Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-595

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 april 2015

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Begrotingsnorm voor het jaar 2015 - Afspraken met de Vlaamse regering voor de Vlaamse steden en gemeenten

begrotingsbeleid
EU-controle
rijksbegroting
Vlaams Gewest
gemeente
gemeentebegroting

Chronologie

23/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015)
2/7/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-617

Vraag nr. 6-595 d.d. 23 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De federale overheid heeft met de EU afspraken gemaakt aangaande de te halen begrotingsnorm voor het jaar 2015.

Daar België een federale staat is, met naast de federale overheid ook nog Gewesten en Gemeenschappen en bovendien ook nog de lokale en provinciale besturen, dient de Europese afspraak ook door alle bevoegde beleidsverantwoordelijken ondersteund te worden.

Daarvoor is natuurlijk een overleg noodzakelijk met alle bevoegde entiteiten.

De Vlaamse regering is bevoegd voor de Vlaamse steden en gemeenten.

1. Wat is de begrotingsdoelstelling die met de EU werd overeengekomen voor heel België voor 2015?

2. Hoe werd de Vlaamse regering betrokken bij het vastleggen van deze begrotingsdoelstelling met de EU?

3. Welke begrotingsinspanning zal de Vlaamse regering op zich nemen voor het jaar 2015?

4. Werd deze doelstelling afgesproken met de Vlaamse regering, bevoegd voor de Vlaamse steden en gemeenten?

5. Wanneer had dit overleg plaats?

6. Werd deze beslissing en deze afspraak genoteerd binnen de beslissingen van de federale regering en zo ja, wanneer?

7. Werd deze beslissing en deze afspraak genoteerd binnen de beslissingen van de Vlaamse regering en zo ja, wanneer?

Antwoord ontvangen op 2 juli 2015 :

1) De globale begrotingsdoelstelling 2015 van de Belgische overheid werd door de federale regering bepaald in het kader van de voorbereiding op de initiële begroting, en is overeenkomstig met de aanbevelingen van de Raad van de Europese Unie.

In haar ontwerp van begrotingsplan , dat in oktober 2014 aan de Europese Commissie werd meegedeeld, heeft de federale regering de doelstelling vastgelegd om het structurele saldo van de gezamenlijke overheid te verbeteren met 0,7 % bbp in 2015. Deze doelstelling was iets hoger dan de aanbeveling die op 8 juli 2014 door de Raad van de Europese Unie aan België werd gericht om een structurele aanpassing van 0,6 % bbp in 2015 te verzekeren met het oog op de convergentie naar de middellange-termijn objectieven. Rekening houdend met de hypothesen die in het ontwerp van begrotingsplan zijn gebruikt inzake output-gap en one-shot verrichtingen alsook de verwezenlijkingen 2014, kwam deze doelstelling overeen met een structureel saldo van -1,3 % bbp en met een nominaal vorderingensaldo van -2,1 % bbp in 2015.

In haar verslag van 27 februari 2015, dat overeenkomstig artikel 126(3) van het Verdrag werd voorbereid, heeft de Europese Commissie een eerste beoordeling meegedeeld over de voor 2015 verwachte begrotingsontwikkelingen. Op basis van haar wintervooruitzichten was zij van oordeel dat België in 2014 en 2015 de bepalingen van het preventieve luik van het Stabiliteits- en Groeipact ruimschoots naleefde (« broadly compliant »).

In het kader van het Europees Semester werd het Stabiliteitsprogramma van België bijgewerkt in april 2015. Bij deze gelegenheid en na overleg heeft de Belgische overheid haar verbinding bevestigd om in 2015 het structurele saldo met 0,7 % bbp (meer precies : 0,72 % bbp) te verbeteren en dit op basis van het advies van de Hoge Raad van Financiën van 27 maart 2015. Rekening houdend met een nominaal vorderingensaldo van -3,2 % bbp in 2014 en met de hypothesen inzake output-gap en éénmalige verrichtingen resulteert deze verbetering in een structureel saldo van -2,0 % bbp in 2015 en een nominaal saldo van -2,5 % bbp.

Uit de beoordeling van het Stabiliteitsprogramma 2015-2018 door de Europese Commissie blijkt dat de doelstelling van een verbetering van het structurele saldo van 0,7 % bbp in 2015 coherent blijft met de specifieke aanbeveling aan België, die een minimumverbetering van het structurele saldo van 0,6 % in 2015 eist. Op basis van de voorjaarsprognoses van de Commissie, die een stijging met 0,5 % bbp van het structureel saldo verwachten, zouden nieuwe maatregelen echter noodzakelijk zijn om de doelstelling te bereiken. Daarnaast beveelt de Europese Commissie aan overeenstemming te bereiken over een afdwingbare verdeling van de begrotingsdoelstellingen over alle overheidsniveaus.

