Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2083

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 10 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Nationale Bank van België - Dividend 2017

Eurosysteem
centrale bank
aandeel
winst

Chronologie

10/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
22/1/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1829

Vraag nr. 6-2083 d.d. 10 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 29 maart 2018 berichtte het dagblad De Tijd over de afbrokkelende nettowinst van de Nationale Bank van België (NBB) en een daling van het dividend met 9,3 %. De oorzaak hiervan ligt vervat in een dalende opbrengst van de beleggingsportefeuille, die hoofdzakelijk obligaties bevat. Ondanks een daling van het gemiddelde rendement van de obligaties tot 2,6 % (ten opzichte van 2,8 % in 2016), onderstreept de Nationale Bank in een reactie dat « het dividendbeleid ongewijzigd blijft ».

De aandelen van de NBB zijn gelijk verdeeld over de Staat en de private aandeelhouders, die elk 200 000 aandelen bezitten. Van de helft van de winst (316,3 miljoen euro) wordt 51,1 miljoen euro uitgekeerd in de vorm van een dividend en vloeit 265,3 miljoen euro naar de Staat, aldus nog het artikel.

Het transversale karakter van onderhavige vraagstelling ligt besloten in het feit dat de middelen die vanuit de winstuitkering door de NBB in de federale Schatkist stromen, een impact hebben op de budgettaire situatie van het land. Aangezien België als één eenheid naar voren treedt bij de Europese Unie, hebben deze middelen onrechtstreeks een weerslag op de budgettaire verantwoordelijkheid van de gefedereerde entiteiten, zijnde de Gewesten en de Gemeenschappen.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister :

1) Vindt hij een ongewijzigde verderzetting van het huidige dividendbeleid een goede strategie ?

a) Zo ja, waarom treedt hij dit beleid van de NBB bij ?

b) Zo nee, waarom niet en welk alternatief beleid geniet zijn de voorkeur ?

2) Vorig jaar investeerde de Nationale Bank voor het eerst in yuan en won. Op deze beleggingen werden latente verliezen geboekt.

Heeft deze uitkomst een effect op de toekomstige strategie wat betreft de investeringen in yuan en won ? Zal de NBB haar beleggingen in deze munteenheden in 2018 aanhouden, verminderen of verhogen ? Momenteel bedraagt het aandeel van de yuan en de won respectievelijk 2 % en 1 %. Hoe zullen deze aandelen in valutareserves dit jaar evolueren ?

3) Waarom was het niet mogelijk om de bijdrage van de NBB tot het monetair inkomen van de ECB op voorhand correct in te schatten ?

4) Worden de ontvangsten uit de winstuitkering door de NBB binnen de federale begroting geoormerkt aan bepaalde uitgaven, of aan een specifiek fonds of een specifieke buffer gelinkt ? Zo neen, worden ze gereserveerd voor een verdere afbouw van de schuld ?

Antwoord ontvangen op 22 januari 2019 :

1) Vooreerst dient te worden opgemerkt dat de winsten van de Nationale Bank van België worden verdeeld volgens het cascademechanisme dat wettelijk verankerd is in artikel 32 van de organieke wet van de Bank van 22 februari 1998. Daarbij wordt het saldo van de winstverdeling, na het aanleggen van de nodige reserves en de uitkering van een dividend aan de aandeelhouders, toegekend aan de Staat. Aldus komen de financiële stabiliteit van de instelling en de belangen van haar aandeelhouders en van de soevereine Staat op evenwichtige wijze aan bod.

Het reserverings- en dividendbeleid van de Nationale Bank wordt, overeenkomstig dezelfde wettelijke bepaling, vastgesteld door de Regentenraad, het bevoegde orgaan van de Bank. Volgens dat reserverings- en dividendbeleid, dat door de Bank wordt gepubliceerd in haar ondernemingsverslag, wordt het minimumbedrag van de reserves bepaald op basis van een raming van de becijferbare financiële risico’s. Dit is volkomen in lijn met de doctrine van de Europese Centrale Bank (ECB) met betrekking tot de financiële onafhankelijkheid van de centrale banken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), waaronder de Nationale Bank. Daarnaast is één van de stabiele pijlers van het beleid van de Regentenraad de uitkering aan de aandeelhouders – in de vorm van een dividend – van 50 % van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de reserves, de zogenaamde « statutaire portefeuille », dit conform de voormelde bij wet vastgestelde cascaderegeling. Het is dan ook logisch dat een daling van het gemiddeld rendement op deze portefeuille een daling van het dividend met zich brengt.

