Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1804

van Christie Morreale (PS) d.d. 27 maart 2018

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (Stuk Senaat nr 6-97) - Opvolging - Seksuele en reproductieve rechten - Genderambassadeur - Buitenlands beleid - Acties

gendermainstreaming
opvolging informatieverslag
gelijke behandeling van man en vrouw
reproductieve gezondheidszorg
rechten van de vrouw
positie van de vrouw
anticonceptie
buitenlands beleid

Chronologie

27/3/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/4/2018)
18/8/2018Antwoord

Vraag nr. 6-1804 d.d. 27 maart 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

De gelijkheid van mannen en vrouwen is een fundamenteel en transversaal mensenrecht. In de loop der jaren zijn op internationaal, Europees, federaal en deelstatelijk niveau tal van initiatieven genomen. Tijdens de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie, die in Peking werd gehouden van 4 tot 15 september 1995, werden eenparig een verklaring en een actieprogramma goedgekeurd en dat was een beslissende stap. Die documenten vormen de basis voor het wereldwijd emancipatiebeleid en zijn het vertrekpunt voor een vijfjaarlijkse evaluatie van de situatie van vrouwen. In maart 2015 heeft een nieuwe evaluatie plaatsgevonden, twintig jaar na de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie. Binnen dat kader maakte de Senaat een informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (Stuk Senaat nr 6-97/1 tot 5).

Al deze vragen behoren tot de bevoegdheid van de Senaat omdat ze betrekking hebben op een federale materie die invloed heeft op de bevoegdheden van de deelstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, gelijke kansen, vrouwenrechten, enz.

Eén van de aanbevelingen van de Senaat (Stuk Senaat nr 6-97/2 p. 74) betreft de seksuele en reproductieve rechten. De rapporteurs zijn van mening dat die rechten een specifiek aandachtspunt moeten zijn in de ontwikkelingssamenwerking en het buitenlands beleid. Meer specifiek moet het beleid worden toegespitst op het optrekken van de huwbare leeftijd, het verbeteren van de toegankelijkheid tot voorbehoedsmiddelen en het vermijden van moedersterfte. Hoe wordt rekening gehouden met deze criteria in de Belgische internationale relaties? Hoe denkt u onze partners ertoe te bewegen om die fiundamentele beginselen in acht te nemen?

De Senaat beveelt ook aan (Stuk Senaat nr 6-97/2 p. 80) om een Belgische genderambassadeur aan te duiden (zoals in Denemarken en de VSA), in het bijzonder om de genderdimensie in het Belgische buitenlandse beleid te mainstreamen, meer aandacht te hebben voor het geweld op vrouwen en meisjes, en de politieke en economische empowerment van vrouwen te bevorderen. Is dat gebeurd? Zo niet, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 18 augustus 2018 :

Wereldwijd hebben naar schatting 225 miljoen vrouwen nood aan toegang tot contraceptiva. Elke dag sterven zo’n achthonderd meisjes en vrouwen tijdens hun zwangerschap of bevalling. Jaarlijks vinden tweeëntwintig miljoen onveilige abortusingrepen plaats en worden twee miljoen meisjes onder de vijftien jaar moeder.

Deze cijfers onderstrepen de noodzaak om vrouwenrechten – met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten – actief te blijven ondersteunen, wat meteen ook de reden is waarom dit thema tot de Belgische prioriteiten op mensenrechtenvlak behoort.

Op nationaal vlak werkte België in juli 2017 een nieuw Nationaal Actieplan rond « Vrouwen Vrede en Veiligheid » uit, dat o.m. het accent legt op de bescherming en participatie van vrouwen in het kader van reconstructie en consolidering van de vrede en meer in het bijzonder de problematiek van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten.

België hecht bovendien een groot belang aan de bevordering van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten op internationaal vlak. Zo is ons land één van de drijvende krachten achter « She Decides », een initiatief waarbij een internationaal fonds wordt opgericht dat vrouwen en kinderen in ontwikkelingsgebieden moet ondersteunen bij familieplanning, voorlichting, toegang tot voorbehoedsmiddelen en veilige abortus. In januari 2018 had dit fonds reeds 450 miljoen Euro verzameld.

De bevordering van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten wordt geregeld aangekaart op bilateraal vlak, maar maakt evenzeer deel uit van een bredere bescherming van vrouwenrechten dewelke ons land nastreeft in het multilaterale kader. Ons land is bijzonder actief in de multilaterale fora waar onze diplomatie zich steeds inzet om ervoor te zorgen dat seksuele en reproductieve gezondheidsrechten expliciet vermeld zouden worden in resoluties, conclusies en andere relevante documenten onder andere in de derde Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, in de Mensenrechtenraad of in het kader van de werkzaamheden van CSW (Commission on the Status of Women).

Eén van de uitgelezen multilaterale fora om dergelijke problematiek op te werpen is de Universal Periodical Review, of kortweg UPR. Dit uniek mechanisme van de Mensenrechtenraad neemt de mensenrechtensituatie van alle 193 VN-landen tijdens opeenvolgende cycli kritisch onder de loep. In haar tussenkomsten tijdens de UPR uit België geregeld zijn bezorgdheid over adolescentiezwangerschappen, de hoge graad van moedersterfte in sommige landen, de noodzaak van de gelijkschakeling van de wettelijke huwelijksleeftijd tussen vrouwen en mannen en legt ons land de nadruk op het belang van vrije toegang tot contraceptiva en, meer algemeen, informatie inzake seksuele en reproductieve gezondheidsrechten.

Ook via de EU blijft België ijveren voor vrouwenrechten. Aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheidsrechten behoort dan ook tot de prioriteiten van de EU-actie in VN-mensenrechtenfora.

België heeft momenteel geen genderambassadeur maar voert daarentegen een actieve politiek van gender mainstreaming, waardoor de genderdimensie transversaal geïntegreerd wordt in de opdracht en takenpakket van de federale overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Gendergelijkheid en vrouwenrechten zijn een prioriteit van ons buitenlandsbeleid en door gender mainstreaming acties binnen de FOD zijn alle diensten van de FOD daarvan bewust. Zowel in onze bilaterale contacten als in onze tussenkomsten in multilaterale fora wordt deze prioriteit op een systematische manier ook naar voren gebracht. In onze relaties met derde landen, alsook in onze acties op het internationaal toneel, wordt daarbij actief gestreefd naar gendergelijkheid.