Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2159

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 14 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Taalwetgeving - Naleving - Taalverhoudingen binnen de diensten van Financiën

taalgebruik
ministerie
belastingadministratie
tweetaligheid
overheidsapparaat
Hoofdstedelijk Gewest Brussels

Chronologie

14/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
12/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1663

Vraag nr. 6-2159 d.d. 14 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uiteraard zijn de naleving van de taalwetgeving en het respect voor de taalverhoudingen binnen de federale overheidsadministraties zaken die de gemeenschappen aanbelangen. Zonder het correct naleven van de taalwetgeving en zonder het correct weerspiegelen en respecteren van de verschillende talen en taalgroepen, is er geen federaal samenleven mogelijk. De taalwetgeving is zowat het cement in dit land tussen de verschillende gemeenschappen, gewesten en de federale overheid. Zonder de naleving van de taalwetgeving is er geen samenhang mogelijk en dreigt het wederzijds samenleven onmogelijk te worden en het wederzijds respect te verdwijnen.

De gewesten hebben bovendien een taak inzake het naleven van de taalwetgeving. De gemeenschappen zijn dan weer bevoegd voor de luister en het gebruik der talen.

Dit is dus een bij uitstek transversale aangelegenheid.

Een van de kernpunten in heel de taalwetgeving en in de federale constructie is dat de federale overheid en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad correct tweetalig dienen te zijn. In de administratie van de federale overheid is van de diensten een volkomen tweetalige dienstverlening vereist. Elke inwoner van het land moet in zijn taal terecht kunnen bij de federale diensten.

Hoe ziet de taalaanhorigheid eruit binnen de verschillende diensten van Financiën? Zijn er taalkaders? Waarop zijn deze gebaseerd? Hoe zien die eruit? Is in elke dienst gewaarborgd dat deze ook correct tweetalig is? Hoe is het nog altijd mogelijk dat binnen de diensten die zich richten naar de inwoners van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een groot deel van uw administratie zeer gebrekkig Nederlands kent, laat staan Nederlandstalig is. Hoe vaak gebeurt het niet dat Nederlandstalige inwoners van Brussel moeten wachten tot de "Flamand de service" vrij is om de informatie in het Nederlands te kunnen geven?

Hoe komt het dat sommige diensten binnen Financiën, die zich onder andere wenden tot internationale organisaties, eentalig Franstalig opereren? Is het normaal dat dit land zich in het buitenland blijft opstellen als een eentalig Franstalig land?

Welke inspanningen zullen er gedaan worden om de perfecte tweetaligheid of drietaligheid van centrale diensten en Brusselse diensten te waarborgen? Hoeveel procent van de Franstaligen krijgen een tweetaligheidspremie? Hoeveel procent van de Nederlandstaligen? Wie controleert deze tweetaligheid op het terrein?

Te vaak gebeurt het dat men als Nederlandstalige soms uren moet wachten voordat er bij de belastingdiensten in het Nederlands wordt geantwoord.

Is de minister bereid om de correcte naleving van de taalwetgeving te controleren en te stimuleren? Is de minister bereid daarvoor samen te werken met de gemeenschappen? Zal de minister initiatieven nemen ter zake, en zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 12 februari 2019 :

1) De taalkaders zijn een wettelijke verplichting. De federale overheidsdienst (FOD) Financiën heeft deze kaders vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 december 2017, die in werking trad op 18 december 2017.

Deze zijn gebaseerd op een evaluatie van het volume van de behandelde dossiers in het Frans / Nederlands gedurende een belangrijke periode (« tellen van dossiers ») volgens de methodologie [1] die ontwikkeld is door het Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT). De taalkaders die op deze manier zijn vastgelegd zijn de volgende :


FOD Financiën (zonder AADA)

AADA

Trap

% FR

% NL

% FR

% NL

1

50 %

50 %

50 %

50 %

2

50 %

50 %

50 %

50 %

3

48,2 %

51,8 %

37,1 %

62,9 %

4

48,2 %

51,8 %

37,1 %

62,9 %

5

48,2 %

51,8 %

37,1 %

62,9 %

Het zijn de taken en de taalbehoeften van elke dienst die de verdeling van de Nederlandstalige en Franstalige ambtenaren binnen de FOD Financiën bepalen.

Betreffende het gebruik van de talen, waarborgen de diensten van de FOD Financiën een correcte behandeling van alle Franstalige en Nederlandstalige dossiers. Dat is één van de waarden van de organisatie. Iedere belastingplichtige krijgt in Brussel de informatie in zijn taal, en in het algemeen overal in België, met inachtneming van de reglementering betreffende het gebruik van de talen in bestuurszaken.

In de contacten die onze ambtenaren hebben met internationale instellingen, moeten we een onderscheid maken tussen contacten met de internationale instelling, enerzijds, in de hoedanigheid van ons lidmaatschap dan wel in het kader van algemene internationale betrekkingen op fiscaal, financieel en budgettair gebied en, anderzijds, in het kader van de belastingmateries die van toepassing zijn op de internationale instelling zelf of de vertegenwoordigers ervan als zij in België gevestigd zijn.

In het kader van de internationale betrekkingen verlopen de contacten in een van de voertalen van die instellingen, hetgeen in de praktijk meestal het Engels is. De contacten met de Europese instellingen die België als lidstaat officieel benaderen, verlopen in het Frans en het Nederlands. Afhankelijk van de behandelende ambtenaar wordt geantwoord in de taal van de ambtenaar. Alle vergaderingen van werkgroepen verlopen in het Engels.

In het kader van de belastingsituatie van de instelling zelf moeten we vaststellen dat die internationale instellingen, wanneer ze in België gevestigd zijn, dit nagenoeg zonder onderscheid in Brussel is. Hier wordt in principe de taal gebruikt die de instelling hanteert met respect van de taalwetgeving. We moeten vaststellen dat het uitermate zelden voorkomt dat de door de instelling gebruikte taal het Nederlands is.

2) Het aantal ambtenaren F / N die een tweetaligheidspremie geniet, in de operationele diensten van de vijf algemene administraties in Brussel verdeelt zich op 1 januari 2019 als volgt :

Premie

Taalrol

Ja

Nee

F

41 %

59 %

N

73 %

27 %

Totaal

55 %

45 %

Een interne maandelijkse controle van kaders maakt het mogelijk om na te gaan in welke taalkundige rol benoemingen en promoties kunnen plaatsvinden, met respect en / of behouden van het evenwicht. Geen benoeming of promotie kan plaatsvinden als deze leidt tot het creëren van of verslechteren van een onevenwicht.

Daarnaast, is de VCT belast met de algemene bewaking van de toepassing van de wetten betreffende het gebruik van de talen in bestuurszaken. Als zodanig, kunnen ze klachten ontvangen tegen iedere schending van de wetgeving inzake het gebruik van de talen in bestuurszaken, die zouden begaan zijn door een openbare dienst.

3) De taalkaders zijn vastgesteld bij koninklijk besluit. De wetgever heeft een voorafgaandelijk, gemotiveerd advies van de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) verplicht gemaakt. In ieder geval kan een vraag om advies bij de VCT alleen rechtsgeldig aanhangig worden gemaakt door middel van een door een minister ondertekend verzoekschrift. Met deze handeling stelt de minister zich verantwoordelijk; hij beperkt zich niet tot het doorgeven van het voorstel van zijn administratie of het doen opvolgen ervan.

[1] Zie het vademecum van de VCT : http://vct-cpcl.be/nl/taalkaders.