Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9415

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

Defensie - Benelux-samenwerking - Doelstellingen - Meerwaarden

Benelux
militaire samenwerking

Chronologie

26/6/2013Verzending vraag
25/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9415 d.d. 26 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Belgisch Militair Tijdschrift/Revue Militaire Belge, jaargang 2013, juni 2013, bevat een bijdrage met als titel "De Benelux-defensiesamenwerking" van twee officieren van het Belgische leger. In het besluit van dit artikel beklemtonen ze dat de Benelux-defensiesamenwerking van groot belang is om het Belgische, Nederlandse en Luxemburgse beleid, ter ondersteuning van het EU-veiligheids-, buitenlands- en defensiebeleid, te versterken. In deze zin sluit het artikel met het citaat "It is not the silver bullet, but it might be the only bullet left", waaruit een zeker defaitisme spreekt en tegelijkertijd de hoop om via samenwerking met Nederland en Luxemburg toch nog wat van de "meubelen" te redden.

Hierover de volgende vragen.

1) Wat zijn de expliciete doelstellingen van de Benelux-defensiesamenwerking? Zijn ze zogenaamd "smart" geformuleerd en zo ja, hoe luiden ze?

2) Wat zijn de meerwaarden, de winstpunten van de Benelux-defensiesamenwerking? Hoe worden ze berekend of via welke methodes worden ze bepaald?

3) In welke mate gaat de samenwerking binnen de Benelux verder dan die binnen andere Europese verbanden, zeker nu de WEU niet meer bestaat?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2013 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De “Benelux-verklaring over samenwerking op defensievlak” van 18 april 2012 herneemt expliciet als gemeenschappelijke doelstellingen “de militaire doeltreffendheid te verhogen door onze strijdkrachten dichter bij elkaar te brengen, kosten waar mogelijk te delen en de output te vergroten ten gunste van onze operationele capaciteiten”.

2. Dit partnerschap laat toe de nodige strategische capaciteiten te behouden, omdat de hoge werkingskosten steeds moeilijker door de individuele landen kunnen worden gedragen. Deze kosten worden verminderd door verdere integratie in de domeinen zoals opleiding, training en onderhoud. Kleinere landen worden zeer snel geconfronteerd met onsamendrukbare personeels- en werkingskosten, onder meer door de zogenaamde overheads. Multilaterale samenwerking kan deze grote overheads verkleinen en zo helpen de kosten te reduceren. Zo streeft de Benelux-defensiesamenwerking naar een gunstige kosten-batenbalans waarbij de drie partners over het geheel van de samenwerking een win-win situatie kunnen nastreven. Op langere termijn kan coördinatie binnen de samenwerking er toe leiden dat de nationale defensieplanningsprocessen beter geharmoniseerd worden zowel binnen de Benelux, als binnen de Europese unie (EU) en de NAVO. Bovendien is de Benelux als regionale samenwerkingsstructuur een grotere militaire entiteit en bijgevolg attractiever voor grotere partners.

3. Een regionale aanpak, met een beperkt aantal deelnemers van vergelijkbare grootte en met een gelijkaardige visie op Defensie, is pragmatischer gebleken dan een “whole of Europe”-aanpak. In deze context is er niet alleen de gemeenschappelijke opleiding en training van piloten met Frankrijk, maar ook de diepgaande Belgisch – Nederlandse marine samenwerking BENESAM, die in EU- en NAVO-kringen als een referentie voor regionale samenwerking wordt beschouwd. De opgedane ervaring in het kader van BENESAM wordt trouwens gebruikt om de samenwerking in de andere domeinen van het defensiegebied verder te verbreden en te verdiepen. Door deze jarenlange ervaring in de domeinen van logistiek en onderhoud, opleiding en training, de uitvoering van militaire taken en de aanschaf van materieel heeft de Benelux-defensiesamenwerking een stap voor op andere, recentere, samenwerkingsverbanden.