Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-166

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 oktober 2014

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Dove en slechthorende mensen - Communicatieproblemen - Doventolken - Beleid - Ervaringsdeskundigen - Prioriteiten

lichamelijk gehandicapte
tolken
beroep in het informatiewezen
faciliteiten voor gehandicapten

Chronologie

28/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
30/6/2015Antwoord

Vraag nr. 6-166 d.d. 28 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het hoeft weinig betoog dat dove (en slechthorende) mensen in vele situaties met ernstige communicatieproblemen kampen. Hoewel ze vaak heel communicatief onderlegd zijn, geschreven taal, liplezen, hanteren veel van deze mensen gebarentaal. In heel wat formele en officiële situaties is het omwille van de kwaliteit van de communicatie nodig om een doventolk in te schakelen. Ik stelde in dit verband al vragen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie na te gaan hoe de inschakeling van doventolken georganiseerd wordt en welke uitdagingen en noden er zijn. Ook andere ministers worden hiermee geconfronteerd.

Dove mensen hebben nood aan goede en voldoende doventolken . Uit het memorandum van de Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal blijkt dat deze nood erg acuut is.

Hierover de volgende vragen.

1) Voert de staatssecretaris een expliciet beleid gericht naar doven? Zo ja, met welke klemtonen en prioriteiten? Wordt hierbij bijzondere aandacht besteed aan de gebarentaal?

2) Is hij op de hoogte van problemen hieromtrent bij zijn collega's van diverse departementen die ook met dove mensen te maken krijgen?

3) Besteedt hij aandacht aan de beschikbaarheid van voldoende en kwaliteitsvolle doventolken?

4) Wat vindt de staatssecretaris van het voorstel om, naar analogie van mensen in armoede, ook ervaringsdeskundigen inzake doofheid als ervaringsdeskundige op te leiden en ter beschikking te stellen?

5) Ziet hij nog andere mogelijkheden waarbij de federale overheid de dienstverlening van zijn vele diensten beter toegankelijk zou kunnen maken voor dove burgers? Waar legt de staatssecretaris zijn prioriteiten en waarom?

Antwoord ontvangen op 30 juni 2015 :

1) Wij voeren inderdaad een expliciet beleid gericht naar doven. Ter illustratie had ik u graag enkele voorbeelden gegeven :

– indien een persoon met een handicap zich aanbiedt voor een onderhoud met een evaluerende arts van federale overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid binnen het kader van het proces van erkenning van de handicap, vergezeld van een vertrouwenspersoon, laat mijn administratie deze persoon toe het onderhoud bij te wonen. A fortiori is dit het geval voor doventolken wanneer zij slechthorende en dove mensen vergezellen ;

– op dit ogenblik is mijn administratie in onderhandeling met de FOD Volksgezondheid om in te stappen in een project om beroep te doen op doventolken langs digitale weg, om de communicatie tijdens het onderhoud met evaluerende arts van FOD Sociale Zekerheid binnen het kader van het proces erkenning van de handicap te vergemakkelijken. De stafdienst ICT van de FOD Sociale Zekerheid onderzoekt de technische mogelijkheden van het project « interculturele bemiddeling via het Internet ». Dit project bevat ook een luik voor het beschikbaar stellen van doventolken via het Internet.

Bij elk event dat mijn administratie organiseert of mee organiseert, wordt erover gewaakt dat er een doventolk beschikbaar is, als blijkt dat daaraan behoefte is.

Ik zal er ook over waken dat het nieuw proces van intake (registratie van aanvragen) dat mijn administratie op 1 januari 2016 zal invoeren, goed toegankelijk is voor slechthorende en dove mensen.

Op het vlak van informatie vestig ik bovendien nog de aandacht erop dat de website van mijn administratie (www.handicap.fgov.be) het anysurfer-label heeft. Ook de online toepassing Handiweb, voor raadpleging van het persoonlijk dossier, werd samen met slechthorende en dove mensen ontwikkeld.

Bovendien is er binnen de administratie een slechthorende maatschappelijk assistent aanwezig. Hij vestigt de aandacht op de feiten waarmee slechthorende en dove mensen te maken kunnen hebben.

2) Het is inderdaad belangrijk dat alle ministers en staatssecretarissen en alle administraties zich bewust zijn van de problemen die mensen met een handicap ondervinden. Dat is net de reden waarom de Ministerraad, op mijn voorstel, in zitting van 26 maart 2015 een nota goedgekeurd heeft waarin aan alle ministers en staatssecretarissen gevraagd wordt om binnen hun bevoegdheidsdomein terdege rekening te houden met de dimensie handicap bij het ontwerpen en uitvoeren van hun beleid. Dit heeft vanzelfsprekend betrekking op de diverse vormen van handicap en dus ook op auditieve handicaps.

3) Ik vestig er de aandacht op dat het beschikbaar stellen van voldoende en kwaliteitsvolle doventolken niet tot de federale bevoegdheid behoort.

4) De methodiek van de inschakeling van ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting werd ontwikkeld om de diepe kloof die er bestaat tussen mensen die in armoede leven en de rest van de samenleving te overbruggen. In parallel met deze aanpak zou de inschakeling van dove en slechthorende personen kunnen overwogen worden om de toegankelijkheid van de overheidsdiensten te verhogen.

5) Zoals u weet, is het beleid van deze regering erop gericht om meer mensen met een handicap aan het werk te krijgen, ook bij de overheid. De aanwezigheid van meer dove en slechthorende ambtenaren zal zonder twijfel tot een verbetering leiden van de dienstverlening naar dove en slechthorende burgers.