Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9830

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 september 2013

aan de minister van Justitie

Gemeentelijke administratieve sancties - Boetes - Gerechtelijke beroepen - Registratie

geldboete
administratieve sanctie
gemeente
beroep in administratieve zaken

Chronologie

5/9/2013Verzending vraag
13/12/2013Herkwalificatie
6/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4547

Vraag nr. 5-9830 d.d. 5 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Juridisch bevindt de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) zich in een gevaarlijke schemerzone van de rechtsstaat, want ze verlaat de belangrijke scheiding tussen rechterlijke en uitvoerende macht. De GAS-wet en de aanpassingen ervan veroorzaakten en veroorzaken daarom heel wat protest bij het maatschappelijk middenveld en academici. Niet helemaal onterecht blijkt, zo bewijst de lange reeks van ronduit ridicule, absurde en ook tragische voorbeelden van GAS-misbruiken. Deze wet smeekt dus om een bijzonder nauwgezette en vooral geobjectiveerde monitoring en evaluatie.

Op mijn schriftelijke vraag nr. 5-5864 over het aantal gerechtelijke beroepsprocedures tegen GAS- boetes en hun gevolg moest de minister mij echter het antwoord schuldig blijven. Noch het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting, noch het College van Procureurs-generaal zou over die gegevens beschikken.

Het blijft me erg verbazen hoe lokale overheden en Binnenlandse Zaken het terrein betreden dat ontegensprekelijk tot de bevoegdheid van Justitie behoorde zonder dat daar een proactieve en systematische opvolging of controle over bestaat vanuit Justitie. Erger nog, het lijkt Justitie niet eens te interesseren. Dat lijkt me erg problematisch en daarom hoop ik dat de minister mijn bekommernis en ook wel mijn argwaan niet alleen begrijpt, maar ook ter harte neemt.

Hierover de volgende vragen.

1) Gaat de geachte minister akkoord met mijn opvatting dat de GAS-wetgeving een bijzonder nauwgezette, geobjectiveerde en systematische monitoring en evaluatie vereist wegens het feit dat ze zich in de schemerzone van de rechtsstaat bevindt? Begrijpt zij dat de gerechtelijke beroepsprocedures tegen GAS-boetes en de uitkomst daarvan een belangrijke indicator kunnen vormen om al dan niet te evalueren of dit instrument correct wordt gebruikt door de lokale besturen?

2) Hoe verklaart de geachte minister dat die gegevens tot nu toe op geen enkele wijze werden geregistreerd? Hecht Justitie daar dan geen belang aan? Begrijpt zij dan het potentiële gevaar niet van het wegnemen van dit schot tussen de uitvoerende en de wetgevende macht? Gaat zij dan niet akkoord dat dit bovenal vanuit Justitie een verhoogde waakzaamheid vraagt?

3) Zal de geachte minister een initiatief ondernemen zodat die gegevens beter worden geregistreerd en ontsloten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2014 :

Ik begrijp uw bezorgdheid inzake de door u aangehaalde aangelegenheden.

De gemeenten beschikken over administratieve sancties om onbeschaafdheid doeltreffend te bestrijden. Dat maakt deel uit van hun bevoegdheid van bestuurlijke politie. Daarom zijn wij van oordeel dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van informatie over dat soort sancties. Hetzelfde geldt voor de organisatie van de gemeente in dat verband. Zo heeft de stad Luik bijvoorbeeld beslist om in 2003 een 'Bureau des amendes administratives' op te richten, dat is belast met het voorbereiden van de dossiers van de ambtenaren die bevoegd zijn om een sanctie op te leggen. Volgens het administratieve verslag 2012 van de stad Luik, werden 3 591 dossiers opgestart op basis van processen-verbaal van de politiediensten. Een andere voorbeeld is de lokale politie te Antwerpen die op haar website informatie ter beschikking stelt over de administratieve sancties. In 2012 is het aantal processen-verbaal voor inbreuken van overlast gestegen met 4%.

Het merendeel van de activiteitenverslagen van de lokale politiediensten bevatten bepaalde gegevens inzake de administratieve sancties.

Ik wil er trouwens nog op wijzen dat de minister van Binnenlandse zaken, tot wiens bevoegdheid deze materie behoort, tweejaarlijks verslag zal uitbrengen aan het Parlement over de toepassing van de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS)-wet. Daarin wordt minimaal een overzicht gegeven van het aantal administratieve geldboetes die werden opgelegd, voor welke categorieën van inbreuken en de procedurele moeilijkheden waartoe de toepassing van deze wet aanleiding heeft gegeven.

Er bestaat dus reeds een vorm van informatievergaring over de administratieve sancties. Hoe dan ook, volgens mij ressorteert het beheer van die sancties onder de gemeentelijke autonomie.