Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1213

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 22 december 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Partnergeweld - Aantal dossiers - Aangiftes - Veroordelingen - Hulp aan slachtoffers - Maatregelen

huiselijk geweld
slachtofferhulp
officiële statistiek
positie van de vrouw
strafsanctie
opvolging informatieverslag

Chronologie

22/12/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
16/2/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1214
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1215

Vraag nr. 6-1213 d.d. 22 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag betreft gelijke kansen en is dus een bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het reglement van de Senaat. Het gaat dus over een transversale aangelegenheid – Gemeenschappen. Mijn vragen komen rechtstreeks voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stukken Senaat nrs. 6-97/1 tot 6-97/5 – 2014/2015).

Tijdens de hoorzittingen naar aanleiding van het informatieverslag bleek dat in 2013, 162 mensen om het leven kwamen door partnergeweld. Liefst 39 746 keer ontving de politie dat jaar een melding. Om hoeveel mannen of vrouwen het precies gaat, is niet geweten. Voorlopig houdt de politie dit niet bij, uit privacyoverwegingen. Vermoedelijk gaat het vooral om vrouwen. Eerder onderzoek wees uit dat zij veel vaker het slachtoffer zijn van ernstig en levensbedreigend geweld.

Om een realiteitsgetrouw beeld van de omvang van het probleem samen te stellen, leg je best twee cijferreeksen naast elkaar : incidentiecijfers en prevalentiecijfers. Incidentiecijfers geven weer hoe vaak de politie geweldmeldingen geverbaliseerd heeft. We spreken ook van officiële criminaliteitscijfers. Prevalentiecijfers zijn het resultaat van (sociologisch) onderzoek. Zij geven aan welk percentage van de ondervraagde vrouwen tot dan toe geconfronteerd werd met geweldervaringen. Aan de hand van deze onderzoeken kan gepoogd worden een beeld te krijgen van het « dark number » en dus het reële voorkomen van het fenomeen.

Incidentiecijfers tonen vaak maar het topje van de ijsberg. Er heerst nog altijd een taboe rond partnergeweld. Er wordt bijgevolg niet altijd aangifte gedaan. Zeker bij seksueel geweld wordt zelden aangifte gedaan. Prevalentiemetingen zijn dan weer zeldzaam, verouderd of meten slechts een beperkt aspect.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1) Beschikt u over cijfergegevens over partnergeweld voor 2013, 2014 en 2015, opgesplitst per Gewest en naar aard en ernst van de feiten ?

2) Kan u meedelen in hoeveel gevallen er werd gedagvaard voor de rechtbank ? Tot hoeveel en welke veroordelingen heeft dit aanleiding gegeven ? Hoeveel dossiers werden de laatste drie jaar geseponeerd op jaarbasis ? Welke waren de redenen van sepot en dit op jaarbasis ?

3) Beschikt u over cijfergegevens over de zorg die aan slachtoffers van partnergeweld werd gegeven in voornoemde periode ? Om welke behandelingen gaat het precies ? Met welke problematiek kampten de slachtoffers ? Kan u een gedetailleerde profielschets van het slachtoffer geven ?

4) Kan u, binnen uw bevoegdheidsdomein, meedelen welke maatregelen de afgelopen drie jaar werden genomen om aan de problematiek van partnergeweld het hoofd te bieden ? Acht u deze maatregelen voldoende of ziet u nog ruimte voor andere initiatieven en, zo ja, dewelke ? Kan u uw antwoord motiveren ?

Antwoord ontvangen op 16 februari 2017 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

1.

De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Zij laat toe om tellingen uit te voeren op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modi operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de bestemmingen-plaats, enz. 

Tabel 1 bevat het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten inzake intra-familiaal geweld binnen het koppel voor de vier vormen van geweld (fysiek, seksueel, psychisch en economisch geweld), zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, per gewest voor de periode 2013-2015 en het eerste trimester van 2016.  

Deze gegevens zijn afkomstig van de databankafsluiting van 20 juli 2016 en bevatten cijfers tot en met 31 maart 2016.  

Tabel: aantal door de politie geregistreerde feiten inzake intra-familiaal geweld binnen het koppel

 

 

2013

2014

2015

TRIM 1 2016

IFG: fysiek, binnen het koppel

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

2.441

2.385

2.401

522

Vlaams Gewest

9.932

10.001

9.930

2.506

Waals Gewest

7.918

7.798

7.975

1.809

Totaal:

 

20.291

20.184

20.306

4.837

 

 

 

 

 

 

IFG: seksueel, binnen het koppel

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

14

11

11

7

Vlaams Gewest

64

63

65

12

Waals Gewest

29

46

28

15

Totaal:

 

107

120

104

34

 

 

 

 

 

 

IFG: psychisch, binnen het koppel

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

1.153

1.082

1.147

281

Vlaams Gewest

9.173

9.175

7.516

1.767

Waals Gewest

8.060

8.189

7.443

1.778

Totaal:

 

18.386

18.446

16.106

3.826

 

 

 

 

 

 

IFG: economisch, binnen het koppel

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

106

91

110

17

Vlaams Gewest

682

780

727

185

Waals Gewest

549

555

583

106

Totaal:

 

1.337

1.426

1.420

308

(Bron: federale politie) 

2-3.

Ik deel het geachte lid mee dat ik voor het antwoord op deze vragen verwijs naar het antwoord op de vragen 6-1214 en 6-1215 gesteld aan de heer Koen Geens, Minister van Justitie en Mevrouw Elke Sleurs, Staatsecretaris voor Armoede en Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapbeleid, belast met Grote steden, toegevoegd aan de minister van Financiën. 

4.

De huidige acties die de geïntegreerde politie zal ondernemen inzake de problematiek van partnergeweld kaderen in de filosofie van het nationaal actieplan gendergerelateerd geweld 2015-2019. Ook in de Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019 wordt verwezen naar dit beleidsdocument en zijn specifieke maatregelen opgenomen voor partnergeweld (zie punt 4.6.1). Hieraan zullen zowel de federale, de deelstatelijke als de lokale actoren aan meewerken. Voor de politie heeft dit zijn uitwerking gekregen in het nieuwe Nationaal Veiligheidsplan 2016- 2019.  

In dit nieuwe politieplan wordt ingezet op beeldvorming, preventie, repressie en nazorg. Volgende doelstellingen zijn dan ook voorzien. 

Met betrekking tot de beeldvorming zal er een genderanalyse gemaakt worden van de evolutie van het aantal klachten dat door de politiediensten wordt geregistreerd als geweldsfeiten tussen partners. 

In het kader van preventie zal er vooral worden ingezet op een betere vorming en een goede sensibilisering van de politie via de basisopleiding. 

Op repressief vlak zal er vooral gekeken worden naar het correct naleven van de verplichtingen uit de COL 4/2006 betreffende het strafrechterlijke beleid inzake partnergeweld. 

Ten slotte zal er op vlak van nazorg vooral ingezet worden initiatieven en protocollen voor een betere ketengerichte samenwerking met andere diensten in bijvoorbeeld crisissituaties. Een voorbeeld hiervan is de implementatie van Family Justice Centers.