Dit beleid – door de Regentenraad van de Bank in alle onafhankelijkheid vastgesteld – is in mijn ogen een evenwichtige, stabiele en billijke aanpak die bovendien volledig transparant wordt toegelicht. Wat de toekomst betreft, kan ik uiteraard niet anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en respecteer ik de bij wet toegekende bevoegdheid van de Regentenraad van de Bank in deze.

2) Het aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten van de Europese Unie is een fundamentele taak van het ESCB. Zie in dat verband artikel 127(2) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 3 van het aangehechte Protocol nr. 4 betreffende de statuten van het ESCB en van de ECB. Binnen dat Europeesrechtelijk kader is het beheer van de officiële externe reserves van de Belgische Staat een wettelijke opdracht van de Nationale Bank van België. (zie artikel 9bis van de organieke wet van de Bank). Gelet op de Europese dimensie van het wisselkoersbeleid en het monetair beleid, heeft de ECB een zekere coördinatieopdracht met betrekking tot transacties met dergelijke externe reservebestanddelen (zie artikel 31 van voormeld Protocol nr. 4).

De Nationale Bank heeft in 2017 in het kader van bovenvermelde opdracht belegd in Chinese yuan en Koreaanse won, dit met het oog op een gematigde diversificatie van haar activa. De latente verliezen op deze valuta zijn het gevolg van de appreciatie van de euro, net als de minder grote meerwaarden die op de dollar werden gerealiseerd. Toekomstige beslissingen inzake de samenstelling van de externe reserves behoren, zoals hierboven toegelicht en in overeenstemming met het principe van onafhankelijkheid, tot de bevoegdheid van de Bank, binnen de krijtlijnen uitgezet op Europees niveau. Ik kan daar dan ook niet op vooruitlopen.

Ten slotte wil ik nog opmerken dat ook de ECB recent haar portefeuille heeft gediversifieerd en bijvoorbeeld in 2017 Chinese valuta heeft aangekocht.

3) Binnen het Eurosysteem worden de inkomsten van de nationale centrale banken in eerste instantie gepoold en vervolgens aan die nationale centrale banken toebedeeld naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB, de zogenaamde capital key. Zie in dat verband artikel 32 van Protocol nr. 4 betreffende de statuten van het ESCB en van de ECB, aangehecht bij de Europese Verdragen. Dit is een logisch gevolg van de wijze waarop het monetair beleid in het eurogebied is vormgegeven, met een centrale besluitvorming en een decentrale uitvoering. Het gaat dus niet om een bijdrage aan de ECB maar wel om verdelingsregels wat de gepoolde inkomsten op het niveau van het Eurosysteem betreft.

De bijdrage van de Nationale Bank van België aan de verdeling van de monetaire inkomsten, die voortvloeit uit het programma voor de aankoop van activa (Asset Purchase Programme – APP), is veel groter dan de voorgaande jaren. In het kader van de taakverdeling binnen het Eurosysteem, vervult de Nationale Bank immers een specifieke rol in het CSPP (Corporate Sector Purchase Programme), onderdeel van het APP, en draagt bij aan de aankoop van de door bedrijven uitgegeven schuldbewijzen voor bedragen die verhoudingsgewijs groter zijn dan haar sleutel in het kapitaal van de ECB (capital key). Bovendien ligt het rendement van de door de Bank aangekochte waardepapieren in die portefeuille hoger dan het gemiddelde rendement op de door het Eurosysteem verworven waardepapieren. Deze specifieke rol van de Bank verklaart haar hogere bijdrage aan de gepoolde monetaire inkomsten. Voor de volledigheid geef ik nog mee dat, in voorkomend geval, eventuele verliezen op de CSPP-portefeuilles eveneens worden gedeeld door alle centrale banken van het Eurosysteem, naar rato van de capital key.

4) Het aandeel van de Staat in het resultaat van de Nationale Bank van België wordt in de Rijksmiddelenbegroting geboekt als een niet-fiscale ontvangst van de federale overheidsdienst (FOD) Financiën, algemene administratie van de Thesaurie (hoofdstuk 18, § 1, artikelnummer 28.20.04). Deze ontvangst wordt niet geoormerkt aan bepaalde uitgaven of aan een specifiek fonds. De betaling aan de Staat wordt in de overheidsrekeningen volgens het ESR 2010, het opgelegde Europees Systeem van Rekeningen, beschouwd als een niet-financiële transactie en heeft bijgevolg een positieve impact op het financieringssaldo van de overheid en via dit kanaal ook op de overheidsschuld.