Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2034

van François Desquesnes (cdH) d.d. 7 december 2018

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Parkeerterreinen - Capaciteit - Bezettingsgraad - Beheer - Toegang - Abonnements- en reserveringssystemen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
parkeerterrein
spoorwegstation

Chronologie

7/12/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/1/2019)
15/1/2019Rappel
20/5/2019Antwoord

Vraag nr. 6-2034 d.d. 7 december 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

De stations zijn belangrijke knooppunten van intermodaliteit, de kern van de mobiliteit, en vallen onder de grensoverschrijdende gewestelijke en federale bevoegdheden. De beschikbaarheid van parkeerplaatsen rond stations is bepalend voor de keuze van de pendelaars tussen de verschillende vervoermiddelen waarover zij beschikken.

Steeds meer parkeerterreinen in de buurt van stations, die behoren tot de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) of een van haar dochterondernemingen worden betalend. Ik zou graag meer informatie willen over het beheer ervan.

1) Hoeveel parkings zijn momenteel eigendom van de NMBS of haar dochterondernemingen? Welke van hen zijn of worden op termijn betalend? Hoe wordt de beslissing genomen om de parkeerkosten aan te rekenen? Op grond van welke criteria? Hoe wordt de prijs in elke parking bepaald?

2) Welke capaciteit heeft elk parkeerterrein? Wat is de theoretische (aantal voor abonnees gereserveerde plaatsen) en werkelijke (aantal daadwerkelijk gebruikte plaatsen) gemiddelde bezettingsgraad van deze parkings, per weekdag en weekend? Welke factoren verklaren het verschil tussen deze twee tarieven? Welke maatregelen worden er genomen om het aantal onbezette plaatsen te verminderen?

3) Hebben de klanten van de NMBS een bevoorrechte toegang tot de parkings? Hebben vaste klanten (pendelaars/abonnementen) en toevallige klanten (enkele reis) dezelfde toegang tot de parkings?

4) Is er een abonnementsregeling per weekdag en weekenddag - in plaats van per maand of jaarabonnement, op welke dag dan ook - bestudeerd in het licht van het toenemend aantal werknemers dat telewerkt? Welke commerciële vrijheid heeft de NMBS om dit type aanbod te definiëren?

5) Voorziet de NMBS in een systeem voor het reserveren van parkeerplaatsen op het internet? Zo niet, waarom niet?

6) Wat zijn de jaarlijkse inkomsten uit deze activiteiten?

7) Zal de federale regering het aandeel van de werkgevers en derdebetalers in de parkeerkosten van de NMBS veralgemenen?

Antwoord ontvangen op 20 mei 2019 :

1) tot 4) De website van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) (https://www.belgiantrain.be/nl/travel-info/from-and-to-the-station/parking-at-the-station) vermeldt de verschillende NMBS-parkings, het aantal plaatsen en de tarieven. Bij gebeurlijke werken kan het aantal plaatsen schommelen.

De treinreiziger en occasionele gebruiker van de parking kan van het voorkeurtarief voor de parking genieten. Elk geldig treinvervoersbewijs geeft recht op het voorkeurtarief. Daartoe moet het parkeerticket gevalideerd worden aan het stationsloket. De loketbediende brengt de validatie aan op het parkeerticket op basis van een voor die dag geldig vervoerbewijs. De validatie kan zowel bij vertrek als bij terugkeer aan het loket gevraagd worden. Het parkeerticket wordt vervolgens tegen het voorkeurtarief betaald aan de automaat op de parking vooraleer de wagen wordt opgehaald. Buiten de openingsuren van het loket wordt het voorkeurtarief automatisch toegepast. Sinds 15 januari 2019 kunnen de treinreizigers het voorkeurtarief aan de betaalautomaat in de parking krijgen. Op basis van een scan van het treinproduct rekent de betaalautomaat automatisch het voorkeurtarief. Men hoeft dus niet meer naar het stationsloket te gaan om het voorkeurtarief te krijgen.

Bij de verkoop van parkeerproducten hebben regelmatige pendelaars met een treinabonnement voorrang. Het principe is dat de gewenste parkeerperiode gedekt moet zijn door een geldig treinabonnement. Aangezien treinreizigers een voorkeurtarief genieten, moet men zich er dus van verzekeren dat de persoon in kwestie klant is bij NMBS voor de volledige duur van het parkeerabonnement. Een abonnementhouder die een treinabonnement heeft voor drie maanden zal bijvoorbeeld geen parkeerabonnement van een jaar kunnen kopen.

Wanneer voldaan is aan de behoeften van de pendelaars en er nog plaatsen op de parking beschikbaar zijn, is de verkoop van abonnementen aan niet-reizigers toegestaan. De geldigheid van die abonnementen is beperkt tot een periode van een maand, waardoor het risico dat er een tekort ontstaat doordat de vraag bij de pendelaars (terug) toeneemt, beperkt wordt. De verkoop en verlenging gebeuren aan de loketten van het station en aan de verkoopautomaten in de stations en op de perrons. Een parkingproduct kan in alle stations worden aangekocht.

De meeste stations bieden een parking die eigendom is van de NMBS en ter beschikking wordt gesteld van de reizigers.

