Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2117

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 11 januari 2019

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

Diefstallen - Toebehoren van zeil- en motorboten - Handhaving - buurtWhatsAppgroep

sociale media
diefstal
plezierboot
haveninstallatie
virtuele gemeenschap

Chronologie

11/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1352

Vraag nr. 6-2117 d.d. 11 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Pleziervaartuigen, zeilmateriaal en elektronische apparatuur zijn een gemakkelijke buit voor dieven. Vooral in het laagseizoen slaan de dieven toe. De jachthavens liggen er dan immers verlaten bij en het is vroeg donker. In Zeeland blijken criminelen de afgelopen maanden systematisch vaartuigen te hebben leeggeplukt. Het betreft buitenboordmotoren, fenders, dieptemeters, marifoons, acculaders, lieren, enz. Ook zeilen zijn gegeerd.

De watersporten winnen gestaag aan populariteit en er is steeds meer elektronisch materieel aan boord dat gemakkelijk kan worden meegenomen en redelijk wat geld opbrengt. Dikwijls is het ook zo dat de verzekeringen in hun polis bepalen dat buiten het vaarseizoen waardevolle objecten, indien het praktisch en redelijkerwijs uitvoerbaar is, van boord verwijderd moeten worden. Dit geldt speciaal voor kostbare nautische apparatuur en audiovisuele apparatuur.

Dikwijls is de enige veilige optie dan ook om de boot in het laagseizoen volledig af te tuigen en alle materieel op te slaan. Deze oplossing is echter voor velen niet haalbaar omdat het materieel veel plaats in beslag neemt (grote zeilen, motor, boeien, reddingsvesten, GPS, radio, enzovoort) en niet iedereen dit bijgevolg kan opslaan.

Tevens blijkt dat veel watersportfanaten zich dikwijls niet bewust zijn van de risico's op diefstal, daar zij menen dat de verzekeringspolis dit dekt, totdat het te laat is. Dit fenomeen is niet nieuw, getuige de vaststelling dat tussen 2007 en eind 2010 in België in totaal 71 feiten van diefstal van pleziervaartuigen (niet teruggevonden) geregistreerd werden in de algemene nationale gegevensdatabank (ANG). Nu blijkt uit recente berichtgeving dat alvast in Nederland en dan in het bijzonder in Zeeland sprake is van een grote toename .

Deze vraag betreft een transversale gewestaangelegenheid: de residuaire bevoegdheid, dit zijn alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk door of krachtens de Grondwet aan enige macht zijn toegewezen, berust bij de federale wetgevende macht. De Gewesten kunnen in beginsel slechts regelgevend optreden inzake de materies die hen door of krachtens de Grondwet uitdrukkelijk zijn toegewezen. Artikel 6, § 1, X van de Bijzondere wet wijst o.m. de waterwegen en hun aanhorigheden, het juridisch stelsel van de land- en waterwegenis, de havens en hun aanhorigheden, de zeewering, de dijken, de veerdiensten, de loodsdiensten en de bebakeningsdiensten van en naar de havens, evenals de reddings- en sleepdiensten op zee, aan de gewesten toe. Artikel 6, § 4, 3° van de Bijzondere wet schrijft voor dat de gewestregeringen onder andere worden betrokken bij "het ontwerpen van de regels van de algemene politie en de reglementering op het verkeer en vervoer, alsook van de technische voorschriften inzake verkeers- en vervoermiddelen.".

Hieromtrent had ik dan ook graag volgende vragen gesteld:

1. Kan de geachte minister aangeven hoeveel gevallen van diefstal en inbraak er plaatsvonden op pleziervaartuigen in de jaren 2014, 2015 en 2016? Kan hij tevens meegeven hoeveel vaartuigen op jaarbasis in de jaren 2014, 2015 en 2016 werden gestolen?

2. Is er sprake van een toename of veeleer een afname van het aantal diefstallen op pleziervaartuigen en kan hij dit uitvoerig toelichten?

3. Kan hij een overzicht geven van de bijkomende inspanningen die er de laatste jaren werd geleverd om de beveiliging van de jachthavens te verhogen? Moeten er nog bijkomende inspanningen komen?

4. Welke jachthavens blijken het meeste het slachtoffer te zijn van diefstal van outillage en/of boten? Kan hij dit toelichten? Wat is hier de reden van en wat wordt eraan gedaan door uw departement alsook de jachthaven zelf?

5. In Nederland hebben 3 jachthavens een buurtwhatsappgroep ingesteld voor het signaleren van verdacht gedrag. Bestaan er in ons land gelijkaardige initiatieven?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

Cijfers voor het jaar 2014 zijn niet meer ter beschikking in de analysetool waarover de federale politie beschikt. De cijfers van 2017 werden toegevoegd. Naast het totaal aantal geregistreerde diefstallen op en van vaartuigen werd tevens het aantal feiten waarbij scheepsmateriaal werd ontvreemd, weergegeven.

Geregistreerde diefstallen in de ANG op pleziervaartuigen

Geregistreerde diefstallen van pleziervaartuigen

2015

Totaal aantal

 

16

 


waaronder van scheepsmateriaal

 

12

21

2016

Totaal aantal

 

21

 


waaronder van scheepsmateriaal

 

10

24

2017

Totaal aantal

 

23

 


waaronder van scheepsmateriaal

 

6

22

(Bron: federale politie)

2) Het klein aantal geregistreerde feiten van diefstallen aan boord van pleziervaartuigen laat niet toe om statistisch significante trends af te leiden.

3) De beveiliging van jachthavens is een taak van verschillende partners, zowel privaat als publiek. Naast de federale Scheepvaartpolitie zijn de uitbaters van de jachtclubs, de lokale politie en de particuliere booteigenaars hierin betrokken.

De beveiliging van een jachthaven en/of (plezier)jachthaven is in eerste instantie een taak van de eigenaar(s) en de uitbaters van de jachthaven zelf, zowel op het niveau jachthaven als het niveau boot. Ze dienen hun goederen als een goede huisvader te behandelen. In de meeste jachthavens is de sociale controle sterk. Bij het vaststellen van verdachte situaties wordt steeds aangeraden om de lokale politie te verwittigen.

De Scheepvaartpolitie ondersteunt de lokale politie door het aanleveren van expertise aangaande correcte signaleringen, bijzondere wetgeving en informatie. De Scheepvaartpolitie heeft op zijn beurt op regelmatige basis contacten met alle jachtclubs in zijn vaargebied. Hierbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de pleziervaartwetgeving maar ook aan algemene politionele preventie. Aan de kust en in bepaalde binnenlandse jachtclubs heeft de Scheepvaartpolitie een zogenaamd (haven)informatienetwerk opgezet waarbij informatie over verdachte situaties wordt gedeeld en verzameld. Op die manier wordt het fenomeen nauwlettend opgevolgd en bestreden.

4) Het fenomeen van diefstal van vaartuigen en scheepsmateriaal is in aantallen eerder beperkt. De beschikbare cijfers zijn te weinig significant om hierin welbepaalde jachthavens uit te lichten.

5) Op initiatief van de Scheepvaartpolitie werd begin 2017 een BIN-netwerk voor de jachthavens aan de Belgische kust opgericht. Alle jachtclubs aan de Noordzee maken deel uit van dit BIN-netwerk en telt momenteel een 120-tal leden.

Verder zijn er vergelijkbare initiatieven in Oost-Vlaanderen waar er een “Yachtclub Informatie Netwerk (YIN)” bestaat dat in contact staat met alle jachtclubs en haar leden op het toebedeelde actieterrein van de Scheepvaartpolitie te Gent.