Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2025

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 22 november 2018

aan de minister van Defensie, belast met Ambtenaren-zaken

Schietsport - Occasioneel schieten - Gebruik van de schietstanden van Defensie - Misbruik - Maatregelen

handvuurwapens
sport
persoonlijk wapen

Chronologie

22/11/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/12/2018)
9/12/2018Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2282

Vraag nr. 6-2025 d.d. 22 november 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: basis van de vraag is een rapport van het Vredesinstituut over de Vlaamse schietstanden, op vraag van de voorzitter van het Vlaams Parlement.

Er zijn drie statuten waaronder de schietsport beoefend kan worden: het sportschieten, het recreatief schieten en het occasioneel schieten. Onder het laatste statuut kan men zonder al teveel plichtplegingen één keer per jaar met vergunningsplichtige wapens schieten in een erkende schietstand. Dat moet wel onder begeleiding gebeuren en houdt geen recht in op eigen wapenbezit.

Het Vredesinstituut maakt in een recent rapport ("Een schot in de roos? Uitdagingen inzake de regulering van de schietsport in Vlaanderen") melding van misbruik van het statuut van occasioneel schieten. Zo zou het misbruikt worden voor commerciële doelen en zouden terroristen en criminelen via het statuut hun schietvaardigheid oefenen.

Defensie heeft verschillende schietstanden. Daarom volgende vragen:

1) Heeft Defensie schietstanden die onder het statuut van occasioneel schieten vallen? Zo ja, welke?

2) Welke maatregelen neemt Defensie om het aangehaalde misbruik te vermijden?