Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1098

van Jean-Paul Wahl (MR) d.d. 31 oktober 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Geradicaliseerde jongeren- Recidive - Opvolging - Overheidsinstellingen voor jeugdbescherming - Samenwerking met het federale niveau

extremisme
jongere
jeugdcriminaliteit
kinderbescherming
radicalisering

Chronologie

31/10/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/12/2016)
23/2/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1098 d.d. 31 oktober 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Rachid Madrane, de minister van Jeugdzorg, Justitiehuizen, Promotie van Brussel, en van Sport in de Franse Gemeenschapsregering, maakte onlangs bekend dat in 2016 twaalf adolescenten in een overheidsinstelling voor jeugdbescherming werden geplaatst wegens feiten van radicalisering, tegen drie in 2014 en zes in 2015. Hij verklaarde de vastgestelde stijging voor 2016 door het feit dat er meer nauwgezet onderzoek en toezicht is. Hij voegde eraan toe dat hij ook postinstitutionele begeleiding heeft gevraagd om recidive te vemijden.

1) Wordt er met de overheidsinstellingen voor jeugdbescherming samengewerkt om te vermijden dat adolescenten die opgevolgd worden wegens radicalisering op volwassen leeftijd zouden recidiveren?

2) Heeft minister van Jeugdzorg, Justitiehuizen, Promotie van Brussel en van Sport in de Franse Gemeenschapsregering Rachid Madrane, het federale niveau betrokken bij de uitwerking van de postinstitutionele begeleiding waar hij het over heeft?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2017 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

1.

De geïntegreerde politie – via de LTF’s (Local Task Forces) en in nauwe samenwerking met de partners – zorgt voor de opvolging van de geradicaliseerde jongeren die ook opgevolgd kunnen worden in een CSIL (Cellule de Sécurité Intégrale Locale). Contacten met IPPJ’s (Institutions Publiques de Protection de la Jeunesse) gebeuren via de Politiezones.

De problematiek van de opvolging van de jongeren in IPPJ’s is complex en vereist een goede communicatie tussen de politiediensten, magistraten en opvoeders van de IPPJ’s, niet alleen om deze diensten te informeren over tekenen van radicalisering, maar ook voor wat de aanpak betreft.

Het zogenaamde PSYRAD - project van de stad en de Universiteit van Luik, hanteert een multidisciplinaire aanpak van jongeren die terugkeren uit conflictzones en die niet gerechtelijk vervolgd worden.

2.

Momenteel is het federale niveau niet rechtstreeks betrokken bij deze begeleiding, die als doel heeft een nauwe samenwerking met de familie, de scholen en alle andere diensten voor jeugdwelzijn te bekomen, dit om de jongeren toe te laten zich te re-integreren in de maatschappij, en een nieuw leven op te bouwen.

Er dient opgemerkt te worden dat het de Jeugdrechter is die beslist over de maatregelen (familiale begeleiding, opleiding, verbod om bepaalde kennissen te zien, …) waarvan de uitvoering valt onder de opvolging door de SPJ (Service de Protection de la Jeunesse).

De lokale politie kan hiervan op de hoogte gebracht worden en kan daarover een verslag aan de rechter geven.

Ook kan de lokale politie, die deel uitmaakt van de LTF’s en CSIL, als tussenpersoon fungeren naar het federale niveau toe.