Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9195

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 juni 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

De aanbeveling van de Federale Ombudsman inzake het recht om te huwen

huwelijk
Dienst Vreemdelingenzaken
Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
toelating van vreemdelingen
familiemigratie

Chronologie

5/6/2013Verzending vraag
11/6/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3477

Vraag nr. 5-9195 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het jaarverslag van de Federale Ombudsman biedt een meer dan relevante staalkaart van de zwaktes en euvels in onze federale overheidsdiensten. Gebaseerd op de soms tragische realiteit, verzamelt dit jaarverslag niet alleen getuigenissen, maar formuleert ook gerichte aanbevelingen.

Een aanbeveling richt zich heel specifiek naar de Dienst Vreemdelingenzaken bij de FOD Binnenlandse Zaken. De ombudsman, op pagina 49, verwijst naar een casus waarbij de DVZ het Belgische Consulaat-generaal in Marokko opdraagt om eerst de betaling van de kosten voor een eerdere repatriëring te eisen, vooraleer een visum met het oog op een huwelijk uit te reiken. De ombudsman stelt daarbij onomwonden en letterlijk dat de DVZ hierdoor artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens schendt en zich ongeoorloofd inmengt in het gezinsleven. De ombudsman adviseert de DVZ indringend dat het onwettelijk is dat deze dienst bijkomende voorwaarden stelt aan het recht om te huwen.

Beaamt de staatssecretaris de kritiek van de ombudsman, zoals verwoord in zijn jaarverslag, die de DVZ letterlijk wijst op een schending van het EVRM en een onheuse inmenging in het gezinsleven door bijkomende eisen te stellen, namelijk het betalen van een openstaande factuur, alvorens een visum met het oog op een huwelijk uit te reiken?

Zal de staatssecretaris meteen en overduidelijk opdracht geven aan de DVZ om de aanbeveling van de ombudsman te volgen en hun aanpak in deze radicaal te veranderen? Zo ja, vanaf wanneer zal Fedasil deze negatieve behandeling omzetten in een positieve? Zo neen, waarom gaat de staatssecretaris deze krachtige aanbeveling van de ombudsman negeren?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Er dienen twee zaken goed onderscheiden te worden. Enerzijds is er de verstrekking van een visum type D gezinshereniging en anderzijds is er de verstrekking van een visum type C met het oog op een huwelijk.

In het kader van een visum D gezinshereniging eist de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) geenszins dat de betrokkene eventuele repatriëringskosten terugbetaalt vooraleer een visum wordt afgeleverd. De reden hiervoor is eenvoudig : in een dergelijk geval bestaat de familieband al.

Een visum met het oog op het sluiten van een huwelijk in België is echter een visum type C, slechts geldig voor een kort verblijf (maximaal drie maanden). Op het moment van de visumaanvraag bestaat er nog geen familieband (vandaar overigens ook de eis van bijvoorbeeld een tenlasteneming).

De DVZ verhindert overigens niet dat betrokkenen zouden kunnen huwen maar stelt geheel terecht een aantal voorwaarden aan de betreding van het grondgebied. Het terugbetalen van de repatriëringskosten wordt gevraagd voor alle visa kort verblijf.

DVZ heeft dit standpunt aan de Federale Ombudsman begin april gecommuniceerd.