Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9465

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 5 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De beschermingsmaatregelen van oudere werknemers bij de politie

politie
gemeentepolitie
oudere werknemer
nachtwerk

Chronologie

5/7/2013Verzending vraag
16/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3723

Vraag nr. 5-9465 d.d. 5 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de vergrijzing en de stijgende kost van het sociaal systeem zal de regering genoodzaakt zijn in de toekomst de reële pensioenleeftijd te verhogen.

Een van de maatregelen die moeten worden genomen om mensen langer te doen werken, is werk werkbaar houden voor mensen in het algemeen en voor ouderen in het bijzonder.

Ook de politie probeert haar werk werkbaar te houden. Zo werden in het sectoraal akkoord van 10 maart 2010 maatregelen genomen om het jaarlijks verlof progressief te laten stijgen met de leeftijd en staat er in het K.B. van 2001 (regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten) dat oudere werknemers (5 jaar vóór hun pensioenaanvraag) een aanvraag kunnen indienen om geen nachtdiensten meer te moeten draaien.

Terwijl de maatregelen van het sectoraal akkoord goed worden uitgevoerd door zowel de lokale als de federale politie, is dit bij de regeling van de nachtdiensten enigszins anders. Hoewel het eenheidsstatuut geldt voor zowel lokale als federale politieambtenaren, wordt dit bij de federale en de lokale politie anders ingevuld.

Bij de federale politie worden de politieambtenaren die een goedkeuring hebben gekregen om geen nachtdiensten te moeten doen, beschouwd als volwaardig lid in de week en als 2/3 lid in het weekend. Hierdoor worden zij financieel benadeeld.

Bij de lokale politie daarentegen blijft men volwaardig lid.

De oudere personeelsleden van de federale politie kunnen toch niet de dupe worden van het personeelsbeleid en de financiële toestand van de federale politie.

Hieromtrent had ik graag volgende vragen gesteld:

1) Is de minister op de hoogte van de verschillende toepassing van het sectoraal akkoord?

2) Zo ja, waarom werd dit niet besproken met de vakbonden via het Hoog Overlegcomité voor de politiediensten?

3) Zo nee, zal de minister maatregelen nemen om dit verschil weg te werken? Of - en dat geniet mijn voorkeur - speelt hier een zekere autonomie - van de politiezone?

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

Om van deze vrijstelling te kunnen genieten moet het personeelslid een schriftelijk verzoek indienen bij de bevoegde overheid (wat de lokale politie betreft: de korpschef of de door hem aangewezen overheid; wat de federale politie betreft, de commissaris-generaal, de directeurs-generaal of de door hen aangewezen overheid), die over een termijn 3 maanden beschikt om de betrokkene schriftelijk een arbeidsregeling voor te stellen die uitsluitend overdag geplande prestaties omvat en die overeenstemt met zijn graad en ambt.

In een aantal gevallen, bijvoorbeeld door de specificiteit van de dienst, zal een vrijstelling van nachtprestaties niet mogelijk zijn. In dat geval krijgt het personeelslid de keuze: zijn/haar huidige bediening behouden of een herplaatsing vragen in een betrekking waar hij/zij de mogelijkheid krijgt uitsluitend dagprestaties te verrichten.

Gezien de bevoegde overheid verantwoordelijk is voor de goede werking van zijn/haar diensten, rekening houdend met het welzijn van het personeel, laat ik de autonomie spelen. Er is dus mijns inziens geen enkele reden om deze problematiek aan te kaarten op het Hoog Overlegcomité (HOC).