Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9137

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Het democratisch verval van Hongarije

Hongarije
rechtsstaat
vrijheid van meningsuiting
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
scheiding der machten

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3304

Vraag nr. 5-9137 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eerder ondervroeg ik de minister hierover al verschillende keren. Steeds kreeg ik een sussend antwoord, met de mededeling dat de Europese commissie en het Europees Gerechtshof alles onder controle hadden en we het werk aan hen moeten overlaten. Ik betwijfelde deze aanpak sterk, omdat ze louter voor een juridisch formalistische afhandeling koos. Een sterk politiek signaal, bijvoorbeeld een waarschuwing door de regeringsleiders van de EU-lidstaten, leek me op zijn minst even belangrijk en urgent.

Ondertussen laten de ongewenste effecten zich duidelijk voelen. Het Hongaarse parlement keurde op 11 maart de omstreden grondwetswijziging goed. Deze aanpassingen beperken heel duidelijk de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, meteen een aanslag op een toch onaantastbaar geacht principe van een democratische rechtsstaat.

Daarnaast blijken ook de vrijheid van meningsuiting en de rechten van ongetrouwde paren en homostellen sterk bedreigd. Deze goedkeuring kan niet anders worden geïnterpreteerd als een pure provocatie en een slag in het gezicht van de EU.

Zowel Commissievoorzitter Barroso als de Raad van Europa uitten in sterke bewoordingen hun bezorgdheid over deze gebeurtenis. Ik mag hopen dat deze sterke bewoordingen eindelijk ook worden omgezet in sterke daden. Als Hongarije echt in de EU wenst te blijven, kan het huidige regime niet tegelijkertijd de fundamentele principes ervan negeren en zelfs bestrijden.

Hoe beoordeelt de minister de recente grondwetswijziging goedgekeurd in Hongaars parlement,waardoor onder andere de bevoegdheden van het Constitutioneel Hof worden beperkt? Wat zijn volgens de minister de gevolgen van deze grondwetswijziging voor het functioneren van de Hongaarse democratie en rechtsstaat? Deelt de minister mijn opvatting dat deze wijziging een negatie is van en zelfs een oorlogsverklaring aan de waarden die de grondslag vormen van de samenwerking in de Europese Unie? Zo ja, is de minister bereid om deze kwestie aan te kaarten op de volgende Europese Raad? Gaat de minister ermee akkoord dat een sterk politiek signaal, liefst vanwege de gezamenlijke regeringsleiders, meer dan urgent en gerechtvaardigd is? Welke andere mogelijkheden ziet de minister om dergelijke ontwikkelingen in Hongarije in Europees en internationaal verband aan de orde te stellen? Wat zal hij nog verder ondernemen?

De door de Commissie ingezette procedures lijken amper een effect te sorteren. Hongarije gaat eigengereid door op het ingeslagen pad, genoegzaam als een “Kremlin light model” bestempeld. Hoe kan volgens de minister de Commissie, als hoeder van de Europese verdragen, een sterkere rol spelen bij het toezicht op deze Hongaarse ontwikkelingen? Is de minister van mening dat er in de EU een nieuw en sterker mechanisme moet worden opgezet voor het toezicht op de werking van de rechtsstaat? Is een glasheldere veroordeling van Hongarije meteen ook geen waarschuwing voor andere landen die zich misschien door het Hongaarse voorbeeld negatief laten inspireren?

Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

De geamendeerde Hongaarse grondwet geeft aanleiding tot kritische vragen en bezorgdheid, zowel in Hongarije als daarbuiten. Daarom hecht ik veel belang aan de initiatieven van de Europese Commissie, de “hoedster van de Europese unie (EU)-verdragen”, en de Raad van Europa.

De Europese Commissie maakte op 2/5/13 drie brieven over aan Hongarije met vraag om meer informatie over volgende bepalingen: a) Artikel 17, d.i. de mogelijkheid voor de regering om een ad-hoc tax te heffen wanneer het Europees Hof van Justitie aan Hongarije boetes oplegt voor inbreuken tegen het EU-recht b) de beperking van de publicatie van politieke advertenties tijdens verkiezingscampagnes en c) de mogelijkheid voor de voorzitter van het Nationaal Bureau voor de Rechterlijke macht om een rechtszaak naar een andere rechtbank te verwijzen.

De Hongaarse autoriteiten dienen binnen de maand te antwoorden. Dan beslist de Europese Commissie over eventuele volgende stappen, bv. de lancering van inbreukprocedures. De Europese Commissie werkt nauw samen met de Raad van Europa (Venetië Commissie) die een advies zal uitbrengen in juni 2013 en met het Europees Parlement dat deze zomer een rapport zal publiceren.

Ik wil niet vooruitlopen op de stappen die Hongarije of de Europese Commissie in dit dossier nog zullen nemen. Ik neem nota van de herhaalde verzekering van de Hongaarse regering van haar bereidheid tot dialoog met de Europese Commissie en de Raad van Europa betreffende de geamendeerde Grondwet. Ik moedig Hongarije aan om constructief en snel gevolg te geven aan de vragen van de Europese Commissie in bovengenoemde administratieve brieven. Zodoende kunnen inbreukprocedures vermeden worden.

Nog een opmerking over de dialoog in deze kwestie: vele waarnemers stellen vast dat de Hongaarse autoriteiten in de aanloop voor de parlementaire goedkeuring op 11 maart 2013 meer tijd hadden moeten uittrekken voor een dialoog op nationaal vlak en met de EU-instellingen. Zo werd de kans gemist om bij te dragen tot een serene sfeer en tot een draagvlak dat verder reikt dan de huidige politieke meerderheid.

De vraag naar een sterk politiek signaal, zoals een verklaring van de Europese Raad, lijkt me niet echt voor de hand te liggen. De Europese Raad neemt immers beslissingen op basis van consensus

Binnen de EU-instellingen en bij de EU-lidstaten groeide de vraag naar een nieuw instrument dat er voor zorgt dat de EU-lidstaten zich houden aan de fundamentele waarden en normen van de EU op het vlak van rechtstaat, democratie en mensenrechten Deze wens stoelt op de vaststelling dat de procedure volgens Artikel 7 van het EU-verdrag, die voorziet in eventuele sancties, complex en traag is. Het zou nuttig zijn om de Europese Unie te voorzien van een meer flexibel mechanisme om snel te reageren op mogelijke schendingen van de waarden van de Unie. De instelling van een dergelijk mechanisme werd reeds voorgesteld in het verslag van de groep Westerwelle over de toekomst van de Unie, waaraan ik heb deelgenomen. Het idee werd heropgenomen in een recente brief van de Duitse, Nederlandse, Deense en Finse ministers van Buitenlandse Zaken. Ik heb er openlijk mijn steun aan betuigd tijdens de Raad Algemene Zaken van april. Nu dienen de concrete modaliteiten verder uitgewerkt te worden.