Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9171

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 30 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Brussel - Taalpremies - Tweetaligheid - Federale Overheid - Bedragen

Hoofdstedelijk Gewest Brussels
tweetaligheid
taalgebruik
gemeente

Chronologie

30/5/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9171 d.d. 30 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Iedere Brusselse gemeente heeft zijn eigen reglementering voor de uitreiking van taalpremies aan zijn ambtenaren. In het kader van het federaal onderhandelde Vlinderakkoord werd 25 miljoen euro voorzien voor de bevordering van de tweetaligheid door middel van de financiering van taalpremies:

"Door alle ambtenaren (vastbenoemd en met een arbeidsovereenkomst) die over een taalbrevet beschikken op juridisch vlak gewaarborgde taalpremies toe te kennen zal de tweetaligheid nog meer worden aangemoedigd. Het bedrag van de premies zal variëren volgens het door de ambtenaar aangetoonde taalkennisniveau. De financiering van de taalpremies zal, voor een forfaitair bedrag dat met het gemiddelde bedrag van de huidige toegekende premies overeenstemt, voor rekening van de federale overheid zijn." (Vlinderakkoord, p. 57).

Dit werd ook zo gebudgetteerd: 25 miljoen euro in 2012 (begrotingsaanpassing) en 25,475 miljoen in 2013 (zie "Toelage ter bevordering van de tweetaligheid in de Brusselse instellingen", Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013, DOC 53 2522/001, p. 269).

De taalpremies voor de gemeentebeambten worden door de federale overheid rechtstreeks aan de gemeenten betaald. Om die reden zijn slechts 4 miljoen euro ingeschreven in de begroting van de taalpremies van het Brussels Gewest. Het Gewest werd belast met het verzamelen van de gegevens van de gemeenten en de OCMW's, om ze door te geven aan de minister van Binnenlandse Zaken, zodat zij de bedragen die daartoe voorzien zijn kan verdelen, zo lichtte Charles Picqué toe bij de bespreking van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2013 (Stuk A-327/4 - 2012/2013 - p. 36).

Mijn vragen zijn daarom de volgende:

1) Welke gegevens heeft de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gekregen? Wanneer?

2) Hoeveel kreeg of krijgt elk van de 19 Brusselse gemeenten van de federale overheid (voor 2012 en 2013)? In welk koninklijk besluit werden die omschreven?

3) Hoeveel kreeg of krijgt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2012 en 2013? Op basis van welke parameters kwam men tot dit bedrag?

4) Komt het bedrag van 25 miljoen euro bovenop de bedragen die in de voorgaande jaren voor de gemeenten en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest werden voorzien? Hoe ziet de minister erop toe dat de 25 miljoen euro federale middelen niet gewoonweg als vervanging van de eigen uitgaven dienen?

Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

1) Het overzicht van de personeelsleden die op datum van 31 december 2011 een premie krijgen (premies die voor 2012 betaald moeten worden), werd ontvangen op 5 oktober 2012. De overzichten van de personeelsleden die op 31 december 2012 een premie krijgen (premies die voor 2013 betaald moeten worden) voor de verschillende gewestelijke instanties, werden in februari 2013 ontvangen en het door het Gewest gecentraliseerde dossier voor de gemeenten en de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) werd op 2 april 2013 ontvangen.

2) Het koninklijk besluit van 23 mei 2013 kent voor het jaar 2013 de subsidies toe voor de financiering van de taalpremies ten gunste van de Brusselse instellingen en diensten. U zal merken dat de 19 Brusselse gemeenten in totaal 10 484 177 euro krijgen. Dat bedrag wordt verdeeld in verhouding tot het aantal personeelsleden dat een taalpremie geniet op 31 december 2011. Dit besluit wordt als bijlage bij dit antwoord bijgevoegd.

De ontvangen overzichten voor de bepaling van de subsidies voor het jaar 2013 worden momenteel gecontroleerd en het bedrag dat de gemeenten zullen ontvangen, staat nog niet vast.

3) Het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal 1 563 388 euro ontvangen vooor het jaar 2012 op basis van het voormelde besluit. Voor 2013 worden de gegevens nog gecontroleerd en staat het bedrag dat gestort zal worden, nog niet vast.

De parameters die gebruikt worden voor de vastlegging van de subsidies aan de gewestelijke, gemeenschaps- en lokale instellingen en diensten, zie die welke vastgelegd zijn in artikel 10 van de wet van 19 juli 2012 houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen. In voorkomend geval werd de 25 miljoen euro voor 2012, verdeeld tussen de diensten en instellingen die een overzicht ingediend hebben van hun personeelsleden die op 31 december 2011 een premie genieten, in verhouding tot dat aantal personeelsleden.

Vanaf 2013 zal de geïndexeerde 25 miljoen euro jaarlijks verdeeld worden tussen de diensten en instellingen die binnen de opgelegde termijnen een overzicht ingediend hebben van hun personeelsleden die in de loop van het vorige jaar een taalpremie genoten hebben, alsook het bedrag dat in dat kader gestort werd. De verdeling zal berekend worden in verhouding tot dat aantal personeelsleden per dienst of instelling, zonder dat het aan elke dienst of instelling gestorte bedrag hoger mag zijn dan het bedrag betaald aan de personeelsleden.

4) Het Fonds voor de financiering van de taalpremies werd opgericht om de premies te subsidiëren die door die gewestelijke of lokale besturen betaald worden aan de houders van een brevet inzake kennis van de tweede landstaal uitgereikt overeenkomstig de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken. De aldus vrijgemaakte middelen zullen die lokale en gewestelijke besturen en instellingen de mogelijkheid geven om hun tweetaligheidsbeleid, binnen het kader van hun bevoegdheden, te verruimen ten gunste van hun personeelsleden. De minister van Binnenlandse zaken is bevoegd voor de aanwending van dit financieringsmechanisme, niet voor de controle op het gebruik ervan door de gewestelijke en lokale overheden.