Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1887

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 31 mei 2018

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

België - Begroting - Europese Commissie - Schuldenrapport

rijksbegroting
EU-controle
begrotingsbeleid

Chronologie

31/5/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/7/2018)
9/12/2018Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2095

Vraag nr. 6-1887 d.d. 31 mei 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 23 mei jl. kreeg België een slecht Europees 'schuldenrapport'. De Europese Commissie vindt de inspanningen die ons land de afgelopen twee jaar heeft geleverd om de begroting structureel gezond te maken ondermaats. Bovendien besliste de federale regering nog recent tot uitstel van het begrotingsevenwicht tot 2020.

Ondanks de slechte score van België lijkt ons land te ontsnappen aan het Europese strafbankje. Europa eist evenwel extra inspanningen van België:

beperken van de groei van de primaire overheidsuitgaven tot 1,8% in 2019; dit betekent een structurele sanering van 0,6% van het bruto binnenlands product;

niet laten ontsporen van de kosten van de vergrijzing, de ouderenzorg en de gezondheidszorg;

activeren van laaggeschoolden, 50 plussers en migranten en het paal en perk stellen aan segregatie in het onderwijs;

investeren in infrastructuur, collectief transport en milieuvriendelijk vervoer.

De begroting die bij de Europese Commissie werd ingediend, omvat de budgetten van de gezamenlijke overheid. Naast het budget van de federale overheid en van de sociale zekerheid (Entiteit I) omvat het ingediende document dus ook dit van de gemeenschappen, de gewesten en de lokale overheden (Entiteit II). Het indienen van een gemeenschappelijke begroting bij Europa impliceert dat de verschillende overheidsniveaus gevolg dienen te geven aan de hen opgelegde begrotingsdoelstellingen enerzijds en dat een beslissing van het ene overheidsniveau gevolgen kan hebben voor de algehele financiële toestand van België anderzijds. Hieruit blijkt dan ook meteen het transversale karakter van het onderwerp van deze vraag.

Ik heb volgende vragen voor de minister:

1. Europa geeft in haar schuldenrapport aan tevens te twijfelen aan de impact van 'cash for cars'. De 'cash for cars' regeling waarbij werknemers hun firmawagen kunnen inleveren voor een vergoeding verscheen in het Belgisch Staatsblad op 7 mei 2018.

Hoeveel werkgevers hebben op heden de 'cash for cars' regeling al in de praktijk toegepast? Graag een onderscheid tussen:

a. werkgevers die binnen hun onderneming al minstens 3 jaar met bedrijfswagens werken;

b. werkgevers die nog geen 3 jaar bestaan en op het ogenblik van invoering van de mobiliteitsvergoeding één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking stellen.

2. Hoeveel bedraagt de geraamde (jaarlijkse) impact, uitgedrukt in monetaire termen, van de mobiliteitsvergoeding 'cash for cars' op de congestie in ons land? Indien dit cijfer niet voor handen is, is de minister dan bereid hierover een studie uit te voeren? Zo ja, op welke termijn en door welke organisatie? Zo nee, waarom niet?

3. Met welke argumenten kan de minister de twijfel die de Europese Commissie omtrent de impact van 'cash for cars' uit, wegnemen? Waarom is deze twijfel met andere woorden ongegrond?

4. In haar jaarlijkse rapport over de Belgische economie begin maart 2018 uitte de Europese Commissie reeds kritiek op het gebrek aan groene belastingen in ons land. Volgens cijfers van de OESO bedraagt het aandeel van groene belastingen in de totale fiscale druk slechts 5%, tegenover een Europees gemiddelde van 6,3%.

a. Acht de minister het opportuun te streven naar een hoger aandeel van groene belastingen in de totale fiscale druk?

b. Zo nee, waarom niet?

c. Zo ja, welke huidige of toekomstige fiscale maatregelen en/of hervormingen moeten hiertoe bijdragen?

5. België werd reeds eerder dit jaar (maart 2018) door de Europese Commissie op de vingers getikt voor het feit dat bedrijven via een agressieve fiscale planning eenvoudig belastingen kunnen ontwijken.

a. Welke acties en/of maatregelen heeft de minister recent genomen om deze "onrechtvaardigheid in de interne markt", zoals Europees Commissaris voor Financiën Pierre Moscovici het omschreef, aan te pakken?

b. Indien er hieromtrent nog geen actie werd ondernomen, acht de minister verdere stappen om de agressieve fiscale planning door bedrijven te ontmoedigen opportuun? Waarom wel? Waarom niet?