Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2184

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 15 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, en van Defensie, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Wetenschappelijk en economisch potentieel (WEP) - Bescherming - Relaties tussen de Veiligheid van de Staat, de onderzoekscentra en de privésector

ontwikkelingspotentieel
wetenschappelijk onderzoek
fabrieksgeheim
vernieuwing
industriële spionage
staatsveiligheid
geheime dienst

Chronologie

15/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1694

Vraag nr. 6-2184 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het recente bijzonder interessante jaarverslag van het Vast Comité I.

Het Comité wijst op het ontbreken van afstemming tussen de inlichtingendiensten en de stakeholders. Dit zijn de diverse overheden (federaal en regionaal) die bevoegd zijn voor het economische en financiële beleid en de private sector. De bescherming van het wetenschappelijk en economisch potentieel (WEP) verloopt moeizaam. Nochtans is een verbeterde bescherming van het WEP niet enkel een verhaal van kosten en beperkingen, maar ook van economische groeikansen. Vooralsnog ontbreekt het instrument dat de brug kan vormen tussen de inlichtingendiensten en publieke en private actoren van het WEP.

Wat betreft het transversaal karakter van deze schriftelijke vraag : het economisch beleid wordt grotendeels uitgebouwd vanuit de gewesten. De veiligheidsdiensten die het WEP moeten beschermen zijn federaal. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de gewesten.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

1) Kunt u uitvoerig toelichten hoe de afstemming tussen de stakeholders (de federale overheid, de gewesten, de onderzoekscentra en de privésector) inzake de bescherming van het WEP verloopt ? Waar en wanneer vindt er overleg plaats ? Overweegt u stappen te ondernemen om dit te verbeteren ? Zo ja, kunt u dit toelichten ?

2) Welk instrument is er voorhanden om de brug te vormen tussen de inlichtingendiensten en de publieke en private actoren ? Kunt u dit uitvoerig toelichten ?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

1) Conform de Wet houdende regeling van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van 30 november 1998 is ADIV slechts verantwoordelijk voor de bescherming van het Wetenschappelijk en Economisch potentieel van natuurlijke en rechtspersonen actief in economische en industriële sectoren die verbonden zijn aan defensie en die zijn opgenomen in een op voorstel van de minister van Justitie en de minister van Landsverdediging door de Nationale Veiligheidsraad goedgekeurde lijst. Deze lijst zelf is geclassificeerd op het niveau VERTROUWELIJK. Dit maakt dat ADIV slechts verantwoordelijk is voor de bescherming van een beperkt deel van het Wetenschappelijk en Economisch Potentieel. ADIV is er zich van bewust dat het contact met diverse stakeholders, actief in het domein van de bescherming van het Economisch en Wetenschappelijk Potentieel, primordiaal is. ADIV probeert dan ook zo goed mogelijk contacten te onderhouden met verschillende partner entiteiten, op diverse overheidsniveaus. Gezien de militaire werkterreinen van ADIV gaat het hier onder meer om de gewestelijke entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de export van wapens en dual-use goederen, zowel in Brussel, Vlaanderen als in Wallonië, alsook om de FOD Financiën (Algemene Administratie Douane en Accijnzen). Daarenboven heeft ADIV regelmatig contact met andere overheidsinstellingen in het kader van de evaluatie van de dreiging tegen de Belgische kritische infrastructuur. De VSSE en OCAD zijn in dit kader voorname partners. Indien nodig kan er uiteraard ook steeds met andere overheidsinstellingen contact worden gelegd. Op academisch vlak is er op regelmatige tijdstippen contact met instellingen verbonden aan defensie die actief zijn in het domein van onderzoek. Bij deze laatste groep is ADIV gebonden aan de eerder vermelde vertrouwelijke lijst.

Daarenboven onderhoudt ADIV eveneens wederzijds contact met de private sector door onder andere aanwezig te zijn op enkele (wereldwijd) belangrijke beurzen in de defensie- en veiligheidssector. Voorts is er ook op regelmatige basis contact met de vereniging van de Lucht-, Ruimtevaart-, Veiligheids- en Defensie-industrie van Agoria. Ook op individuele vragen van bedrijven gaat ADIV in.

2) In het najaar van 2017 is er tot slot door de VSSE een platform gelanceerd omtrent het Wetenschappelijk en Economisch Potentieel. Dit platform groepeert momenteel alle federale alsook een deel van de regionale instellingen die betrokken zijn bij de bescherming van het Wetenschappelijk en Economisch Potentieel. Ook ADIV is hierbij betrokken. Via dit platform zal het contact met de regionale entiteiten die actief zijn in diverse beleidsdomeinen naar alle waarschijnlijkheid verder worden uitgebouwd. Momenteel wordt zowel het contact met andere overheden als met de private sector georganiseerd op basis van de noden en behoeften van de diverse betrokken entiteiten. Een structureel contact zal ook overwogen worden.