Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2200

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 15 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Project Safte - Onklaar gemaakte zware wapens - Legale verkoop - Onderdelen van zware wapens - Onderzoek - Cijfers

wapenhandel
zwarte handel
elektronische handel

Chronologie

15/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
5/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1844

Vraag nr. 6-2200 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit onderzoek blijkt dat er steeds meer zware wapens beschikbaar zijn in Europa. Zonder een nieuw beleid dreigen nog zwaardere wapens uit conflictgebieden als Oekraïne en Libië in handen te vallen van criminelen en terroristen, aldus een uitgebreid rapport van Project Safte, dat de terroristische toegang tot illegale vuurwapenmarkten in Europa onderzoekt, en dat werd uitgebracht door het Vlaams Vredesinstituut.

Enkele vaststellingen uit het rapport had ik graag afgetoetst en dan in het bijzonder de volgende elementen :

1) In Nederland werden enkele grote wapenvangsten gedaan, waarbij opvallend veel wapens uit Slowakije kwamen. Het betreft automatische geweren en pistoolmitrailleurs van het merk Ceská Zbrojovka. De wapens waren in Slowakije onklaar gemaakt voor gebruik en konden daarom volgens de Slowaakse regels zonder vergunning worden geëxporteerd. Eenmaal in de handen van een kundige wapenexpert konden de wapens echter weer schietklaar gemaakt worden. Er zijn via de Slowakijeroute sinds 2014 naar schatting 10 000 zware wapens op de Europese markt gekomen en een deel daarvan is gebruikt in Brussel en Parijs ;

2) Een opvallende trend is dat steeds vaker wapens in onderdelen worden gekocht, veelal via het internet. Dat kan legaal omdat onderdelen, zoals bijvoorbeeld de body van een pistool, in andere Europese lidstaten zonder vergunning verkocht worden. De verschillende onderdelen worden dan in het eindbestemmingsland verzameld en als een bouwpakket in elkaar gezet.

Zo werden er in de eerste helft van 2015 in Nederland dertig pistolen van het merk Glock in beslag genomen waarvan de kast legaal in Oostenrijk was gekocht en de andere onderdelen legaal in de Verenigde Staten. Het voorbeeld van de Glock laat zien wat er mis is met de Europese wapenregulering. Zolang het mogelijk is om in Oostenrijk zonder vergunning wapenonderdelen te kopen waarvoor in ons land wel een vergunning nodig is, maakt men het criminelen en terroristen wel heel gemakkelijk.

Wat betreft het transversaal karakter van deze vraag : in het Vlaams regeerakkoord wordt aandacht besteed aan het voorkomen van radicalisering en is er sprake van de oprichting van een cel met experten uit de diverse beleidsdomeinen om radicalisering te voorkomen, te detecteren en te remediëren, met één centraal aanspreekpunt en in samenwerking met andere overheden. De coördinatie van deze cel ligt bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. Vooral wat betreft de proactieve aanpak en de handhaving vervult de federale overheid een sleutelrol. In de toekomst zal ook een federale ambtenaar van de FOD Binnenlandse Zaken deel uitmaken van deze cel. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten. Ik verwijs tevens naar het recente actieplan van de Vlaamse regering ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

1) Werden er ook in ons land reeds zware wapens van het merk Ceská Zbrojovka aangetroffen vanuit Slowakije die aldaar zonder vergunning werden geëxporteerd omdat ze onklaar werden gemaakt, doch niet om onomkeerbare wijze waardoor ze door een wapenexpert terug gebruiksklaar kunnen worden gemaakt door respectievelijk de douane en / of de politiediensten ? Zo ja, om hoeveel wapens gaat het ?

2) Kunt u bevestigen dat ook in ons land steeds meer wapens « in onderdelen » worden gekocht (apart aankopen van de body van het pistool en van de respectieve onderdelen van het pistool) die eenmaal ze hier toekomen worden verzameld en als een bouwpakket in elkaar worden gestoken ? Ik verwijs naar het aangehaalde voorbeeld uit Nederland van Glock. Kunt u dit cijfermatig toelichten en aangeven welke wetgevende stappen hiertegen kunnen worden ondernomen, naast het aandringen op Europese afspraken hieromtrent en het afdekken van hiaten ten gevolge van de verschillende nationale wetgevingen ?

3) Bent u het met me eens dat er moet worden opgetreden tegen het apart aankopen van de verschillende onderdelen van verboden wapens uit diverse EU-landen ? Kunt u uw beleid daaromtrent concreet toelichten ?

4) Is de verkoop van in Slowakije onklaar gemaakte pistoolmitrailleurs naar ons land legaal ? Zo neen, kunt u dit concreet toelichten ? Zo ja, welke stappen worden er ondernomen om deze handel te voorkomen ?

