Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9884

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 24 september 2013

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Fraudebestrijding - Zwartwerk - Dubbele bestraffing

zwartwerk
administratieve sanctie
officiële statistiek
werkloze
strafsanctie

Chronologie

24/9/2013Verzending vraag
9/1/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9883

Vraag nr. 5-9884 d.d. 24 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een dubbele bestraffing mag volgens het klassieke strafrecht en volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) niet volgens het principe van het 'non bis in idem-principe': niemand mag voor hetzelfde misdrijf twee maal bestraft worden.

Het Belgisch juridisch systeem lapt de regels hiervan voor zwartwerkers aan zijn laars: een zwartwerker kan immers zowel administratief als strafrechtelijk vervolgd worden indien hij betrapt wordt. Hierdoor kan hij ten eerste veroordeeld worden en ook nog eens verplicht zijn zijn uitkering terug te geven. Daarbij is het ook mogelijk dat hij uitgesloten wordt voor een periode van een volgende uitkering.

Hoewel een dubbele bestraffing dus verboden is, wordt ze toch nog altijd goedgekeurd door het Hof van Cassatie.

A. Hoeveel ingeschreven werklozen zijn er van 2007 tot heden betrapt op zwartwerk?

B. In hoeveel gevallen werd er een bestraffing uitgeroepen door de RVA, de strafrechter en/of beiden? Eveneens graag cijfers van 2007 tot heden.

C. Gaan er wettelijke initiatieven genomen worden om deze inbreuk op het juridisch recht te wijzigen? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, wat zijn de argumenten om dit niet te doen?

Antwoord ontvangen op 9 januari 2014 :

In antwoord op uw parlementaire vraag nr. 5-9884 inzake “ Fraudebestrijding – Zwartwerk – Dubbele bestraffing” kan ik u het volgende meedelen:

A. Vooreerst dient opgemerkt te worden dat zwartwerk een ruim begrip is.

De onderstaande tabellen geven voor de kalenderjaren 2007-2012 een overzicht van het aantal door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) gecontroleerde werknemers en het aantal vastgestelde illegale (of niet-conforme) situaties. Deze controles slaan dus niet alleen op het vaststellen van niet aangegeven arbeid, maar ook op het respecteren van andere verplichtingen die worden opgelegd door de arbeidswetgeving of de sociale zekerheidswetgeving. Het aantal inbreuken die uitsluitend als zwartwerk kunnen omschreven worden, wordt niet afzonderlijk opgelijst.

Daarnaast wordt niet aangegeven arbeid ook ontdekt tijdens controles op het terrein wanneer concrete werksituaties worden gecontroleerd. Dit gebeurt meestal tijdens voorafgaandelijke, terdege voorbereide, acties, hetzij door de controleurs van de RVA alleen, hetzij in samenwerking met andere inspectiediensten. Hierbij worden zowel werknemers als werkgevers gecontroleerd. Tenslotte leveren ook spontane controles resultaten op.

Alle hieronder vermelde controle onderzoeken vereisten de tussenkomst van een sociaal controleur of inspecteur.

 

Aantal gecontroleerde werknemers

Niet conform

% niet conform

2007

37.449

2.572

6,87

2008

39.807

2.333

5,86

2009

39.350

2.564

6,52

2010

37.131

2.315

6,23

2011

36.187

1.970

5,44

2012

37.492

1.732

4,62

De RVA beschikt verder over specifieke cijfers in verband met cumulaties van werkloosheidsuitkeringen met een inkomen uit een loontrekkende of zelfstandige activiteit. Het grootste deel daarvan wordt ontdekt via het kruisen van gegevens die zijn opgeslagen in diverse databanken.

Deze onderzoeken vergen niet noodzakelijk allemaal de tussenkomst van een sociaal controleur of inspecteur.

In de volgende tabel vinden we de resultaten voor de kalenderjaren 2007-2012:

Jaar

Aantal onderzochte dossiers

Niet conform

2007

31.302

18.273

2008

44.283

26.103

2009

50.952

25.990

2010

55.395

23.042

2011

36.603

16.276

2012

32.264

10.085

B. Bij vaststelling van inbreuken, kan de werkloosheidsdirecteur de werkloze uitsluiten van het recht op uitkeringen gedurende de periode dat hij in overtreding werd bevonden en de terugvordering bevelen van de werkloosheiduitkeringen die onterecht zijn ontvangen gedurende die periode. Bovendien kan hij de werkloze een administratieve sanctie opleggen. Dit betekent een uitsluiting van het recht op werkloosheidsuitkeringen gedurende een bepaalde toekomstige periode.

