Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-150

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 oktober 2014

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten - Collectie moderne kunst - Toekomst - Inspraakverplichtingen

museum
Vaste Nationale Cultuurpactcommissie

Chronologie

28/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
10/4/2015Antwoord

Vraag nr. 6-150 d.d. 28 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het debat over de toekomst van de collectie moderne kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) wordt volop gevoerd in de opiniepagina's van de kranten. Volgens de ene moet men de succesvolle formule die men Bilbao en Metz toepaste kopiëren en een nieuw modernistisch gebouw installeren aan het kanaal. De andere ziet meer graten in een reconversie van een oud prestigieus pand zoals men dat bijvoorbeeld heeft gedaan met het Modern Tate in London.

Intussen heeft men beslist dat de collectie zal worden ondergebracht in een voorlopige locatie, met name het Vanderborght gebouw. De publiek-private financiering ervan is echter verre van rond en aangezien het museum zelfbedruipend moet zijn, zou het minstens 380 000 bezoekers per jaar moeten halen (iets minder dan het Magritte Museum vandaag haalt). Daarenboven stelde de Vlaamse bouwmeester in een recent opiniestuk dat het Vanderborghtgebouw helemaal niet geschikt voor is voor deze functie en vermoedt hij dat de geachte staatssecretaris de collectie Moderne Kunst er zelfs op permanente basis in wil onderbrengen. Kortom, weerom heel wat onduidelijkheden.

Ik stelde hierover al heel wat parlementaire vragen, maar ik krijg nauwelijks inzage in de motivering en de beslissingsprocessen hieromtrent. Nochtans kondigde de toenmalig bevoegde minister meer dan een jaar geleden aan dat hij hieromtrent meerdere rondetafels ging organiseren, daarbij honderd twintig experts ging consulteren en een studie ging laten uitvoeren door McKinsey om de locatie van het nieuwe museum te bepalen.

Hierover de volgende vragen.

1) Volgt de geachte staatssecretaris de polemiek die wordt uitgevochten in de opiniepagina's van de kranten over de toekomst(ige locatie) van de collectie Moderne Kunst van het KMSKB? Hoe beoordeelt hij dit en wat is zijn visie hieromtrent? Welke locatie ziet hij als een reële mogelijkheid voor een permanente en toekomstige vestiging van de collectie Moderne Kunst? Ontkent hij de stelling van de Vlaamse bouwmeester dat hij de collectie permanent wil onderbrengen in het Vanderborghtgebouw?

2) Wat is er gebeurd met de intentie om hieromtrent twee ronde tafels te organiseren en heeft men de 120 experts geconsulteerd zoals gepland? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de studie die door McKinsey zou worden uitgevoerd? Tot welke resultaten heeft dit geleid en waarom wordt hier niet over gecommuniceerd?

3) Beaamt de geachte staatssecretaris mijn opvatting dat er hieromtrent een breed debat nodig is, en dat het raadplegen van een brede laag van experts (van kunstenaars, tot profesoren, tot conservatoren, etc.) geen overbodige luxe is? Is hij het eens dat men deze beslissingen best niet laat nemen in de beslotenheid van een achterkamertje maar dat een ruim publiek debat zoveel meerwaarde oplevert?

4) Wie heeft er hier finaal beslissingsrecht? Wie heeft er daarbij inspraak? Begrijpt de geachte staatssecretaris mijn opvatting dat dit tot nu toe op een heel ontransparante manier verloopt? Zal hij hier in de toekomst veel opener over communiceren?

5) Is hij zich bewust dat deze materie voor volle 100 % onder het de cultuurpactwetgeving valt en dat hieromtrent advies van de gebruikers - die zullen wellicht vertegenwoordigd worden door de cultuurraden van de betrokken gemeenschappen zijn (vermits cultuur een gemeenschapsmaterie is en er op federaal niveau geen adviesraden mogen bestaan)? Werd er hieromtrent al advies gevraagd? Is hij zich bewust dat een klacht hieromtrent bij de Vaste Cultuurpactcommissie met grote zekerheid zal aanvaard worden en dat de beslissingen hieromtrent kans lopen om te worden vernietigd zolang de inspraakverplichtingen niet werden ingevuld?

Antwoord ontvangen op 10 april 2015 :

Voor de verzameling moderne en hedendaagse kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) werd aan het begin van de jaren 80 het Museum voor Moderne Kunst gecreëerd. De architectuur voorzag in de ondergrondse expositie over verschillende verdiepingen rond een lichtschacht. In 2011 werd het Museum voor Moderne Kunst gesloten, werden de werken verwijderd en werd het integratieproces ingezet van de collectie-Gillon-Crowet van hoofdzakelijk Franse art nouveau en symbolistische kunst. Tevens werden er de kunstwerken ondergebracht van het zogenoemde Fin-de-Siècle Museum, een selectie uit de verzameling kunst van de KMSKB vanaf 1860 tot de Eerste Wereldoorlog, aangevuld met enkele werken uit andere instellingen waaronder de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. De twee ensembles werden einde 2013 geopend.

Voor de collectie moderne, hedendaagse en actuele kunst zocht de huidige algemeen directeur van de KMSKB naar een onderkomen buiten de gebouwen van de KMSKB. Een van de plannen was de collectie tijdelijk onder te brengen in de zogenoemde Magazijnen Vanderborght. Die zijn eigendom van de Stad Brussel. De Ministerraad van 28 februari 2014 gaf de opdracht een studie te laten maken om deze integratie mogelijk te maken.

Daarbij werd wel gesteld dat deze oplossing tijdelijk zou zijn, aangezien dat gebouw lage plafonds heeft en dus niet geschikt is voor grote of driedimensionale kunstwerken, wat vaak voorkomt in de hedendaagse en actuele kunst. Zoals u zelf schrijft, daarbij verwijzend naar de Vlaamse bouwmeester, is dat gebouw door hem zelfs helemaal niet geschikt bevonden voor deze functie.

In het Regeerakkoord staat onder 5.3.2.: “Renovatie en instandhouding van de huidige waardevolle infrastructuren hebben prioriteit ten opzichte van nieuwe initiatieven.” Loyaal aan die afspraak heb ik beslist na te gaan hoe de collectie moderne kunst weer in de KMSKB kan geïntegreerd worden. Momenteel is slecht s 21% van de schilderijen en beeldhouwwerken van de KMSKB tentoongesteld, tegenover 51% in de periode tot 2005. Er is dus ruimte beschikbaar. Gedurende mijn bezoek op woensdag 14 januari 2015 heb ik echter kunnen vaststellen dat vele museumzalen worden gebruikt als reserve. De toestand van de architectuur en de interieurinrichting is ronduit lamentabel zodat herstellingswerken noodzakelijk zijn. Daaropvolgend werd het plan om de collectie moderne kunst weer te integreren, ingeleid bij de Regie der Gebouwen. Die dienst zal een integratiestudie uitvoeren, waarna de realisatie verder onderzocht zal worden.

Het is mijn overtuiging dat de collecties van de KMSKB niet moeten gefragmenteerd worden, maar dat dit geheel een overzichtsensemble moet blijven ten behoeve van de bezoekers en dat voor de integratie van de collectie moderne en hedendaagse kunst de nodige ruimte beschikbaar is binnen de muren van de KMSKB.