Antwoord ontvangen op 5 februari 2019 :

1) De Belgische Douane beschikt over geen gegevens over het Slovaakse wapen Ceska Zbrojovka.

2) De wapenwet van 8 juni 2006 verbiedt de verkoop van wapens via het Internet. Het verbod geldt ook voor losse onderdelen die aan de wettelijk voorgeschreven proef zijn onderworpen. Particulieren die in België wapens of losse onderdelen aankopen via het Internet nemen daardoor deel aan een praktijk die naar Belgisch recht verboden is. Indien ze wapens of onderdelen op dergelijke wijze aankopen zonder daartoe over de nodige voorafgaande vergunningen te beschikken, zijn ze strafbaar. Hetzelfde geldt in geval ze verboden wapens en hun onderdelen verwerven. De hiaten tussen de verschillende nationale regelgevingen worden stelselmatig gedicht omdat Europa (ook recent nog) initiatieven voorziet om vuurwapenbezit streng te controleren en dewelke geïmplementeerd worden in alle lidstaten van de Europese Unie (EU).

Zo bevatte de Europese richtlijn 91/477/EEG inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (« vuurwapenrichtlijn ») – op dewelke de wapenwet van 2006 en haar uitvoeringsbesluiten zijn gestoeld – reeds een aantal maatregelen om de veiligheid bij overbrenging van vuurwapens en hun onderdelen te verbeteren. Tegen de achtergrond van de terroristische aanslagen heeft de Europese wetgever de vuurwapenrichtlijn vorig jaar verstrengd middels de richtlijn 2017/853. Het nieuwe artikel 4 preciseert immers dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat vuurwapens en hun essentiële onderdelen (loop, framegroep, kastgroep, slede, cilinder, grendel of het afsluiterblok), die op of na 14 september 2018 (dit is uiterste omzettingstermijn van de richtlijn) in de Unie zijn vervaardigd of ingevoerd, moeten voorzien zijn van een duidelijke, blijvende en unieke markering voor het op de markt brengen en daarenboven voorafgaandelijk moeten worden geregistreerd.

Voor het overige verwijs ik naar het antwoord op de vierde vraag om ook nog andere relevante initiatieven aan te duiden.

De Belgische Douane beschikt echter over geen cijfers over aankopen van wapens noch over de aankoop van onderdelen ervan.

3) De lijst van verboden wapens en hun onderdelen zoals omschreven in de wapenwet van 8 juni 2006 is geënt op de lijst van de verboden wapens zoals voorzien in de Europese vuurwapenrichtlijn. In tegenstelling tot andere Europese lidstaten is de Belgische wetgever in de wapenwet van 8 juni 2006 verder gegaan dan de Europese richtlijn door via artikel 33 de bepalingen met betrekking tot de vuurwapens ook van toepassing te verklaren op de losse onderdelen die aan de wettelijke voorgeschreven proef zijn onderworpen, waardoor deze losse onderdelen van verboden wapens op hun beurt ook verboden zijn.

Voorafgaand aan een eventuele verdere harmonisering van de verschillende nationale wetgevingen is men er zich op Europees vlak van bewust dat de illegale handel in en de illegale vervaardiging en assemblage van vuurwapens, zoals omschreven in artikel 1 van de vuurwapenrichtlijn, een halt moet toegeroepen worden. Daarom keurde de Europese ministerraad de « EU policy for organised and serious international crime (2018-2021) » goed waarbij de strijd tegen de illegale wapenhandel als één van de tien prioriteiten naar voor is geschoven. Dit moet zich dit jaar nog veruitwendigen in verschillende op te zetten intra-Europese operationele acties onder auspiciën van Europol (EMPACT), waaronder het aanpakken van de illegale handel in vuurwapens door middel van pakjes- en postdiensten.

4) Overeenkomstig de wapenwet van 8 juni 2006 zijn definitief onbruikbaar gemaakte vuurwapens onder te brengen onder de categorie van de vrij verkrijgbare wapens, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de Europese vuurwapenrichtlijn die voorziet dat door neutralisatie voorgoed onbruikbaar gemaakte vuurwapens niet onder de definitie van een vuurwapen vallen. Overeenkomstig diezelfde richtlijn zijn de lidstaten wel verplicht maatregelen te nemen opdat de neutralisaties gecontroleerd zouden worden door een bevoegde autoriteit, die er een duidelijke markering op aanbrengt en er een certificaat voor uitreikt.

