzing het voorwerp zouden kunnen uitmaken van een wetswijziging, waardoor het nog een tijd zal duren vooraleer de Commissie opnieuw kan worden samengesteld. We worden dus geconfronteerd met een ernstig probleem aangezien de wet niet kan worden toegepast en nageleefd. De officiële cijfers zijn dus al verscheidene jaren niet meer beschikbaar. Daardoor kan de praktijk van vrijwillige zwangerschapsafbreking niet op een correcte en efficiënte manier worden geëvalueerd, zoals de wet van 3 april 1990 nochtans aanbeveelt. Deze kwestie is een federale bevoegdheid: de abortuscommissie valt onder de bevoegdheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, maar werkt nauw samen met de centra voor gezinsplanning, die in het bijzonder wat het Franstalige landsgedeelte betreft, afhangen van het Waalse Gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF). In die zin is het dus een transversale materie.

Ik heb vernomen dat het administratief kader waarover de Commissie beschikt, vier voltijdse equivalenten omvat die normaal door de overheidsdiensten worden gedetacheerd om de gegevens te verzamelen. Kunt u bevestigen dat de verzameling en verwerking van de gegevens bij de overheden en instellingen voor gezinsplanning sedert het laatste rapport is voortgezet? Als de Commissie over een aantal maanden opnieuw is samengesteld, kan ze dan de cijfers met betrekking tot de jaren 2012 tot 2015 publiceren?