Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1386

van Olga Zrihen (PS) d.d. 14 april 2017

aan de minister van Justitie

Gespecialiseerde centra voor de opvang en de begeleiding van slachtoffers van mensenhandel - Financiering

mensenhandel
slachtoffer
slachtofferhulp
vereniging
economische steun

Chronologie

14/4/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/5/2017)
21/8/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1386 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

Een van de verplichtingen uit hoofde van de internationale instrumenten is de bijstand aan en bescherming van slachtoffers van mensenhandel. In België werd die taak toevertrouwd aan drie gespecialiseerde centra voor de opvang en begeleiding van de slachtoffers van mensenhandel, met name Pag-Asa in Brussel, Sürya in Luik en Payoke in Antwerpen.

De federale regering, de gemeenschappen en de gewesten subsidiëren die drie gespecialiseerde centra. In dat opzicht beschouwt de GRETA, het evaluatieorgaan van de Raad van Europa inzake de tenuitvoerleggingvan het Verdrag van Warschau, die kwestie als een van de belangrijkste aandachtspunten die de overheid in aanmerking zou moeten nemen bij de bestrijding van mensenhandel. “Hoewel aan de drie opvangcentra die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van slachtoffers van mensenhandel (Pag-Asa, Payoke en Sürya) een essentiële opdracht inzake opvang van zulke slachtoffers is toevertrouwd en zij officieel zijn erkend sinds het koninklijk besluit van 18 april 2013, moeten zij het stellen zonder permanente structurele financiële ondersteuning vanwege de Belgische staat, die hen de mogelijkheid moet bieden hun opdracht te vervullen. In het voormelde koninklijk besluit is bepaald dat de erkenning geen recht inhoudt op het verkrijgen van subsidies. Om hun activiteiten te kunnen financieren, moeten zij ieder jaar subsidies aanvragen bij verschillende instellingen en inzonderheid bij de plaatselijke overheden. De Belgische overheden hebben aangegeven dat een structurele (met andere woorden permanente) financiering van de drie gespecialiseerde opvangcentra thans wordt besproken binnen de regering. De GRETA beklemtoont dat het belangrijk is om voor de financiering van de maatregelen inzake de bijstand aan de slachtoffers oplossingen te vinden die een continuïteit waarborgen in de opvang van de betrokken personen.”

Die aanbeveling werd opgenomen in het actieplan van de regering voor de strijd tegen mensenhandel 2015-2019. Daarin wordt een structurele financiering van de drie centra voorgesteld: “Indien wij onze verplichtingen blijvend willen nakomen, moet er werk worden gemaakt van een structurele financiering van de opvangcentra.”

Wat is de stand van zaken? Heeft er een overleg tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus plaatsgevonden? Werd er een oplossing gevonden om een structurele financiering van die drie centra mogelijk te maken?

Antwoord ontvangen op 21 augustus 2017 :

De structurele financiering van de opvangcentra blijft ingewikkeld. Het is waar dat de schommeling van de budgetten en de wijzigingen in de financieringsmiddelen regelmatig onzekerheden hebben gecreëerd.

Tot nog toe is evenwel steeds een gemiddeld niveau van toegekende middelen gehandhaafd. Voor 2017 werd een bijkomend budget gevonden om de opvangcentra op hetzelfde niveau als de voorgaande jaren te financieren.

Budgettaire bijsturingen hebben een weerslag gehad op de financieringscapaciteit van alle openbare overheden. Bovendien heeft de regionalisering van het FIM (Federaal Impulsfonds voor het migrantenbeleid) de financiering van de verenigingen gespecialiseerd inzake mensenhandel nog ingewikkelder gemaakt.

Thans lopen er besprekingen met de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, om een duurzame oplossing te vinden voor de bekommernissen van de centra. Tegelijk wordt er overleg gepleegd met de gefedereerde entiteiten.