2) Het ontwerp van begrotingsplan werd aan de Europese Commissie meegedeeld zonder voorgaand overleg tussen de federale regering en de regeringen van de deelstaten. De vermelde globale begrotingsdoelstelling 2015 komt echter overeen met de som van de doelstellingen van de verschillende overheidsniveaus, zoals voorzien in hun initiële begroting 2015. In de mate dat de Vlaamse Gemeenschap voorzag een nominaal evenwicht te bereiken, werd voor deze gemeenschap uitgegaan van een evenwichtsdoelstelling.

Daarnaast heeft de federale regering in het ontwerp van begrotingsplan benadrukt dat het traject 2015-2018 binnen het Overlegcomité moest worden besproken en geformaliseerd in het kader van de opmaak van het Stabiliteitsprogramma 2015-2018.

In het kader van de opmaak van het Stabiliteitsprogramma heeft de afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de Hoge Raad van Financiën, waarvan bepaalde leden de regeringen van de deelstaten vertegenwoordigen, op 27 maart 2015 een advies overgemaakt over de globale begrotingsdoelstelling en de verdeling ervan tussen de verschillende overheidsniveaus. Dit advies werd opgemaakt overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschapscommissies, met betrekking tot de uitvoering van artikel 3, § 1, van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, welke de afdeling opdraagt nominale en structurele doelstellingen per overheidsniveau aan te bevelen en bij deze gelegenheid het gedrag van de lokale overheden inzake investeringen te onderzoeken.

Op basis van dit advies heeft de federale regering het Stabiliteitsprogramma 2015-2018 opgemaakt. Het Overlegcomité van 29 april 2015 heeft akte genomen van het Stabiliteitsprogramma 2015-2018 dat tegelijk voorziet in een structureel evenwicht voor de gezamenlijke overheid tegen 2018 en dat de begrotingstrajecten van elke entiteit uiterlijk in 2018 een structureel begrotingsevenwicht zullen bereiken.

3) Hoewel in de initiële begroting 2015 een (nominaal) begrotingsevenwicht werd voorzien (om dit te realiseren werd voor een totaal van 1,1 miljard aan maatregelen genomen, zie Draft Budgetary Plan), moest dit omwille van onder meer tegenvallende macro-economische parameters en de herzien gewestelijke opcentiemen, worden bijgesteld tot een tekort. Het tekort bij ongewijzigde beleid zou volgens de Vlaamse Gemeenschap oplopen tot 900 miljoen euro en werd dankzij het nemen van diverse maatregelen beperkt tot een begrotingstekort van 548 miljoen euro. Het totaal van de maatregelen, waaronder een hervorming van de schenkingsrechten, zou volgens ramingen van de Vlaamse Gemeenschap een inspanning van 353 miljoen euro vertegenwoordigen ten opzichte van het tekort bij ongewijzigd beleid.

4) Volgens artikel 3 van het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 : « Elke akkoord-sluitende partij verbindt zich ertoe om, in de uitoefening van haar bevoegdheden en / of van haar voogdij, alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn opdat de lokale overheden de begrotingsdoelstellingen bepaald in artikel 2 [van het samenwerkingsakkoord] naleven. »

Artikel 4, § 1, van het samenwerkingsakkoord benadrukt echter dat, als een afwijking in de resultaten van de lokale overheden wordt vastgesteld, de afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën het aandeel van dit verschil identificeert dat resulteert uit de nieuwe impact van de maatregelen die door de Federale Staat werden genomen en die bijgevolg niet vallen onder de verantwoordelijkheid van de Gewesten en de Gemeenschappen.

5) In het kader van de bijwerking van het Stabiliteitsprogramma heeft het Overlegcomité op 3 en 29 april 2015 vergaderd.

6) De federale Ministerraad heeft op 22 oktober 2014 het ontwerp van begrotingsplan overgemaakt aan de Europese Commissie. De federale Ministerraad heeft op 24 april 2015 het Stabiliteitsprogramma goedgekeurd.

7) De Vlaamse Gemeenschap heeft bijgedragen tot het opstellen van het ontwerp van begrotingsplan en van het Stabiliteitsprogramma voor het deel met betrekking tot de begrotingsdoelstelling 2015 van de Vlaamse Gemeenschap.