Schriftelijke vraag nr. 5-9940

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 27 september 2013

aan de minister van Justitie

Hulpdiensten 100/112 - Misbruik (spookoproepen) - Sancties - Cijfergegevens jaren 2007 tot en met 2012

telefoon
eerste hulp
gerechtelijke vervolging

Chronologie

Vraag nr. 5-9940 d.d. 27 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs raakte bekend uit een vraag van collega De Padt dat een kwart van de oproepen naar de 100/112 zogenaamde spookoproepen zijn: oproepen die per ongeluk zijn gebeurd of die omwille van een flauwe grap gebeuren.

Minister van Binnenlandse Zaken Milquet maakt een onderscheid tussen loos alarm wat niet bestraft wordt omwille van burgers ter goeder trouw en valse alarmen welke wel gerechtelijk bestraft kunnen worden.

Graag had ik van de minister volgende informatie willen krijgen:

1) Kan de minister het aantal personen aangeven waartegen gerechtelijke stappen ondernomen zijn vanwege misbruik van het 100/112-nummer, van 2007 tot en met 2012?

2) Welke gerechtelijke sancties werd er aan deze personen gegeven? Graag ook van 2007 tot en met 2012.

Antwoord ontvangen op 16 januari 2014 :

Op grond van de inlichtingen die mij door de statistische analisten bij het parket bij het hof van beroep te Antwerpen werden overgemaakt, kan ik het volgende antwoorden.

De statistische databank van het College van Procureurs-generaal laat toe om het aantal verdachten betrokken in een zaak m.b.t. nodeloze oproepen van de hulpdiensten te selecteren op basis van de tenlasteleggingscode “41D - nodeloze oproep van de hulpdiensten”. Er kunnen cijfergegevens verstrekt worden m.b.t. het aantal verdachten die geregistreerd werden op de correctionele parketten, de vooruitgangsstaat voor deze verdachten op 10 juli 2013 (meest recente gegevensextractie), de motieven van zondergevolgstelling en het aantal verdachten dat reeds werd gevonnist. De cijfers zullen betrekking hebben op de referentieperiode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012.

Uit tabel 1 in bijlage blijkt dat er 4 529 verdachten betrokken waren in een zaak met tenlasteleggingscode “41D – nodeloze oproep van de hulpdiensten” die is binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2012. Tussen 2007 en 2009 steeg het aantal geregistreerde verdachten in deze bewuste zaken van 756 tot 845 verdachten (+11,77 %), daarna daalde het aantal verdachten terug tot 589 verdachten in 2012 (-30,30 % ten oozichtevan 2009). Voornamelijk tussen 2011 en 2012 is het aantal verdachten betrokken in een zaak “nodeloze oproep van de hulpdiensten” gedaald, van 777 verdachten in 2011 naar 589 verdachten in 2012 (-24,20 %).

Tabel 2 in bijlage toont de vooruitgangsstaat op 10 juli 2013 voor de verdachten die geregistreerd werden in een zaak met betrekking tot “nodeloze oproep van de hulpdiensten”, binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2012. De kolompercentages geven de verhouding weer tussen de verschillende vooruitgangsstaten.

Indien een verdachte in een zaak door het parket werd gevoegd bij een andere zaak, is in de gepresenteerde tabellen de vooruitgangsstaat van deze zogenaamde moederzaak van de verdachte in rekening genomen. Als bijvoorbeeld een verdachte gevoegd is aan een moederzaak die werd gedagvaard voor de correctionele rechtbank, dan wordt deze verdachte in de tabellen geteld in de rubriek “dagvaarding & verder”.

Voor een correcte interpretatie van tabel 2 dient men er rekening mee te houden dat de vooruitgangsstaat van de zaak waarin de verdachte betrokken was onder meer afhankelijk is van de duur sinds de binnenkomst van de zaak op het parket. Het is dus logisch dat bij verdachten in zaken die recent zijn binnengekomen – in het bijzonder de verdachten betrokken in zaken binnengekomen tijdens het jaar 2012 – een groot deel zich nog in vooronderzoek bevindt en dus in de toekomst nog naar een verdere vooruitgangsstaat zal doorstromen.

Uit tabel 2 blijkt dat bijna driekwart van de verdachten (73,44 %) op 10 juli 2013 een zondergevolgstelling kreeg, terwijl 18,39 % van de verdachten gedagvaard werd voor de correctionele rechtbank.

Uit tabel 2 blijkt dat er reeds 833 verdachten gedagvaard werden voor de correctionele rechtbank (na een opsporingsonderzoek of na een gerechtelijk onderzoek). Voor 741 verdachten werd er reeds een vonnis uitgesproken, waarvan het meest recente vonnisinhoud wordt weergegeven in tabel 3 in bijlage. De kolompercentages geven de verhouding tussen de verschillende vonnisinhouden weer. Elke verdachte wordt slechts één keer per zaak geteld waarin deze betrokken is, en dit op basis van het meest recente vonnis. Indien een verdachte in meerdere afzonderlijke zaken gevonnist werd, dan wordt deze ook meerdere keren geteld. In tabel 3 wordt er enkel rekening gehouden met vonnissen uitgesproken door de correctionele rechtbank in eerste aanleg. Arresten van de hoven van beroep worden immers niet systematisch geregistreerd in het REA/TPI-systeem van de correctionele parketten en griffies.

Uit tabel 3 blijkt dat er 741 verdachten in deze zaken op 10 juli 2013 reeds een vonnis gekregen hadden. Van dit aantal verdachten werd bijna drie kwart veroordeeld (74,22 %). Daarnaast werd voor 14,44 % van de gevonniste verdachten een (probatie) opschorting uitgesproken, terwijl 5,53 % van de verdachten werd vrijgesproken. Het aantal vonnissen kan echter nog toenemen naarmate er nog verdachten voor de rechtbank worden gebracht.

Bijlage

Tabel 1: Aantal verdachten in zaken 'nodeloze oproep van de hulpdiensten' binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2012, per jaar van binnenkomst van de zaak (n & kolom%).

Bron: gegevensbank van het College van Procureurs-generaal - statistisch analisten

Tabel 2: Laatste vooruitgangsstaat op 10 juli 2013 voor de verdachten in zaken 'nodeloze oproep van de hulpdiensten' binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2012, al dan niet via voeging aan een moederzaak, per jaar van binnenkomst van de zaak (n & kolom%).

Bron: gegevensbank van het College van Procureurs-generaal - statistisch analisten

Tabel 3: Aantal verdachten in zaken 'nodeloze oproep van de hulpdiensten' binnengekomen tussen 1 januari 2007 en 31 december 2012 waarvoor op 10 juli 2013 reeds een vonnis door de correctionele rechtbank werd uitgesproken, al dan niet via voeging aan een gevonniste moederzaak, per jaar van binnenkomst van de zaken en naargelang het type vonnis (n & kolom%).

Bron: gegevensbank van het College van Procureurs-generaal - statistisch analisten