Tegen de achtergrond van de terroristische aanslagen werd via de uitvoeringsverordening 2015/2403, die in werking trad op 8 april 2016, uitvoering gegeven aan de Europese vuurwapenrichtlijn waarbij uniforme voorschriften inzake de technische specificaties voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens in de Unie, de markering van de vuurwapens en hun onderdelen en de certificering verplicht aan de lidstaten worden opgelegd. Voor wat betreft de vuurwapens, die voor de inwerkingtreding van deze uitvoeringsverordening onbruikbaar zijn gemaakt, gelden de verplichtingen van deze uitvoeringsverordening ook wanneer die onbruikbaar gemaakte vuurwapens na deze inwerkingtredingsdatum op de markt worden gebracht, met inbegrip van gratis overdracht, uitwisseling of ruil, of na die datum naar een andere lidstaat worden overgebracht.

Om het hoogst mogelijke veiligheidsniveau voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens te waarborgen en tegemoet te komen aan het vastgestelde probleem dat niet alle lidstaten de vuurwapens op een eenvormige manier onbruikbaar maakten, werd de uitvoeringsverordening 2015/2403 gewijzigd door uitvoeringsverordening 2018/337, die in werking treedt op 28 juni 2018, waarbij enerzijds wordt verplicht dat de controlerende bevoegde autoriteit een overheidsdienst moet zijn en anderzijds wordt opgelegd dat de markering van onbruikbaar gemaakte vuurwapens wordt aangebracht op alle essentiële onderdelen die voor de onbruikbaarmaking van het vuurwapen zijn gewijzigd.

Een streng toezicht op de onbruikbaarmaking van vuurwapens staat dus actueel op de agenda van de Europese lidstaten.

Ondanks de directe werking van de uitvoeringsverordeningen had de Belgische wetgever via het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de vuurwapens die voor het schieten onbruikbaar zijn gemaakt, reeds voorzien dat enkel de Proefbank voor vuurwapens te Luik als enige overheidsdienst vuurwapens onbruikbaar mag maken.

België heeft haar wetgeving ter zake nog verstrengd conform de bepalingen van deze uitvoeringsverordening middels een koninklijk besluit van 4 mei 2018 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten ter uitvoering van de wapenwet, vooral met het oog op de toepassing van de uitvoeringsverordening (EU) 2018/2403 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren betreffende normen en technieken om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens voorgoed onbruikbaar zijn, en met het oog op het mogelijk maken van het informatiseren van de registers bijgehouden door de schietstanden.

Bovendien werd door het koninklijk besluit van 26 februari 2018 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten ter uitvoering van de wapenwet, uitgevaardigd in functie van de nieuwe regularisatieronde voor niet-geregistreerde vuurwapens, bepaald dat de Proefbank voor vuurwapens pas tot onbruikbaarmaking van de niet-geregistreerde vuurwapens overgaat, indien de lokale politie een attest aflevert waaruit blijkt dat het wapen niet geseind staat en door de eigenaar rechtmatig voorhanden wordt gehouden. Na neutralisering registreert de Proefbank voor de vuurwapens in het Centraal Wapenregister.

Europa heeft verder ook op andere punten de regelgeving inzake vuurwapens verstrengd. Zo zullen voortaan automatische vuurwapens die zijn omgebouwd tot semiautomatische vuurwapens volgens voormelde Europese wapenrichtlijn 2017/853 worden ingedeeld bij de verboden wapens (de lidstaten kunnen in een uitzondering voorzien voor bepaalde semiautomatische vuurwapens die voor 13 juni 2017 geregistreerd en rechtmatig in bezit waren). De richtlijn breidt de categorie van verboden wapens ook uit met semiautomatische wapens die een welbepaalde grotere capaciteit hebben alsook onder andere met lange semiautomatische wapens die ingekort kunnen worden.

Tenslotte werden ook op nationaal niveau stappen ondernomen om het hoofd te bieden aan onder meer de genoemde illegale praktijken. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het Interfederaal Overlegcomité ter bestrijding van de illegale wapenproductie en -handel dat (opnieuw) werd opgericht ; aan het feit dat illegale wapenhandel een prioritair fenomeen is voor onze veiligheidsdiensten ; aan allerlei wetgevende verwezenlijkingen, zoals deze waarbij het einde van de vrije verkrijgbaarheid van laders voor vuurwapens werd ingevoerd en tevens deze waarbij nieuwe opsporingsmethoden werden gecreëerd (zoals infiltratie op Internet) die ook tegen wapenhandel kunnen worden gebruikt of waarbij bestaande methodes werden uitgebreid om ze tevens te kunnen toepassen bij de opsporing van inbreuken op de wapenwet (zoals telefoontap).

Het mag duidelijk zijn dat het bewustzijn omtrent het gevaar van de aangekaarte problematiek er is en zal leiden of zelfs reeds geleid heeft tot een reeks van maatregelen, zowel Europees als nationaal.