Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9505

van Dominique Tilmans (MR) d.d. 5 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) - Behandeling- Lucentis - Kapitalisatie van de doses - Standpunt van het Rijksintstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) - Stand van het dossier

oogziekte
geneesmiddel
ziekteverzekering

Chronologie

5/7/2013Verzending vraag
12/3/2014Antwoord

Vraag nr. 5-9505 d.d. 5 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 1 maart 2013 hebt u geantwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5-7959 over leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD), waarvoor mijn dank. Ik kom nu terug op de problematiek van de vaststelling van het aantal doses Lucentis per jaar, dat in de tijd beperkt is.

De behandeling van LMD op basis van Lucentis wordt sinds 2007door het Rijksintstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) terugbetaald met een maximum van:

- acht inentingen per oog het eerste jaar;

- zes per oog het tweede jaar;

- vier per oog het derde jaar.

Vanaf het vierde jaar wordt de terugbetaling stopgezet.

Mag ik u eraan herinneren dat:

- LMD een ziekte is die de ogen aantast en die, als ze niet behandeld wordt, kan leiden tot snel gezichtsverlies;

- LMD de belangrijkste oorzaak is van gezichtsverlies bij zestigplussers in ontwikkelde landen. In België treft LMD meer dan dertigduizend personen en elk jaar worden vijfduizend nieuwe gevallen gemeld;

- het risico op het ontstaan van de ziekte toeneemt met de leeftijd en meer dan 25% van de bevolking treft na de leeftijd van vijfenzeventig jaar.

In uw antwoord meldt u dat voor de meeste patiënten die lijden aan LMD, een verlenging van de behandeling met Lucentis nutteloos is en de patiënt niets oplevert. Met Lucentis kan de ziekte echter verschillende jaren gestabiliseerd worden en misschien een beetje worden teruggedrongen. Jammer genoeg geneest het middel LMD niet definitief.

Eigenlijk moeten bepaalde patiënten, in het begin van de ziekte, niet het aantal toegestane injecties per jaar krijgen. Anderen overschrijden het aantal en, ondanks het goede resultaat, mogen ze niet de behandeling krijgen die hun aandoening vergt, of op zijn minst aanspraak maken op een herverdeling van de injecties volgens hun precieze noden.

Het zou dus zeer belangrijk zijn het aantal doses te kunnen spreiden over verschillende jaren, het totale aantal te verdelen naargelang de evolutie van de ziekte en de adviezen van de oogarts. Die maatregel zou het mogelijk maken de behandeling te verlengen en aldus de evolutie van deze onomkeerbare ziekte, namelijk blindheid, zo lang mogelijk uit te stellen.

1) Zonder behandeling zullen de helft van de personen die getroffen worden door LMD hun zicht verliezen, sommigen onder hen zelfs binnen het jaar. Is het niet beter de doses Lucentis toe te dienen naargelang van de evolutie van LMD - eerder dan volgens het door het RIZIV vastgestelde jaarlijkse aantal - zodat de betrokken personen hun autonomie kunnen behouden? Of verkiest men de behandeling stop te zetten uit besparingsoverwegingen en deze patiënten afhankelijk te maken, zodat ze dagelijks hulp en zeer verregaande begeleidingsmaatregelen nodig hebben ?

2) In maart 2013 hebt u tot besluit van uw antwoord gemeld dat u met het RIZIV samenwerkte in verband met LMD en dat u mij zou informeren zodra er maatregelen inzake registratie of terugbetaling zouden worden goedgekeurd. Hoe staat het met die maatregelen?

Antwoord ontvangen op 12 maart 2014 :

De vergoedingsvoorwaarden van de specialiteit Lucentis® zijn gebaseerd op de resultaten van de tot op heden uitgevoerde studies voor de behandeling van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (LMD). Geen enkele studie heeft aangetoond dat een langer gebruik van Lucentis®, langer dan drie jaar, gerechtvaardigd is. Het is echter evident dat indien er studies het belang zouden aantonen van een herziening van de verdeling, van het aantal toegediende doses per behandelingsjaar, en de behandelingsduur, de firma ongetwijfeld een aanvraag tot wijziging van de vergoedingsvoorwaarden bij de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) zou aanvragen. Jammer genoeg, gezien deze gegevens ontbreken, kan de CTG het opstarten van een procedure wijziging van de vergoedingsvoorwaarden voor de specialiteit Lucentis® niet rechtvaardigen.

Overigens kan ik u informeren dat er een lange termijn studie, studie LUMINOUS, lopende is en deze tegen eind 2016 antwoorden zou kunnen verschaffen omtrent de veiligheid en de doeltreffendheid (gegevens op 5 jaar).

Ten slotte, om te antwoorden op uw tweede vraag, wil ik u informeren dat vanaf 1 augustus 2013, de vergoedingsbases van Lucentis® en Eylea® met 15% zijn verlaagd en dit ten opzichte van de huidige vergoedingsbasis van Lucentis®. Anderzijds blijven de vergoedingsvoorwaarden in het kader van de behandeling van LMD ongewijzigd.