Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1083

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 26 oktober 2016

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Mensenhandel - Seksuele uitbuiting - Economische uitbuiting - Tendens naar steeds jongere slachtoffers - Cijfers

officiële statistiek
jongere
mensenhandel
prostitutie
slachtoffer
opvolging informatieverslag

Chronologie

26/10/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2016)
15/11/2016Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1081
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1082

Vraag nr. 6-1083 d.d. 26 oktober 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar de recente studiedag die werd georganiseerd door de Vrouwenraad op 4 oktober 2016 over mensenhandel en prostitutie.

Binnen mensenhandel zijn er twee grote vormen van uitbuiting, namelijk economische uitbuiting en seksuele uitbuiting. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers daalt jaar na jaar en dit is een bijzonder zorgwekkende tendens voor de slachtoffers van seksuele uitbuiting. Ik citeer Kristiina Kangaspunta : « Traffickers are targeting younger and younger victims. »

Zeventig procent van de slachtoffers van seksuele uitbuiting zijn vrouwen. Uit cijfers van 2011 van de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) blijkt dat 12 % van de slachtoffersminderjarige jongens zijn, en 21 % minderjarige meisjes. In het totaal, het aandeel van minderjarigen van slachtoffers van seksuele uitbuiting is 33 %.

Ik verwijs naar indicator 16.2.2. van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (VN). Elk land moet een duidelijk overzicht geven van het aantal slachtoffers van mensenhandel per 100 000 bevolkingseenheden, de opdeling per leeftijd, het geslacht en de vorm van uitbuiting.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat conform artikel 79 van het reglement en is tevens een transversale aangelegenheid – Gemeenschappen. De vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag van de Senaat betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stukken van de Senaat nrs. 6-97/1 tot /5 – 2014/2015).

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Beschikt u reeds conform de hierboven aangehaalde doelstelling over concreet cijfermateriaal van het aantal slachtoffers van mensenhandel in ons land en dit opgedeeld per vorm van uitbuiting (seksuele uitbuiting of economische uitbuiting), geslacht en leeftijd ? Zo ja, kan u deze cijfers vrijgeven ? Zo neen, waarom niet en kan u meedelen wanneer u deze concrete indicator zal kunnen invullen ? Waarom beschikt u nog niet over deze cijfers ?

2) Kan u meedelen of de tendens naar steeds jongere slachtoffers van seksuele uitbuiting ook in ons land vast te stellen is ? Kan u dit illustreren met concrete cijfers op jaarbasis van het aantal minderjarige slachtoffers van mensenhandel die in ons land werden aangetroffen en het aantal minderjarige slachtoffers van economische uitbuiting die in ons land werden aangetroffen ? Kan u deze cijfers toelichten ?

Antwoord ontvangen op 15 november 2016 :

Deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheid van de minister belast met Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen en de minister van Justitie.