Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1684

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) d.d. 8 december 2017

aan de minister van Justitie

Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) - Force protection - « Operation Vigilant Guardian » (OVG) - Doorgeven en ontvangen van informatie

geheime dienst
terrorisme
verzamelen van gegevens
veldonderzoek
toegang tot de informatie

Chronologie

8/12/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/1/2018)
30/1/2018Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1683
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1685

Vraag nr. 6-1684 d.d. 8 december 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het recente bijzonder interessante jaarverslag van het Vast Comité I.

Deze vraag betreft de belangrijke kwestie van de informatiedoorstroming (intern en extern).

Uit drie casussen kon het Comité I afleiden dat de informatiestroom in het kader van de « Operation Vigilant Guardian » (OVG) vanop het terrein niet tot alle geledingen en mogelijk betrokken diensten was doorgedrongen.

Het Vast Comité I is van mening dat de OVG-detachementen vanuit het standpunt van de inlichtingengaring zonder twijfel een waardevolle bijdrage kunnen leveren. De ingezette militairen zijn niet alleen leveranciers van informatie (zoals de drie aangehaalde casussen duidelijk aantonen), maar ze hebben ook zelf inlichtingen nodig om hun taak naar behoren te vervullen en om zichzelf adequaat te beschermen. Ook dit is een bevoegdheid van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) in het kader van Force Protection.

Wat betreft het transversaal karakter van deze vraag : in het Vlaams regeerakkoord wordt aandacht besteed aan het voorkomen van radicalisering en is er sprake van het oprichten van een cel met experten uit de diverse beleidsdomeinen om radicalisering te voorkomen, te detecteren en eraan te remediëren, met één centraal aanspreekpunt en in samenwerking met andere overheden. De coördinatie van deze cel gebeurt door het Agentschap Binnenlands Bestuur. Vooral inzake de proactieve aanpak en de handhaving vervult de federale overheid een sleutelrol. In de toekomst zal ook een federale ambtenaar van de federale overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken deel uitmaken van deze cel. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de gewesten. Ik verwijs tevens naar het recente actieplan van de Vlaamse regering ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

Hoe reageert u op het standpunt van het Comité I over de sleutelrol die de militairen op het terrein vervullen in het kader van de « Operation Vigilant Guardian », zowel inzake het verstrekken van informatie als inzake het ontvangen van de nodige informatie om zichzelf en de doelwitten die zij beschermen adequater te beschermen ? Welke rol zal / moet het ADIV hierin vervullen ? Kunt u dit uitvoerig toelichten ? Hoe wordt dit vandaag op het terrein aangepakt ? Welke wijzigingen werden er aldus concreet aangebracht op het vlak van informatievergaring en het delen ervan, enerzijds, als op het vlak van het ontvangen van informatie in het kader van Force protection, anderzijds ?

Antwoord ontvangen op 30 januari 2018 :

Er wordt verwezen naar het antwoord dat zal worden gegeven door de minister van Defensie, gelet op diens bevoegdheid ter zake van de Algemene Dienst inlichting en veiligheid (ADIV) en aan wie de geachte Senator deze vraag eveneens heeft voorgelegd.

De respectievelijke diensten die onder mijn bevoegdheid vallen, werden in het licht van de parlementaire onderzoekscommissie naar de terroristische aanslagen op Zaventem en Maalbeek op 22 maart 2016, in de loop van 2017 gecontacteerd en ik heb deze problematiek laten bespreken met de commissaris-generaal van de federale politie.

Er zijn geen structurele contacten tussen de Staatsveiligheid en de militairen die ingezet worden voor bewakingsopdrachten, gelet op het feit dat de inzet van de militairen kadert binnen het bestaande protocolakkoord Politie-Defensie waarin juist voorzien wordt in een aansturing van de militairen door de lokale politiediensten. De informatie-uitwisseling afkomstig van bewakingsopdrachten door militairen verloopt hierdoor via de lokale politie.