Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9584

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 17 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

de optimalisatie van financiële middelen bij de politie en de doorstroming van aspiranten naar de lokale en federale politiezones

politie
gemeentepolitie
beroepsopleiding
aanwerving
begrotingstekort

Chronologie

17/7/2013Verzending vraag
3/12/2013Rappel
18/3/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3804

Vraag nr. 5-9584 d.d. 17 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het is reeds oud nieuws dat de federale en lokale politie in moeilijke financiële papieren zitten. Als antwoord op mijn vraag om uitleg (5-3448) antwoordde u middelen gevonden te hebben die geoptimaliseerd zullen worden binnen de federale politie om met hetzelfde meer te kunnen doen en zo een stabiele financiering te verkrijgen.

Toch bereiken mij berichten via vakbonden, experts en de dagelijkse kranten dat het veel slechter gaat met de financiering dan u aan de buitenwereld doet uitschijnen. Sommigen durven zelfs al te stellen dat de politie zowel federaal als lokaal virtueel failliet is. De stakingsaanzeggingen van het NSPV en het ACOD liegen er niet om.

Een nieuw probleem doet zich voor: zowel de federale politie als de lokale politie hebben de budgettaire mogelijkheid niet om 1 400 aspiranten aan te trekken die dit jaar zullen afstuderen. Ook rond deze thematiek gaf u als antwoord op vraag 5-3448 aan dat de optimalisatie van de middelen zal gaan naar de aanwerving van operationeel personeel. Blijkbaar niet genoeg, zoals de media aanhalen.

Volgende vragen had ik graag gesteld aan de minister:

1) Kan de minister concreet duiden welke middelen zij binnen de politiewerking gevonden heeft die vervolgens geoptimaliseerd zullen worden? Welke investeringen zult u precies uitvoeren?

2) Wat is de verhouding in de kosten tussen startend actief operationeel personeel en aspiranten die aan een minimumloon doorbetaald moeten worden door de federale politie vanwege hun niet-activiteit?

3) Hebt u enig zicht in het aantal rekruten dat nodig zijn voor de lokale en de federale politiezones en het aantal dat financieel haalbaar is aan te werven? (liefst onderscheid tussen lokaal en federaal niveau)

Antwoord ontvangen op 18 maart 2014 :

1. Gezien de budgettaire context, is het van essentieel belang om manieren te vinden om personeel en nieuwe aanwervingen te waarborgen, door middel van interne optimalisatiemaatregelen en extra inkomsten.

De belangrijkste doelstelling is de operationele capaciteit en beschikbaarheid te versterken, met andere woorden de aanwezigheid van de politie op het terrein, om zo goed mogelijk te kunnen blijven voldoen aan de vele uitdagingen met betrekking tot de veiligheid.

Op mijn initiatief werd een werkgroep opgericht om voorstellen te formuleren betreffende ‘Optimalisatie van de federale politie’.

In het verlengde van dit verslag rond ik momenteel een ‘Plan tot optimalisatie van de politiediensten’ af.

Dit plan bevat een twintigtal doelstellingen die een invloed hebben op zowel de geïntegreerde politie als de federale politie en de lokale politie.

Wat de facturatie van politie-inzet aan de organisatoren van evenementen betreft, heb ik alle voorstellen ingediend, zowel wat de lokale politie betreft, in uitvoering van artikel 90 van de wet op de geïntegreerde politie, als wat de federale politie betreft (artikel 115). U weet dat het politieke debat daarover nog bezig is. Ik stel vast dat de wetgever in die mogelijkheid heeft voorzien en dat er daar nog een marge is voor alternatieve financiering.

2. Op uw vraag betreffende het zogezegde “minimumloon van aspiranten die door de federale politie moeten worden doorbetaald, in afwachting van hun doorstroming naar de lokale politie”, kan ik u antwoorden dat alle laureaten dezelfde loonschalen van inspecteur genieten, onafhankelijk van hun inzet bij de federale of de lokale politie.

3. Wat uw derde vraag betreft, verwijs ik naar de aanpassing van het rekruteringsconcept op zich, waardoor vraag en aanbod veel beter op mekaar worden afgestemd.

Ik verwijs u hiervoor naar het koninklijk besluit van 14 april 2013 en naar het ministerieel besluit van 16 april 2013, omstandig toegelicht door mijn circulaire GPI 73 van 14 mei 2013, die samen werden gepubliceerd in het Staatsblad van 27 mei 2013.

Om met de meest accurate cijfers te werken, heb ik alle politiezones aangeschreven, om mij hun geactualiseerde behoeften inzake inspecteurs over te maken.

Meer en meer komen er immers meldingen van zones waaronder zelfs van grote steden die laten weten dat ze minder zouden aanwerven gelet op de geplande graduele verhogingen van de patronale pensioenlasten.

Uiteraard is dat belangrijk om te weten hoeveel aspiranten uiteindelijk best worden aangeworven.

Mijn brief naar de 195 zones is verstuurd en in functie van de antwoorden zal het objectief mogelijks worden bijgesteld.