Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2064

van Rik Daems (Open Vld) d.d. 10 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Boekhoudkundige normen - International Financial Reporting Standards (IFRS) - Europese Commissie - Afwijkingsmogelijkheden - Impact voor beursgenoteerde ondernemingen

boekhouding
internationale norm
beursnotering
handelsmaatschappij
balans
Europese norm

Chronologie

10/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
12/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1980

Vraag nr. 6-2064 d.d. 10 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eerder dit jaar begon de Europese Commissie met een consultatie over de boekhoudkundige normen. Uit de vragen die de Commissie toen stelde, blijkt dat zij zint op een andere goedkeuringsprocedure van de internationale boekhoudregels.

Nu bedenkt de International Accounting Standards Board (IASB) de boekhoudregels, de zogenoemde International Financial Reporting Standards (IFRS). De IASB is een internationale organisatie die in Londen is gevestigd en waar vooral accountants werken. De Europese Unie moet de standaarden nog wel goedkeuren, maar mag daarbij alleen maar ja of nee zeggen. Aanpassen van de standaarden is er niet bij.

Uit de consultatie blijkt dat de Commissie de mogelijkheid tot aanpassen serieus overweegt. Dat opent de weg naar een set Europese regels die afwijkt van de regels in andere IFRS landen. Daarmee gaat het kernidee van IFRS - wereldwijde vergelijkbaarheid van jaarrekeningen - verloren, zeggen de tegenstanders van het Commissieplan. IFRS geldt overigens alleen voor beursgenoteerde bedrijven. Andere bedrijven mogen de nationale regels hanteren.

Beursgenoteerde bedrijven en grote beleggers zijn alvast in Nederland faliekant tegen het voornemen van de Europese Commissie om internationale boekhoudregels Europees aan te passen en ze hebben dat onlangs kenbaar gemaakt.

Wat betreft het transversaal karakter van deze vraag : het economisch beleid wordt grotendeels uitgebouwd vanuit de Gewesten. De federale regering vertegenwoordigt ons land bij de Europese instellingen, en de Financial Services and Markets Authority (FSMA) houdt onder meer toezicht op de financiële rapportering van de beursgenoteerde ondernemingen. Het betreft dus een transversale aangelegenheid.

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Wat is uw houding ten opzichte van het voornemen van de Europese Commissie om af te wijken van de IFSR ?

2) Kan u gedetailleerd meedelen wat uw standpunt is? Bent u voorstander van een afwijkingsmogelijkheid van de boekhoudregels (IFSR) voor de beursgenoteerde ondernemingen? Kan u uw standpunt gedetailleerd toelichten ?

3) Voor welke problemen acht de Commissie het aangewezen om te voorzien in een afwijkingsmogelijkheid? Is u bekend op welke punten de Commissie wil afwijken van de IFSR ?

4) Heeft u hieromtrent reeds overleg voorzien met onze bedrijven en in het bijzonder de beursgenoteerde bedrijven en met de vertegenwoordigers van Euronext?

5) In welk stadium bevindt dit voorstel zich? Hoe zal het verdere proces verlopen? Kan u dat precies toelichten, ook wat betreft de timing?

6) Kan u meedelen of uzelf of onze vertegenwoordigers zich hieromtrent reeds hebben uitgesproken en/of dit document namens ons land reeds van commentaar is voorzien? Zo ja, kan u dat gedetailleerd toelichten? Zo neen, waarom niet ?

7) Welke bijkomende kosten zullen voor de beursgenoteerde ondernemingen voortvloeien uit de door de Commissie vooropgestelde afwijkingen van de IFRS ?

Antwoord ontvangen op 12 februari 2019 :

1) tot 7) In antwoord op uw vragen herinner ik u eraan dat de Europese Unie (EU) via harmonisatie van de financiële informatie van beursgenoteerde ondernemingen de bescherming van beleggers wil waarborgen. Door de toepassing van internationale normen voor jaarrekeningen (IAS / IFRS-normen) te verplichten, wil zij het vertrouwen in de financiële markten verstevigen en tezelfdertijd de grensoverschrijdende en internationale handel in effecten vergemakkelijken.

De Europese verordening (EG) nr. 1606/2002 van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (de IAS-verordening) maakt de toepassing van de IAS / IFRS-normen verplicht bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen, voor elk boekjaar beginnende vanaf 1 januari 2005.

De IAS / IFRS-standaarden komen tot stand volgens strikte procedures en na een uitgebreide publieke consultatie. Alvorens finale standaarden en wijzigingen aan standaarden gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) verplicht van toepassing worden in de Europese Unie moeten ze worden goedgekeurd (« endorsed ») op basis van een specifiek goedkeuringsmechanisme [1].

De IAS-verordening staat niet toe dat de IFRS-normen worden gewijzigd door tekst toe te voegen (« carving-in »), en laten slechts weinig ruimte voor het weglaten van tekst (« carving-out »). Toch zijn er in het verleden al enkele uitzonderingen geweest op het algemene principe van de ongewijzigde toepassing van de door de IASB goedgekeurde IFRS in Europa :

– in 2005 heeft de Europese regelgever een interpretatie (IFRIC 3 – Emission rights) afgekeurd, waarna de IASB deze interpretatie ook heeft geschrapt ;

– momenteel is er een carve-out binnen de bepalingen voor de verwerking van financiële instrumenten met betrekking de boekhoudkundige verwerking van macro-hedging ;

– IFRS 14 – Regulatory Deferral Accounts (gepubliceerd in 2014) is niet goedgekeurd in afwachting van een definitieve standaard.

De Europese Commissie heeft in de loop van 2018 een openbare raadpleging georganiseerd over de openbaarmaking van financiële en niet-financiële informatie (« Public Consultation on the Fitness Check on the EU Framework for Public Reporting by Companies »).