In de onderstaande tabel vindt u het aantal uitsluitingen voor bepaalde en onbepaalde duur met betrekking tot de kalenderjaren 2008-2012.

Deze sancties zijn te wijten aan zwartwerk of niet aangegeven cumulaties maar kunnen ook een andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld een onjuiste of laattijdig afgelegde verklaringen

jaar

Aantal sancties

2008

33.768

2009

37.678

2010

36.961

2011

27.958

2012

24.729

De sociaal controleur kan bij vaststelling van strafrechtelijk beteugelbare inbreuken beslissen om een proces–verbaal op te stellen dat aan de arbeidsauditeur wordt overgemaakt voor verdere strafrechtelijke afhandeling.

Een proces-verbaal kan aanleiding geven tot een klassering zonder gevolg, een voorstel tot minnelijke schikking, een correctionele vervolging en eventueel bestraffing, of tot een  administratieve geldboete.

Inlichtingen over het gevolg dat aan deze processen-verbaal is gegeven werden bekomen bij de Dienst administratieve geldboeten (DAG) van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werk, arbeid en sociaal overleg.

Onderstaande statistiek heeft betrekking op de door de RVA ten aanzien van werklozen opgestelde processen-verbaal vanaf 1 juli 2011. Vόόr die datum, datum van inwerkingtreding van het sociaal strafwetboek, was de DAG immers niet bevoegd om administratieve geldboeten op te leggen ten aanzien van werklozen.

Deze processen-verbaal betreffen inbreuken van valsheid, van het gebruik van valse stukken, van onjuiste of onvolledige verklaringen en van oplichting in het sociaal strafrecht.

Gevolg processen-verbaal ten laste van werklozen 1 juli 2011-16oktober 2013

Jaar 

Totaal aantal vastgestelde processen-verbaal

Aantal processen-verbaal in afwachting van de definitieve beslissing van de Arbeidsauditeur

Aantal processen-verbaal
waarvoor een administratieve geldboete werd opgelegd

Aantal processen-verbaal
die zonder gevolg werden gelaten

Aantal processen-verbaal
die nog  moeten behandeld worden door de Directie administratieve geldboeten

2011

328

100,00%

240

73,17%

1

0,30%

22

6,71%

31

9,45%

2012

681

100%

242

35,54%

0

0%

146

21,44%

188

27,61%

2013

445

100%

225

50,56%

0

0%

4

0,90%

136

30,56%

Wat betreft de strafrechterlijke vervolgingen kan het College van Procureurs-generaal niet mededelen in welke gevallen een straf werd uitgesproken door de strafrechter aangezien de statistische analysten van het openbaar ministerie niet beschikken over een gecentraliseerde databank voor de arbeidsauditoraten.

C. Het non bis in idem principe is gebaseerd op artikel 4 van het protocol nr. 7 bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Dit principe is eveneens vastgelegd in artikel 14.7 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

Ter herinnering kan gemeld worden dat het onderzoek naar de problematiek “non bis in idem” en het zoeken naar een antwoord deel uitmaakt van het actieplan van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude. Met het oog op het vinden van een globale, redelijke en evenwichtige oplossing inzake de problemen die zich stellen met de toepassing van het “non bis in idem”-principe in het sociaal strafrecht dringt zich een overleg op.

In dit kader werd een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle betrokken sociale instellingen (openbare instellingen van sociale zekerheid en federale overheidsdiensten) opgericht onder leiding van een vertegenwoordiger van de Staatssecretaris voor de bestrijding van de sociale en fiscale fraude. Deze werkgroep heeft een overzicht opgesteld van de bestaande sancties binnen de verschillende betrokken instellingen alsook een oplijsting van de situaties waar een probleem met betrekking tot het principe “non bis in idem” zou kunnen opduiken.

De Adviesraad voor het sociaal strafrecht is momenteel gelast met deze vraag en zal binnenkort haar advies geven. Van zodra dit advies beschikbaar is zullen de verschillende betrokken ministers de nodige initiatieven nemen