Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-151

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 oktober 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel

Verenigde Naties - World Intellectual Property Organisation - Verdrag - "Marrakech Treaty to facilitate access to published works for persons who are blind, visually impaired, or otherwise print disabled" - Aanpassingen - Gevolgen

Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom
lichamelijk gehandicapte
auteursrecht
faciliteiten voor gehandicapten
ratificatie van een overeenkomst
VN-conventie

Chronologie

24/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
26/11/2014Antwoord

Vraag nr. 6-151 d.d. 24 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het World Intellectual Property Organisation (WIPO), een agentschap van de Verenigde Naties, keurde op 27 juni jl. het verdrag "Marrakech Treaty to facilitate access to published works for persons who are blind, visually impaired, or otherwise print disabled" (roepnaam Marrakesh Treaty) goed. Dit verdrag beoogt een verruimde toegankelijkheid voor mensen met een leesbeperking, met daarbij respect voor de internationale auteursrechten. Voor de werkelijke toepassing van dit verdrag is een snelle behandeling en goedkeuring door zoveel mogelijk landen erg belangrijk. In België zijn er daarvoor aanpassingen van de federale auteurswet noodzakelijk.

Hierover de volgende vragen.

1) Deelt de geachte minister mijn voorstel om het verdrag "Marrakech Treaty to facilitate access to published works for persons who are blind, visually impaired, or otherwise print disabled" van het WIPO/UNO zo snel mogelijk goed te keuren?

2) Welke aanpassingen van de federale auteurswet zijn noodzakelijk om de Marrakesh Treaty door België te laten ratificeren?

3) Welke tijdspad voorziet de geachte minister om deze noodzakelijke aanpassingen door te voeren? Voorziet hij hierbij specifieke problemen of hinderpalen? Zo ja, welke en waarom?

4) Zal hij hieromtrent contact opnemen met zijn collega van Buitenlandse Zaken om het proces van ratificatie en toepassing zo snel mogelijk te laten verlopen?

Antwoord ontvangen op 26 november 2014 :

1) en 4) Alvorens in te gaan op zijn specifieke vragen in verband met het ratificatieproces, herinner ik eraan dat het Verdrag van Marrakesh van 27 juni 2013 “to facilitate access to published works for persons who are blind, visually impaired, or otherwise print disabled” (hierna “Verdrag van Marrakesh”), zoals hij aangeeft in de inleiding van zijn vraag, een verruimde toegankelijkheid beoogt tot gepubliceerde werken voor mensen met een visuele handicap, met daarbij respect voor de internationale auteursrechten. België heeft de besprekingen van dit verdrag steeds van zeer dichtbij opgevolgd, en nam in het proces tijdens het laatste jaar trouwens een bijzondere plaats in als coördinator van groep B binnen WIPO, een groep van 31 geïndustrialiseerde landen. Over het algemeen lijkt het verdrag van Marrakesh, na een eerste analyse, een evenwichtig verdrag waarbij de belangen van de rechthebbenden enerzijds, en van de personen met een visuele handicap anderzijds, met elkaar verzoend werden. . Op algemeen inhoudelijk vlak ben ik dan ook voorstander van een goedkeuring door België. In dat verband kan ik vermelden dat België het Verdrag van Marrakesh ondertekend heeft op 25 juni 2014. Door de ondertekening van het verdrag wordt aangegeven dat België de intentie heeft om dit te doen.  

Wat de ratificatieprocedure betreft moet opgemerkt worden dat naast de lidstaten ook de Europese Unie het verdrag zal moeten ratificeren. Het Verdrag bevat immers ook aspecten die geharmoniseerd zijn op Europees vlak, zoals bijvoorbeeld de uitzondering ten gunste van personen met een (visuele) handicap.  Tevens valt niet uit te sluiten dat bepaalde aspecten van de wetgeving of van praktijken, op Europees of op Belgisch vlak, moeten aangepast worden, bijvoorbeeld om werken in toegankelijke formaten over de landsgrenzen heen uit te wisselen.   

In verband met zijn vraag of er specifieke problemen of hinderpalen te voorzien zijn, kan ik melden dat er inderdaad op Europees niveau discussies zijn omtrent de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en de lidstaten. De vraag is daarbij of de Europese Unie als enige bevoegd zou zijn om dit verdrag goed te keuren, dan wel of de lidstaten samen met de Europese Unie bevoegd zijn om dit verdrag goed te keuren. Deze discussies van algemene, principiële aard kunnen inderdaad een vertragingsfactor vormen in de ratificatieprocedure. Het is niettemin mijn intentie om de ratificatieprocedure een goede voortgang te laten kennen. 

2) en 3) Het is niet zozeer een aanpassing van de federale wetteksten inzake auteursrecht die noodzakelijkerwijs zou moeten voorzien worden om het Verdrag van Marrakesh te kunnen ratificeren. Zo is een uitzondering op het auteursrecht ten gunste van personen met een handicap reeds voorzien in de Auteurswet, net als in de Europese richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij. Het Verdrag van Marrakesh voorziet weliswaar onder meer talrijke, eerder uitgewerkte definities, maar het is niet noodzakelijk om deze definities als dusdanig op te nemen in de wet. Meer nog: het is niet aangewezen om deze definities op te nemen in de formele wetgeving. Overeenkomstig de plicht tot een verdragsconforme interpretatie zal het mogelijk zijn zich te beroepen op de definities zodra België het verdrag zal geratificeerd hebben.  Dit principe werd ook toegepast bij de ratificatie van het WCT en WPPT, waarin ook verschillende definities besloten liggen (bijvoorbeeld van “uitvoerend kunstenaar” en “producent van fonogrammen”), die niet als dusdanig werden opgenomen in de wet om zodoende toekomstige evoluties en een evolutief karakter van die begrippen in een nationale context niet in de weg te staan.