Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9159

van Willy Demeyer (PS) d.d. 28 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Ontsporing van een goederentrein in Schellebelle - Gevaarlijke zone - Bpost - Aanwezigheid van postbodes - Crisiscentrum - Communicatielijn - Tekortkoming

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
postdienst
ramp door menselijk toedoen
ongeval bij het vervoer
vervoer van gevaarlijke stoffen
gevaren voor de gezondheid

Chronologie

28/5/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9160

Vraag nr. 5-9159 d.d. 28 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

De voorzitter van het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) Post, Marc De Mulder, heeft felle kritiek geuit op het gebrek aan communicatie van het Crisiscentrum na de ontsporing van de goederentrein in Schellebelle in de nacht van vrijdag 3 op zaterdag 4 mei 2013.

Volgens La Dernière Heure van woensdag 15 mei 2013, die het bericht meldde, zouden vier postbodes kranten hebben bedeeld in de gevaarlijke zone bij de sporen, de dag na de ontsporing, terwijl de trein zeer toxische producten bevatte die de dood van een bewoner hebben veroorzaakt.

Dankzij de interventie van de vakbond zouden de postbodes maandag niet meer zijn uitgegaan en zou bpost het initiatief hebben genomen om het crisiscentrum te contacteren om meer te weten te komen over de veiligheidsperimeter.

Mijn vragen zijn de volgende:

1) Hoe valt de aanwezigheid van werknemers van bpost in de gevaarlijke zone op zaterdag 4 mei 2013 na de ontsporing te verklaren?

2) Was er een tekortkoming in de communicatielijn die door het crisiscentrum was opgesteld?

3) Waarom is bpost, waarvan het personeel overal aanwezig is, in dergelijke omstandigheden niet gewaarschuwd? Welke maatregelen moeten worden genomen om een dergelijke situatie voortaan te vermijden?

Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

Op zaterdag 4 mei 2013 was er vanaf 2.05u een ontruiming van de onmiddellijke omgeving rond de trein in Wetteren. De evacuatie van bewoners binnen de 500m is gestart omstreeks 3u en beëindigd om 5.29u.

Bij het uitvoeren van de ontruiming gold een uitsluitingsperimeter. Dit betekent dat de rand ervan wordt gecontroleerd door de politiediensten. Vanaf dat ogenblik was in principe geen toegang tot de zone meer mogelijk, bijvoorbeeld voor de krantenbedeling. Het provinciaal coördinatiecomité beschikt niet over elementen die wijzen op de aanwezigheid van postbodes binnen de veiligheidsperimeter die op dat moment van kracht was.

De betrokken bevolking werd gealarmeerd door omroepwagens van de politie. Andere personen die zich in de perimeter bevonden of er zich in wilden begeven, werden aan de rand van de perimeter door de politie gewezen op de onmogelijkheid om de zone te betreden. Op die manier worden zowel de aanwezige personen verwittigd, als mensen die er door omstandigheden zouden moeten zijn. Het is voor elke burger belangrijk om de raadgevingen van de hulpdiensten op te volgen bij noodsituaties, met het oog op diens veiligheid.

De gemeente Wetteren heeft op zondag B-Post verwittigd dat de postbedeling niet kon doorgaan in volgende straten:

Om in de toekomst de betrokken bevolking efficiënter en effectiever te kunnen verwittigen, werd eerder reeds een project uitgewerkt door mijn diensten, namelijk BE-Alert. Dit project beoogt een modernisering van de verwittigingskanalen, vb. door het sturen van een gesproken of tekstuele boodschap aan de betrokken personen. Ik hecht hier als minister van Binnenlandse Zaken veel belang aan, temeer omdat daardoor ook gemeente- of provinciegrensoverschrijdend kan worden verwittigd. De noodzaak hiertoe werd bevestigd door de feiten in Wetteren. Heel wat burgemeesters en gouverneurs zijn vragende partij naar zulk een verwittigingsmiddel. Een versnipperde aanpak zou immers budgettair én operationeel de minst rationele zijn.