Deze bevraging past in de reguliere evaluatieprocedures door de Europese Commissie van de Europese regelgeving. Ze had tot doel om na te gaan of het EU-raamwerk voor financiële rapportering nog steeds aangepast is aan de doelstellingen, klaar is voor nieuwe uitdagingen (zoals duurzaamheid en digitalisatie), coherent is en toegevoegde waarde brengt op het Europese niveau. In dit kader werd eveneens een vraag gesteld naar de wenselijkheid van Europese afwijkingen op de algemene IFRS-normen. Een samenvatting van de bevindingen van deze rondvraag werd bekendgemaakt in oktober 2018 [2].

Belgische autoriteiten hebben op deze bevraging niet rechtstreeks geantwoord. Wel heeft ESMA, waarvan de FSMA lid is, in haar antwoorden aangegeven dat het een tegenstander is van eventuele afwijkingen van de IFRS zoals gepubliceerd door de IASB. Europese afwijkingen van de IFRS zouden teniet doen aan de basisdoelstellingen van de IAS-verordening, namelijk dat jaarrekeningen van beursgenoteerde entiteiten internationaal worden aanvaard en dat ze gebruik maken van globale standaarden. Volgens ESMA moet de EU daarentegen haar engagement ten opzichte van de werkzaamheden van de IASB herbevestigen waardoor de mogelijkheden van de EU om actief deel uit te maken van de ontwikkeling van de standaarden zullen toenemen.

De meerderheid van de respondenten aan voornoemde consultatie heeft eveneens het status quo gesteund op het gebied van het EU-systeem van IFRS-endorsement, en heeft gewaarschuwd tegen « EU carve-ins » die zouden leiden tot « EU-IFRS », een situatie die nadelig zou zijn voor wereldwijd actieve ondernemingen en voor investeringen in de EU. Gelet hierop is het dus hoogst voorbarig om ervan uit te gaan dat de Europese Commissie zou voorstellen om Europese IFRS mogelijk te maken. Gelet op eerdere verslagen van de Europese Commissie lijkt het niet in de verwachtingen te liggen dat de Commissie een dergelijk voorstel zou formuleren. In 2015 heeft de Europese Commissie reeds een verslag gepubliceerd over de evaluatie van de IAS-verordening (Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad, Evaluatie van verordening (EG) nr. 1606/2002 van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, COM(2015) 301). In dit verslag verwijst de Commissie naar het feit dat er inzake weglatingen uit en toevoegingen aan de door de IASB gepubliceerde normen, voorzichtigheid is geboden en dat uit een toen gevoerd onderzoek bleek dat de meeste belanghebbenden voorstander waren van de handhaving van de status quo. Volgens dit verslag bleek uit de ontvangen feedback dat, algemeen genomen, de bestaande goedkeuringscriteria naar behoren functioneren. De meeste belanghebbenden waren er geen voorstander van om wijzigingen in de IAS-verordening aan de goedkeuringscriteria zelf aan te brengen, maar gaven er de voorkeur aan dat de Commissie per geval onderwerpen aangeeft die nadere aandacht van de EFRAG verdienen. De Commissie geeft in dit verslag aan dat ze erop zal toezien dat in haar verzoeken aan de EFRAG om goedkeuringsadvies uit te brengen, per geval specifieke punten van zorg, zoals onder meer aangelegenheden van openbaar belang, worden vermeld, zodat deze aangelegenheden afdoende in het goedkeuringsadvies van de EFRAG worden behandeld. De Europese Commissie drong er in dit verslag ook op aan dat de IASB zijn effectbeoordelingen zou versterken. In dit verband kan worden vermeld dat in het werkplan van de IFRS Foundation een herziening van haar « Due Process Handbook » is opgenomen, die er onder meer toe strekt het proces van effectbeoordeling te stroomlijnen.

Ik ben eveneens geen voorstander van afwijkingsmogelijkheden van de internationale standaarden voor financiële verslaggeving. Afwijken van de standaarden zou een verzaking inhouden aan belangrijke voordelen van de harmonisatie van standaarden voor financiële verslaggeving. Deze voordelen zijn onder andere :

– verlaging van de kapitaalkost voor entiteiten die IFRS gebruiken : er is een gemakkelijkere toegang tot internationale kapitaalmarkten (ook buiten Europa) door de wereldwijde vergelijkbaarheid van jaarrekeningen en het gebruik van standaarden voor financiële verslaggeving waarmee internationale investeerders vertrouwd zijn ;

– gebruik van standaarden die worden opgesteld op basis van wereldwijde inzichten en discussies over financiële verslaggeving ;

– vereenvoudiging van de consolidatie voor internationale entiteiten ;

– verlaging van de kosten voor verschillende financiële verslaggeving naargelang de toepasselijke nationale regelgevingen (met name dan voor beursgenoteerde entiteiten).

De IFRS zijn voor Europa een meerwaarde doordat zij via een gemeenschappelijke internationale boekhoudtaal de grensoverschrijdende barrières beperken. De IAS-verordening en de daarin voorziene goedkeuringsprocedure zorgt ervoor dat de EU een sterke stem heeft in de ontwikkeling van internationale standaarden.

[1] Tijdens het goedkeuringsmechanisme wordt nagegaan of de standaarden :

a) niet tegenstrijdig zijn met het waar en getrouwe beeld zoals gedefinieerd in de Europese richtlijnen ;

b) bijdragen aan het Europese publiek belang ; en

c) voldoen aan de criteria met betrekking tot begrijpbaarheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.

[2] Europese Commissie, Summary Report of the Public Consultation on the Fitness Check on the EU framework for public reporting by companies, 31 oktober 2018.