Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1270

van Johan Verstreken (CD&V) d.d. 2 februari 2017

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Personen met gebrek aan bestaansmiddelen - Ziekte-uitkering - Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) - Referentieadres - Toekenning en verlies

armoede
sociaal achtergestelde groep
domicilie
verblijfplaats
OCMW
sociale uitkering
ziekteverzekering

Chronologie

2/2/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/3/2017)
15/2/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1319

Vraag nr. 6-1270 d.d. 2 februari 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : de werking van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) zijn een Vlaamse bevoegdheid maar de ziekte-uitkering is een federale bevoegdheid.

Het OCMW kan onder bepaalde voorwaarden een referentieadres toekennen aan mensen die bij gebrek aan bestaansmiddelen geen verblijfplaats hebben. Een referentieadres is noodzakelijk om bepaalde uitkeringen te ontvangen. In de praktijk gebeurt het regelmatig dat mensen die een ziekte-uitkering ontvangen van de mutualiteit geen referentieadres krijgen van het OCMW omdat hun inkomen te hoog is. Aangezien een referentieadres noodzakelijk is om een uitkering te krijgen, dreigen deze mensen veelal hun uitkering te verliezen. In de praktijk moet de mutualiteit de uitkering eerst stopzetten om recht te hebben op een referentie adres, om dan de uitkering te kunnen terugbetalen. In tussentijd betaalt het OCMW voorschotten op de uitkering die de mutualiteit dan moet terugbetalen. Bovendien kan het verder uitbetalen van een uitkering aan mensen zonder een domicilieadres enkel per uitzondering mits ze kunnen aantonen dat ze nog in België verblijven.

Door deze kafkaiaanse toestand dreigen kwetsbare mensen nog meer in de problemen te komen. Bovendien zijn niet alle OCMW's vertrouwd met de wetgeving omtrent de toekenning van een referentieadres want niet alle dossier worden gelijk behandeld.

Ik had graag de volgende vragen gesteld aan de geachte minister :

1) In welke mate kan iemand een referentieadres geweigerd worden / verliezen als men een (ziekte)uitkering ontvangt ?

2) Staat in de regelgeving een maximumbedrag aan bestaansmiddelen voorgeschreven dat, indien dit wordt overschreden, tot verlies van het referentieadres zou leiden ? Wat zegt de wetgeving hierover ?

3) In welke mate zijn de OCMW's op de hoogte van deze wetgeving ? Zal ze initiatieven nemen om de toekenning van een referentieadres voor mensen met een ziekte-uitkering vlotter te laten verlopen ? Zal ze maatregelen nemen om deze wetgeving beter bekend te maken bij de OCMW's ?

Antwoord ontvangen op 15 februari 2017 :

Het antwoord op uw vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega Elke Sleurs, Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Grootstedenbeleid en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Financiën.