De mogelijke strafbaarheid van het gebruik van traangas door de ordediensten
politie
niet dodelijk wapen
recht tot betogen
chemisch wapen
gemeentepolitie
bewapening
5/7/2013 | Verzending vraag |
16/4/2014 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3657
Het klinkt enigszins cynisch, maar ongeveer een eeuw geleden, op 23 augustus 1914 gebruikte het Franse leger voor het eerst een vorm van traangas in zijn gevechten tegen de Duitse troepen in de Elzas. Meteen na WO I werd het gebruik ervan verboden door de Conventie van Genčve. Toch behielden de ordetroepen het recht op het gebruik ervan, zij het met bepaalde beperkingen: enkel door getrainde politietroepen, begrensde concentratiewaarden en uitzonderlijk in binnenruimtes. Het gebruikte gas wijzigde in de loop van de jaren, het zou nu gaan over het zgn. CS-gas. Dit gas is niet dodelijk maar voldoende werkzaam om mensen helemaal uit hun lood te slaan, gepaard gaande met hevig geďrriteerde traanklieren en intensieve hoest- en niesbuien. Een pepperspray sorteert soortgelijke effecten, maar dan gaat het over een individueel gericht wapen. Traangas wordt gebruikt tegenover groepen, zelfs massa's van mensen, waarbij het gas zich in wolken verspreidt.
Momenteel, sinds een conventie uit 1993, is het gebruik van traangas enkel verboden in oorlog, om mogelijke verwarring met andere toxische gassen te vermijden.
De recente beelden van de rellen in verschillende Turkse steden illustreerden nogmaals de gevaarlijke en vooral pijnlijke effecten van traangasgebruik. Daarbij valt op dat dit gas zich onmogelijk kan beperken tot bijv. een groep betogers of amokmakers maar zich, gedragen door onvoorspelbare luchtturbulenties, laat verspreiden over grote gebieden. Oncontroleerbaar. Daarbij kan men zich de vraag stellen of in een democratische rechtsstaat het gebruik van traangas nog wel toelaatbaar is om te trachten burgerlijk protest te beheersen. Daarbij spelen mijns inziens twee belangrijke elementen een bepalende rol: (1) het gebruik is amper beheersbaar en overstijgt het geweld tegen een of meer individuen - wat wel geldt voor bijv. de pepperspray, de matrak enz. en (2) het is onmiskenbaar een vorm van chemische oorlogsvoering, dit in een niet-oorlogssituatie, wat toch morele en ethische vragen doet rijzen.
Kan de minister begrip opbrengen voor het in vraag stellen van het gebruik van traangas door ordetroepen bij het bedwingen van stakingen of burgerlijke acties? Beaamt de minister dat het gebruik van traangas amper tot niet beheersbaar is in zijn bereik en dus ook in de begrenzing van de mogelijke slachtoffers ervan? Deelt de minister de analyse dat het hier gaat om een vorm van chemische oorlogsvoering, in een niet-oorlogssituatie, en dat het gebruik van traangas moeilijk spoort met de principes van een democratische rechtsstaat?
Aan welke richtlijnen en toetsing aan welke criteria is het gebruik van traangas momenteel gebonden, wie hanteert deze en neemt een besluit tot aanwending van traangas? Zijn er gevallen bekend waarbij het gebruik van traangas ernstige letsels veroorzaakte, zowel bij de beoogde doelgroep als bij de ordehandhavers? Kan de minister garanderen dat het gebruik van traangas door de ordetroepen, naast oppervlakkige irritaties, geen blijvende of ernstige gezondheidseffecten teweegbrengt? Beschikt de minister daaromtrent over wetenschappelijke studies en onderzoeken - zo ja, welke, van wie en uit welk jaar?
Het gebruik van “neutraliserende middelen” zoals traangas door de politie, maakt het voorwerp uit van het koninklijk besluit van 22 juni 2007 en van de circulaire GPI 62 van 29 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie.
Tevens wens ik te verduidelijken dat de pepperspray in flacons (een “neutraliserend” middel met klein vermogen), die deel uitmaakt van de individuele bewapening van de politiemensen, uitsluitend is samengesteld uit Oleoresine Capsicum (OC), wat een organisch product is, biologisch afbreekbaar en aldus zelfs “geschikt voor consumptie”.
Het traangas in spuitbussen, of in patronen die worden afgevuurd, is een neutraliserend middel met groter vermogen, dat in de collectieve bewapening van onze politiediensten werd opgenomen. Het is samengesteld uit hetzelfde OC, ofwel uit CS.
Het CS gas wordt inderdaad geclassificeerd als een irriterend en tranend chemisch product. De gasflessen en –patronen die door de politiediensten gebruikt worden bevatten echter, vergeleken met de militaire toepassingen, slechts een kleine hoeveelheid CS.
Het gebruik van traangas door de politie is onderworpen aan de algemene principes, zoals vervat in de artikelen 1 en 37 van de Wet op het politieambt, die het gebruik van elk wapen, al dan niet dodelijk, door de leden van de politiediensten regelen.
Op basis van deze bepalingen moet de aanwending van geweld :
een legitieme doelstelling nastreven en subsidiair
(de doelstelling kan niet op een minder gewelddadige manier bereikt worden), proportioneel en opportuun zijn;
en vooraf gegaan worden door een waarschuwing.
De integratie van de niet dodelijke wapens, zoals traangas en de wapenstok, in de reglementaire politiebewapening, beantwoordt aldus aan de vereisten van progressiviteit en proportionaliteit van het gebruik van geweld.
Deze principes worden onderwezen tijdens de basisopleiding van de politiemensen en worden herhaald tijdens iedere training waarbij het gebruik van wapens wordt geoefend.
De strikte criteria betreffende de samenstelling en het gebruik van traangas worden opgelegd door de normenboeken en handboeken betreffende de politiebewapening.
De verschillende gebruikstechnieken om traangas te verspreiden, evenals het gevaar voor derden, komen aan bod in de basisopleiding van de politie.
Het gebruik van traangas met groter vermogen (samengesteld uit ofwel CS ofwel OC) is bovendien beperkt tot de interventiemogelijkheden ten opzichte van grote groepen, in grote open plaatsen en wordt vooraf gegaan door een waarschuwing, die de manifestanten toelaat zich van de plaats te verwijderen.
De politionele richtlijnen betreffen evenzeer de begeleidings- en decontaminatiemaatregelen in geval er traangas wordt gebruikt.
Deze maatregelen hebben tot doel om de nazorg van de blootgestelde personen te waarborgen (ventilatie, spoeling, een dokter oproepen, enz.)
Na elk gebruik van traangas moet een gedetailleerd verslag worden opgesteld door de verantwoordelijke officier op het terrein.
De toepassing van deze principes op ieder gebruik van geweld door de politie beantwoordt mijns inziens aan de democratische eisen van een rechtsstaat, binnen het raam van het genegocieerd gebruik van de openbare ruimte.
Ik heb geen kennis van gevallen van ernstige of blijvende letsels bij politiemensen of derden wegens het gebruik van traangas, noch van wetenschappelijk onderzoek in dat verband.