Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1772

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 2 februari 2018

aan de minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij

Europees mededingingsbeleid - Boetes - Cijfers - Inkomsten - Inschrijving in de federale begroting - Bestemming van de bedragen - Staatssteun - Legitimiteit - Overtredingen - Aantal - Bedragen

EU-mededingingsbeleid
concurrentiebeperking
toezicht op overheidssteun
schending van het EU-recht
geldboete
steun aan ondernemingen
overheidssteun
officiële statistiek

Chronologie

2/2/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/3/2018)
30/3/2018Antwoord

Vraag nr. 6-1772 d.d. 2 februari 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op vrijdag 26 januari 2018 had er in het Federaal Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden een gedachtewisseling plaats met mevrouw Margrethe Vestager, Europees commissaris voor Mededinging, over de verschillende aspecten van het Europees mededingingsbeleid (cf. stuk Senaat, nr. 6-400/1). Tijdens deze vergadering werden de drie componenten van het Europees beleid ter vrijwaring van de mededinging op de Europese vrije markt - zijnde het antikartelbeleid, de controle op marktconcentraties (bedrijfsfusies en -overnames) en het toezicht op staatssteun - toegelicht.

De commissaris deelde mee dat de Europese middelen afkomstig uit de (mega)boetes die aan bedrijven worden opgelegd bij het overtreden van de mededingingsregels, vanuit het Europees budget rechtstreeks en integraal worden doorgestort aan de respectieve lidstaat / -staten. Voor de Europese Unie (EU) is deze ontvangst bijgevolg geen structurele inkomstenbron, maar louter een geldelijke straf voor het stellen van een illegale daad.

Het transversale karakter van deze vraag komt voort uit het feit dat de middelen die vanuit het Europees mededingingsrecht in de federale Schatkist stromen, een impact hebben op de budgettaire situatie van het land. Aangezien België als één eenheid naar Europa optreedt, hebben deze middelen onrechtstreeks een weerslag op de budgettaire verantwoordelijkheid van de gefedereerde entiteiten, zijnde de gewesten en de gemeenschappen.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Welke bedrag aan inkomsten mocht de federale overheid van Europa ontvangen ten gevolge van boetes die door de Europese Commissie werden opgelegd aan bedrijven die de Europese mededingingsregels met de voeten hebben getreden ? Graag kreeg ik een overzicht van 2014 tot en met 2017 :

a) van de jaarlijks ontvangsten ;

b) met opgave van het bedrijf en de hoogte van de individuele boete die het verschuldigd was.

2) Vormen de ontvangsten uit deelvraag 1) een jaarlijkse, structurele inkomenspost op de federale begroting ? Worden deze middelen reeds bij de begrotingsopmaak in de begroting ingeschreven ? Zo ja, waarop wordt de budgettering gebaseerd ?

3) Worden de ontvangsten uit deelvraag 1) binnen de federale begroting geoormerkt aan bepaalde uitgaven of in een specifiek fonds gestopt ?

a) Vloeien deze middelen terug naar de consumenten die het slachtoffer zijn geworden van de collusiepraktijken of prijsafspraken ?

b) Zo ja, hoe gaat dit concreet in zijn werk ?

c) Zo nee, waarom niet ? Naar welke uitgaven gaan deze middelen dan wel ?

4) De Europese Commissie waakt ook over de legitimiteit van de staatssteun die door de Europese lidstaten aan bedrijven wordt gegeven.

a) Hoe vaak werd de federale overheid sinds de eeuwwisseling reeds door de Europese Commissie veroordeeld wegens het toekennen van staatssteun in overtreding met de Europese staatssteunregels ?

b) Graag kreeg ik een overzicht met per casus het bedrag aan staatssteun dat op bevel van de Europese Commissie terugbetaald moest worden.

c) Werden deze bedragen ook effectief aan de Belgische Staat terugbetaald ?

d) Welke bestemming krijgen de middelen die wegens illegale staatssteun naar de Schatkist terugstroomden ?

Antwoord ontvangen op 30 maart 2018 :

1), 2) & 3) België krijgt niet rechtstreeks een bedrag van de boeten die de Europese Commissie oplegt. Toch vormen deze boeten inkomsten op het Europese budget. Zodra er extra inkomsten zijn op het Europese budget, daalt de BNI-bijdrage van België. Deze boeten worden geïnd zodra ze definitief (en dus niet meer betwistbaar) zijn geworden, wat soms meerdere jaren kan duren.

In de onderstaande tabel zijn, ter informatie, het totale bedrag van de boeten die de Europese Commissie de voorbije jaren geïnd heeft en de vermindering van de BNI-bijdrage van België in miljoenen euro op basis van de BNI-verdeelsleutel vermeld.

In miljoenen euro

2014

2015

2016

2017

Totaal boeten euro

4,124

1,472

2,961

3,273

BNI-sleutel

2,9 %

2,9 %

2,8 %

2,8 %

Vermindering BNI-bijdrage BE

120

42

83

93

4) a) tot c) Ik beschik niet over alle gegevens om een volledig antwoord te kunnen geven omtrent vragen in verband met toegekende staatssteun die in strijd is met de Europese regels. Elke instantie is verantwoordelijk voor de dossiers die onder de eigen bevoegdheden vallen. U kan zich dan ook best wenden tot elke vakminister. Verder is het zo dat de Commissie zich bij de beoordeling van staatssteun tot de lidstaat richt, ook in het geval het om (al dan niet gedeeltelijke) regionale bevoegdheden gaat.

Bij wijze van voorbeeld geef ik hieronder een paar voorbeelden van staatssteun die werd teruggevorderd :

– steun aan Delcredere (beslissing tot terugvordering van 20 maart 2013) : de Commissie gaf goedkeuring voor 113,4 miljoen euro van de 150 miljoen euro die Delcredere in 2004 aan startkapitaal ontving. De Commissie oordeelde dat de resterende 36,6 miljoen euro een ongeoorloofd economisch voordeel aan Delcredere was. Dit bedrag is ingevorderd ;

– Bpost (beslissing tot terugvordering van 25 januari 2012) : de staatssteun ten behoeve van De Post (thans Bpost) moest worden terugbetaald volgens de Europese Commissie : 275 miljoen euro is teruggevorderd.

De bedragen worden teruggevorderd voor zover dit mogelijk is (bijvoorbeeld in geval van faillissement kan het gerecupereerd bedrag lager uitvallen).

d) Voor de middelen die naar de Schatkist stromen is er in principe geen voorafgaandelijke bestemming bepaald.