Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1244

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) d.d. 28 december 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Vereniging zonder winstoogmerk (VZW) - Gebruik om onrechtmatige handel te drijven - Oneerlijke concurrentie - Fraude

concurrentiebeperking
organisatie zonder winstoogmerk
horecabedrijf
fraude
officiële statistiek

Chronologie

28/12/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
23/2/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1245

Vraag nr. 6-1244 d.d. 28 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gebruik van verenigingen zonder winstoogmerk (VZW) om onrechtmatig handel te drijven, zichzelf te verrijken zonder belastingen te betalen en de meest onbezonnen aankopen te doen om hierna het onvermogen in te roepen is luidens diverse bronnen een ware plaag geworden. Niet alleen wordt oneerlijke concurrentie aangedaan aan de eerlijke ondernemingen (zoals in de horeca) maar bovendien blijkt deze vorm zich dikwijls te lenen tot faillissementsfraude. Vaak gaan achter deze VZW's personen schuil die onvermogend en / of niet traceerbaar zijn. Als tweede of derde man worden vaak personen zonder vast adres genomen.

Bijna in elke gemeente is een politiecel VZW werkzaam die de activiteiten van VZW's nauwlettend in de gaten houdt.

Transversaal karakter van de vraag : de Gewesten zijn bevoegd voor economie en de federale regering staat in voor de handhaving van misbruik van vennootschappen en de daaruit voortvloeiende oneerlijke concurrentie.

Ik had dan ook graag volgende vragen gesteld :

1) Welke stappen heeft u beleidsmatig genomen om het misbruik van rechtsvorm, in casu het voeren van handel als hoofdactiviteit onder de vlag van een VZW en / of het schenden van het uitkeringsverbod terug te dringen ? Kunt u dit zeer concreet toelichten ?

2) Deelt u de vaststelling op het terrein dat er sprake is van een toename van het misbruik van rechtsvorm en dan meer specifiek onder de vorm van een VZW ? Kunt u dit toelichten ?

3) Kunt u voor de jaren 2013, 2014 en 2015 meedelen hoeveel processen-verbaal en vonnissen er waren voor het schenden van de wettelijke specialiteit van de VZW's ? Hoeveel vorderingen tot staking jegens VZW's werden ingeleid ? Beschikt u over andere cijfermatige indicatoren die wijzen op een toename van het misbruik van rechtsvorm onder de vorm van een VZW ? Kunt u dit zeer uitvoerig toelichten ? Klopt het aanvoelen op het terrein dat dit steeds meer in horecagelegenheden voorvalt ?

4) Hoe gaat u het gebruik van VZW's om onrechtmatige handel te drijven verder terugdringen ? Kan u concreet toelichten wat de maatregelen en het tijdschema zullen zijn ?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2017 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

1.

Het recht op vereniging is door artikel 27 de Belgische grondwet gewaarborgd. De wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen stelt in zijn artikel 1 dat de vzw geen nijverheid- of handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen. Artikel 17 stelt welke verenigingen een boekhouding onder welke vorm dienen te voeren. Verenigingen beschikken over een commissaris (al dan niet lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren). Er bestaat ook de publicatie van de jaarrekeningen van verenigingen (vzw’s). Door deze openbaarheid is controle mogelijk.

Het is niet zo dat de politiediensten op systematische wijze alle vzw’s screenen. Mogelijks zijn er in het kader van het lokale veiligheids-/politiebeleid of nog de bestuurlijke aanpak van criminaliteit, lokale of sectorgerichte projecten lopende waar bij controles naar de eventuele rechtspersonen gekeken. Op federaal niveau heb ik hier echter geen globaal zicht op.

Wanneer de politiediensten een aangifte van een dergelijke inbreuk ontvangen of deze ambtshalve vaststellen (binnen hun reguliere werking), stellen zij een proces-verbaal op en maken ze deze over aan het openbaar ministerie.

Ook kunnen verenigingen zonder winstoogmerk, wanneer ze handelsdaden stellen (zonder dat men de leden een stoffelijk voordeel wil verschaffen) aan de btw-wetgeving en/of vennootschapsbelasting onderworpen zijn. De fiscus zal uitkeringen van gelden aan individuen vergelijken met hun eigen aangifte (in de personenbelasting). Indien er sprake zou zijn van een duidelijke inbreuk op de vzw-wetgeving, dient de fiscale ambtenaar – in toepassing van artikel 29 van het wetboek van strafvordering – de feiten melden aan het openbaar ministerie. Hierdoor worden vele vzw’s indirect onderworpen aan een controle.

Tot slot is het zo dat VZW die overheidssubsidies krijgen, onderworpen zijn aan het toezicht van de overheid die de subsidies uitreikt. Ook hier geldt dat elke ambtenaar – in toepassing van artikel 29 van het wetboek van strafvordering – de inbreuken dient te melden aan het openbaar ministerie.

2.

Er werd niet meegedeeld “welke vaststelling” op het terrein men bedoeld (voor welke periode ze geldt, voor welk grondgebied, enz.) zodat het onmogelijk is ze te bevestigen of ontkennen.

3.

De vorderingen tot staking van onrechtmatige handelspraktijken worden bij de rechtbank van koophandel ingeleid. De politie beschikt niet over deze informatie.

Neen, de politie beschikt niet over andere cijfermatige indicatoren die wijzen op een toename van het misbruik van de rechtsvorm onder de vorm van een vzw. Bijgevolg kan dit vanuit mijn bevoegdheidsdomein niet zeer uitvoerig worden toegelicht.

4.

De prioriteiten van het veiligheidsbeleid zijn vervat in de Kadernota Integrale Veiligheid (KIV) 2016-2019 en voor de politie, in het Nationaal Veiligheidsplan (NVP) 2016-2019. Een apart hoofdstuk voor het fenomeen “sociale en fiscale fraude” is voorzien. Deze KIV is overlegd met de verschillende beleidsniveaus van ons land, wat inhoudt dat een integrale en geïntegreerde preventieve - repressieve - nazorgende aanpak is voorzien voor de erin opgenomen criminaliteitsfenomenen. Specifiek voor de politie zijn in het NVP de politionele doelstellingen bepaald. Een extra controle op verenigingen zonder winstoogmerk, waarvan er tienduizenden zijn in België, is er niet in opgenomen. De bestaande mechanismen werken en volstaan.