Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-475

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 5 maart 2015

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Buitenlands beleid - Vertegenwoordiging in de Europese Unie

gewesten en gemeenschappen van België
Raad van de Europese Unie
Interministeriële Conferentie
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)

Chronologie

5/3/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2015)
19/6/2015Rappel
14/7/2015Antwoord

Vraag nr. 6-475 d.d. 5 maart 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat en de Gemeenschappen en de Gewesten bepaalt onder meer dat er een toerbeurtregeling wordt afgesproken tussen de deelstaten voor de vertegenwoordiging van België in de Europese Raad. De huidige toerbeurtregeling loopt af op 30 juni 2015.

Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 6-215 van 11 december 2014 bleek dat de door de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid (ICBB) geïnstalleerde werkgroep haar werkzaamheden, namelijk de herziening van het Samenwerkingsakkoord inzake coördinatie en vertegenwoordiging in de EU, nog niet had afgerond op het tijdstip van beantwoording.

Op de ICBB, geïnstalleerd op 5 november 1992, informeert de federale minister van Buitenlandse Zaken zijn collega's van de gefedereerde entiteiten over het federale zetelbeleid en wordt informatie uitgewisseld over voorgenomen beleidsinitiatieven die hetzij rechtstreeks tot het zetelbeleid behoren, hetzij onrechtstreeks de betrekkingen tussen België en de internationale organisaties die hier gevestigd zijn, kunnen beïnvloeden. Dit gegeven alsook het feit dat de aangelegenheden die het voorwerp zijn van de Europese ministerraden een federale bevoegdheid, dan wel een gemeenschaps- of gewestbevoegdheid kunnen betreffen, motiveren het transversale karakter van onderhavige vraagstelling.

Ik heb volgende vragen voor de minister:

1. De federale regering hecht veel belang aan de herziening van de samenwerkingsakkoorden met de deelstaatregeringen, zowel in verband met de vertegenwoordiging in de diplomatieke en consulaire posten van ons land als in verband met de coördinatie en de vertegenwoordiging in het kader van de Europese Unie en de relevante internationale organisaties, zo stelde de minister in antwoord op mijn vraag nr. 6-215. De herziening van de akkoorden werd als prioritair aangemerkt en ze zouden volgens de minister dringend aangepast moeten worden aan de institutionele hervormingen in Europees en Belgisch verband.

a. Wanneer kwam de werkgroep die werd opgericht in de schoot van de ICBB en belast is met de herziening van het Samenwerkingsakkoord inzake coördinatie en vertegenwoordiging in de EU voor de laatste keer samen? Wat zijn de uitkomsten van het overleg binnen de werkgroep?

b. Welke vooruitgang werd er in tussentijd geboekt met de werkzaamheden tot de uitwerking van een nieuwe toerbeurtregeling? Wat zijn de belangrijkste wijzigingen die desgevallend werden aangebracht aan het samenwerkingsakkoord inzake de Europese Unie?

c. Wanneer is de eerstvolgende samenkomst van de werkgroep gepland?

2. Traditioneel is het de Duitstalige Gemeenschap die het initiatief neemt tot informeel overleg met de andere entiteiten over de nieuwe toerbeurtregeling.

a. Heeft de Duitstalige Gemeenschapsregering in tussentijd al een dergelijk initiatief genomen? Zo ja, wanneer, welke gesprekken vonden reeds plaats en wat zijn de uitkomsten hiervan?

b. Werd er al een formeel voorstel aan de ICBB voorgelegd?

3. Wanneer kwam de ICBB voor de laatste keer samen? Stond de herziening van het Samenwerkingsakkoord inzake coördinatie en vertegenwoordiging in de EU op de agenda van de laatste samenkomst?

a. Zo ja, wat zijn de uitkomsten hiervan?

b. Zo nee, wanneer wordt de bespreking van het desbetreffende agendapunt voorzien?

c. Wanneer zal de ICBB een eerstvolgende keer samenkomen?

Antwoord ontvangen op 14 juli 2015 :

1) a) De werkgroep kwam de laatste keer samen op 23 april 2014. Zoals gezegd in antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 6-215 van 6 november 2014 kon de werkgroep zijn werkzaamheden niet voltooien omwille van de periode van lopende zaken.

1) b) Er werd geen vooruitgang geboekt sinds mijn antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 6-215 van 6 november 2014.

1) c) Er werd nog geen datum vastgelegd.

2) a) De Duitstalige Gemeenschap heeft inderdaad initiatieven genomen. Een regeling werd uitgewerkt voor de periode 2015–tweede semester van 2016.

2) b) Deze regeling is formeel voorgelegd aan de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid (ICBB) van 6 juli 2015.

3) a) De ICBB kwam de laatste keer samen op 28 januari 2014. Op deze ICBB werd inderdaad een stand van zaken opgemaakt van de werkzaamheden in deze werkgroep. Zoals gezegd in antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 6-215 van 6 november 2014 kon de werkgroep zijn werkzaamheden echter niet voltooien omwille van de periode van lopende zaken.

3) b) & 3) c) De volgende zitting van de ICBB vindt plaats op maandag 6 juli 2015.