Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9837

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 3 september 2013

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Belgische overheid - Efficiëntie - Onderzoeken - Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) - Petercam - Audit - Maatregelen

overheidsapparaat
publieke dienst
audit
OESO
productiviteit

Chronologie

3/9/2013Verzending vraag
7/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9837 d.d. 3 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens een onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bedragen de brutolonen in België het meeste van Europa, namelijk gemiddeld 58 235 euro. Bij een vergelijking van de nettolonen komen we echter maar op een tiende plaats omdat 60 % van het brutoloon, of gemiddeld 23. 148 euro, naar de Belgische staat gaat.

Die percentages haal ik niet aan om ons goed onderbouwde, degelijk werkend sociaal systeem en ons onderwijs onderuit te halen, maar wel om de algemene reacties op het onderzoek te rapporteren: de tiende plaats op basis van het netto-inkomen komt voor een groot deel door een inefficiënt overheidsapparaat.

Uit een onderzoek van Petercam in 2010 kwam dezelfde boodschap op een andere manier naar voor. Enerzijds werd berekend in welke mate de overheden van de OESO-landen publieke voorzieningen aanboden aan hun bevolking. Dat werd berekend op basis van indicatoren die peilden naar onderwijs, gezondheid, welvaart, milieu, economie en tenslotte democratische openheid. België nam van alle OESO-landen in 2010 een 19e plaats in, waarmee het tot de lage middenmoot behoort.

Petercam wou echter ook weten hoe efficiënt het geld ingezet werd in de dienstverlening aan de burgers. Daartoe werd het bovenstaande resultaat in verhouding gezet tot het % BBP dat de Belgische overheid voor haar dienstverlening nodig had. Op basis van die meting kwam België op een 28e plaats. Als we weten dat het onderzoek gericht was naar 30 OESO-landen en België daarin de derde laatste plaats innam, kunnen we niet bepaald zeggen dat dit een bevredigende uitslag is.

Gegeven de vele besparingen in deze tijden van crisis en het feit dat er niet minder belastingen geïnd zijn, gaan we ervan uit dat het resultaat zelfs nog verslechterd is.

Het kan niet duidelijker zijn: er moet meer gebeuren met minder. Dit is enkel mogelijk indien het overheidsapparaat efficiënter functioneert. Dat betekent concreet dat er een grondige audit moet gebeuren binnen het overheidsapparaat zelf.

1) Hoe interpreteert de geachte staatssecretaris de resultaten van het onderzoek van Petercam? Ik had graag dat de staatssecretaris in zijn antwoord vooral de nadruk legt op het verschil in positionering en de mogelijke verklaringen daarvoor.

2) Zal hij maatregelen nemen of voorstellen doen, om de efficiëntie van de overheid te verhogen? Zo ja, welke?

3) Meent hij niet dat er op federaal niveau een interne audit moet gebeuren met het principe van efficiëntie en return on investment in het achterhoofd?

Antwoord ontvangen op 7 november 2013 :

In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen :  

1. De verbetering van de efficiëntie van de overheidsdiensten in de dienstverlening naar de burger – met inbegrip van de bedrijven is een constante bezorgdheid en ik verheug er mij op dat heel wat eerbiedwaardige instellingen en denktanks dit opvolgen, analyseren en hun opmerkingen en aanbevelingen terugkoppelen. De federale overheid doet dit ook via de geëigende organen en instellingen, elk binnen zijn bevoegdheden en specialiteiten. Zoals ik reeds in mijn antwoord aan het geachte lid , senator Martine Taelman (Senaat, vraag 5-3853 van 4 juli 2013) vermeldde, België beschikt met onder meer het Planbureau, het Rekenhof en het Federaal Monitoringscomité over gedegen organen die kwalitatief hoogstaande studies afleveren over het functioneren van onze overheidsdiensten. En intern zijn de verschillende auditorganen constant ex ante bezig met de impact van overheidsbeslissingen op de beoogde efficiëntie.   

2. Objectief gezien is de productiekost in de overheid gestegen tussen 2001 en 2011 van 23% van het BNP naar 26%. Hierin is het aandeel personeelskost in die periode 2001-2011 slechts met mondjesmaat gestegen (met ca. 2%) ondanks de inflatie en de bijhorende indexaanpassingen. Dit is het gevolg van het beleid. Al blijft het aandeel personeelskost in de productiekost in 2011 net geen 50%.  

Daarom hebben we als overheid tijdens deze legislatuur ook verschillende gerichte initiatieven genomen, waar èn het bewaken, zelfs het terugdringen van de kostprijs èn de verhoogde kwaliteit in dienstuitvoering en –verlening centraal staan. Dus efficiëntie- èn effectiviteitswinsten.

Ik wil hier 4 initiatieven aanhalen, op het gevaar af oneer te doen aan heel wat andere initiatieven:

3. Ten slotte, wat ten gronde de bevindingen van Petercam betreffen, wil ik het Geachte Lid er toch op wijzen dat deze studie van 2010 dateert, terwijl zoals hierboven vermeld, er sedertdien – ondanks de beperkingen in investeringen - heel wat initiatieven lopen en maatregelen werden genomen die die resultaten nuanceren en in een correct tijdsperspectief plaatsen. Ik refereer opnieuw aan de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO)-publicatie Governance at a Glance 2013 en meer bepaald aan de graad van tevredenheid en vertrouwen van de burgers en bedrijven inzake een aantal sleutelsectoren: vertrouwen in binnenlandse veiligheid, onderwijs en gezondheidszorg (grafiek 51.1). Daaruit blijkt dat :

a.  inzake binnenlandse veiligheid België de 12e plaats inneemt (OESO-gemiddelde: 22e plaats)

b.  inzake onderwijs België de 15e plaats inneemt (OESO-gemiddelde: 18e plaats)

c.  inzake gezondheidszorg België de 6e plaats inneemt (OESO- gemiddelde : 17e plaats)  

Daarnaast werkt de federale overheid, zoals eerder vermeld, reeds aan verschillende efficiëntieprogramma’s. Zo is er het selectieve vervangingsbeleid, het Optifed-programma, de doorlichting van de processen bij asiel en migratie, enz.