Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9552

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

een wetsvoorstel in Egypte dat niet-gouvernementele organisaties streng aan banden legt

vrijheid van vereniging
Belgen in het buitenland
vrijheid van meningsuiting
wetsvoorstel
niet-gouvernementele organisatie
Egypte

Chronologie

12/7/2013Verzending vraag
16/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3673

Vraag nr. 5-9552 d.d. 12 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel behandelt de Egyptische Shura Raad een wetsvoorstel waarin nieuwe restricties staan voor niet-gouvernementele organisaties. De wet kan het einde betekenen van onafhankelijke maatschappelijke organisaties in het land. In het wetsvoorstel staat bijvoorbeeld dat alle organisaties die zich willen registreren zich voorafgaandelijk moeten melden bij het ministerie van Sociale Zaken, dat er bezwaar tegen kan maken. Ook staan er in het wetsvoorstel nog meer stringente regels over het ontvangen van financiering uit het buitenland, terwijl die regels nu al uiterst streng zijn. De autoriteiten krijgen volgens het voorstel bovendien jaarlijks inzicht in de volledige administratie, activiteiten en fondsen van NGO's. Dit opent de deur voor bemoeienis van veiligheidsdiensten met het werk van deze particuliere verenigingen.

Sinds de revolutie in Egypte in januari 2011 kregen NGO's al zware restricties opgelegd, onder meer voor het onderhouden van contacten met buitenlandse organisaties en financiering uit het buitenland. Dit uitte zich reeds in een recent proces, waarbij 43 medewerkers van NGO's tot gevangenisstraffen tussen een en vijf jaar werden veroordeeld. Het ging daarbij vooral om buitenlanders, die het land gelukkig hadden verlaten voor de uitspraak. Deze medewerkers werden beschuldigd van illegale geldtransfers en werken zonder vergunning.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de minister op de hoogte van de op til zijnde wetswijziging betreffende de verdere regulering van niet-gouvernementele organisaties? Hoe beoordeelt hij deze? Deelt hij mijn mening dat deze wijzigingen een schending van de vrijheid van verenging en de vrije meningsuiting inhouden?

2) Is er op bilateraal en/of op Europees niveau met de Egyptische autoriteiten gesproken om bezwaar aan te tekenen tegen dit wetsvoorstel? Op welke wijze? Zo neen, is de minister bereid hier alsnog werk van te maken?

3) De minister heeft in een persmededeling zijn ongerustheid geuit over de veroordeling van de 43 medewerkers van enkele NGO's in Egypte. Heeft hij die bezorgdheid ook rechtstreeks geuit aan de Egyptische autoriteiten? Met welk resultaat?

4) Heeft de minister een zicht op het aantal Belgen dat werkzaam is in NGO's in Egypte? In welke mate lopen zij gevaar om te worden aangeklaagd op basis van de huidige en de nieuwe wetgeving? Zijn er onder hen reeds aangeklaagden? Bestaan er (evacuatie)plannen om hen te helpen in geval van nood?

Antwoord ontvangen op 16 oktober 2013 :

  1. Ja, ik ben op de hoogte van de wetsvoorstellen betreffende Niet gouvernementele organisaties (NGOs). U verwijst zelf naar mijn persbericht van 5 juni, waarin u mijn verontruste reactie kon lezen op de zware celstraffen deze NGO-medewerkers hebben gekregen. In datzelfde persbericht heb ik de Egyptische overheid opgeroepen om werk te maken van een open en vrije dialoog met de vertegenwoordigers van de samenleving want vrij werkende NGO’s zijn essentieel voor de democratie en de bevordering en bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden. Om die reden is het ook belangrijk dat het wetgevende kader voor niet-gouvernementele organisaties in Egypte van die aard is dat het werk van deze organisaties niet belemmerd wordt. De verschillende wetsvoorstellen die hieromtrent circuleren zouden samen met deze veroordeling de vrijheid van mening en de vrijheid van vereniging in Egypte verder in het gedrang kunnen brengen.

  2. De Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid van de Europese Unie, die vorige maand Egypte heeft bezocht, heeft samen met Commissaris Füle in gelijkaardige termen haar ongerustheid over deze veroordelingen geuit en het belang van de burgermaatschappij in Egypte benadrukt. De EU Speciale Vertegenwoordiger voor mensenrechten, Stavros Lambrinidis, volgt de ontwikkelingen op vlak van mensenrechten in Egypte van zeer nabij en op proactieve wijze op. Zo reisde hij het afgelopen half jaar reeds drie keer naar Egypte. Zijn meest recente bezoek dateert van 16 juni en had de plannen voor NGO wetgeving als agendapunt.

  3. Ik heb nog niet de kans gehad om mijn bezorgdheid rechtstreeks te uiten aan de Egyptische autoriteiten, maar ik zal niet nalaten dit te doen zodra de gelegenheid zich voordoet. Ik ben van plan om in één van de komende weken naar Egypte af te reizen. Ik wil er politieke contacten hebben om de situatie in het land beter in te schatten. Uiteraard zal ik bij die gelegenheid niet nalaten om het onderwerp mensenrechten ter sprake te brengen. Ik ben ook van plan om het middenveld daar te ontmoeten.

  4. Ik heb geen zicht op het aantal Belgen dat werkzaam is in NGOs in Egypte. Er zijn onder de aangeklaagden geen Belgen.

  5. De EU zal de evolutie aandachtig en met waakzaamheid blijven volgen. De huidige ontwikkelingen zullen natuurlijk bepalen wat de toekomst zal brengen. De transitie in een land zoals Egypte is zeker complex en zal veel waakzaamheid vereisen.