Naargelang haar parkings verzadigd zijn, laat de NMBS een toegangscontrole plaatsen, zodat een plaats gegarandeerd wordt aan haar treinreizigers, en desnoods de capaciteit verruimen.

Voor de toegang tot alle parkings die eigendom zijn van de NMBS hebben de treinreizigers en het personeel voorrang. De capaciteit van de parkings verschilt van station tot station, waarbij sommige parkings tot drieduizend plaatsen kunnen bieden. De capaciteit wordt bepaald aan de hand van behoeften- en mobiliteitsstudies.

De NMBS-strategie inzake parkings is dezelfde voor alle stations en berust op vijf criteria :

– gewaarborgde beschikbaarheid van plaatsen voor de regelmatige treinreizigers ;

– gedifferentieerde tarifering volgens de stations- en gebruikerstypes en volgens de lokale markt (de treinreizigers genieten een voorkeurtarief) ;

– de ontvangsten dekken de exploitatiekosten ;

– het gebruik van het openbaar vervoer tussen huis en station mag niet ontmoedigd worden ;

– de ontwikkeling van verschillende intermodale diensten.

Dankzij die strategie kan een tariefbeleid worden toegepast op basis van een matrix die rekening houdt met het stationstype, de stationsomgeving, het gebruikersprofiel en de afstand tussen de parking en het station, en betaalt de pendelaar gemiddeld 1,50 euro per dag om vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week een gewaarborgde plaats te hebben.

Tariefbepaling naargelang het « stationstype » :

– de internationale stations met een parking van hoge kwaliteit (bijvoorbeeld : Antwerpen-Centraal, Luik-Guillemins) ;

– de stations in de grote steden waar het aangewezen is de capaciteit van de autoparkings te beperken in verhouding tot het aantal opstappende reizigers en de andere vervoermiddelen te promoten door het tarief aan te passen aan dat voor parkeren op de openbare weg en het openbaar vervoer (bijvoorbeeld : Gent-Sint-Pieters, Namen) ;

– de vertrekstations waar in verhouding tot het aantal opstappende reizigers, een maximumaantal plaatsen tegen lagere prijs aangeboden moet worden en een voorkeurtarief moet worden gehanteerd voor reizigers met een abonnement (bijvoorbeeld : Antwerpen-Berchem en Ottignies) ;

– de stations in de middelgrote en kleine steden waar het aangewezen is om in voldoende parkeerplaatsen te voorzien voor de pendelaars, rekening houdend met de capaciteit van de parkings die aan derden toebehoren (steden / privé) en om het tariefbeleid aan te passen aan het lokale beleid (bijvoorbeeld : Sint-Niklaas en Aarlen) ;

– de bestemmingsstations : de behoefte aan parkeerruimte is er gering ; er is geen specifieke inrichting (bijvoorbeeld : Brussel-Centraal) ;

– tariefbepaling op basis van het « gebruikersprofiel » : treinreizigers genieten een voorkeurtarief en dit op alle « parkingproducten ». Het tarief voor deze gebruikersgroep ligt gemiddeld 50 % lager dan het commerciële tarief voor niet-reizigers ;

– tariefbepaling op basis van de « afstand tussen parking en station » : wanneer er verschillende parkings rond een station liggen, worden de parkings P1, P2, enz., genoemd. De naamgeving is geïnspireerd op de eersteklas- en tweedeklasrijtuigen van de treinen. De parking P1 ligt het dichtst bij het station. Parkings P2, P3, enz., liggen iets verder van het station. Het tarief verschilt afhankelijk van de afstand tot het station, waarbij de parking P1 het duurst is ;

Tariefbepaling naargelang het « type parking » :

– het comfortniveau van de parkings verschilt al naargelang ze al dan niet overdekt zijn, uitgerust zijn met liften, rechtstreekse toegangen tot de perrons hebben, enz. Bij een overdekte parking zal het tarief hoger liggen dan bij een parking in openlucht ;

– in geval van werken / werven kan een voorkeurtarief toegepast worden als compensatie voor het daardoor veroorzaakte ongemak en / of voor de mindere kwaliteit van de dienstverlening wat de parking betreft.

5) Er ligt een systeem ter studie. Aangezien de parkingabonnees garantie hebben op een plaats en de meeste klanten abonnees zijn, is een reserveringssysteem geen prioriteit. Een dergelijk systeem kan evenwel bijdragen tot een performanter « yield management » ; de mogelijkheden worden dan ook onderzocht door de teams van de NMBS.

6) De globale inkomsten uit de NMBS-parkings voor het hele land bedroegen 7 161 807 euro in 2014, 8 485 153 euro in 2015, 9 646 183 euro in 2016 en 11 260 505 euro en 2017. De cijfers voor 2018 zijn nog niet beschikbaar.

7) De veralgemening van het aandeel van de werkgevers en derdebetalers in de parkeerkosten van de NMBS behoort niet tot mijn bevoegdheid. Deze aangelegenheid wordt immers besproken en onderhandeld in het kader van het interprofessionele overleg. Gelieve bijgevolg uw vraag te richten aan mijn collega die bevoegd is voor deze materie, de heer Kris Peeters, minister van Werk, Economie en Consumenten.