Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9113

van Marie Arena (PS) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Het respect voor de mensenrechten in Rusland

Rusland
rechten van de mens
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
genderidentiteit

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
16/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2979

Vraag nr. 5-9113 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op dinsdag 22 januari werd als antwoord op een internationale oproep vanwege verschillende Russische verenigingen die de rechten van lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders (LGBT) verdedigen, in Brussel een steunbetoging georganiseerd voor de Russische ambassade om te protesteren tegen de behandeling in de Doema van een wetsontwerp dat elke “propaganda voor homoseksualiteit” verbiedt op straf van boetes tot 12000 euro of van strafsancties gaande tot gevangenisstraffen. Dit wetsontwerp zou sterk gelijken op de wetgeving die in mei 2012 al is aangenomen in Sint-Petersburg.

Indien dit wetsontwerp wordt goedgekeurd zou dat een ernstige belemmering zijn van de vrije meningsuiting en een discriminerende maatregel ten aanzien van de gehele LGBT-gemeenschap in die zin dat het niet verboden is homoseksualiteit te bespreken, maar wel om er op positieve wijze in het openbaar en in scholen over te praten. Als het recht op vrije meningsuiting op die manier aan banden wordt gelegd, zet zo'n wetgeving de sensibilisering tegen discriminatie en de preventie ervan op de helling.

De goedkeuring van deze wet dreigt dus niet alleen de sensibilisering door de verenigingen tegen discriminatie van LGBT in gevaar te brengen, maar ook alle campagnes voor de strijd tegen aids.

Terwijl steeds repressiever wordt opgetreden tegenover personen uit de LGBT-gemeenschap en de verenigingen die ze verdedigen, dreigt dit soort wetten ook het signaal uit te dragen dat discriminatie en homofobe standpunten institutioneel gelegitimeerd worden.

In november 2012 keurde de Belgische Senaat een voorstel van resolutie goed over de erkenning van de Jogjakartaprincipes inzake de toepassing van mensenrechten met betrekking tot de seksuele geaardheid en genderidentiteit, waarin de regering wordt gevraagd om de rechten van holebi's en transgenders zoals vervat in de Jogjakartaprincipes te verdedigen in contacten met buitenlandse regeringen van landen waar homoseksualiteit nog steeds strafbaar is, of waar andere schendingen van de Jogjakartaprincipes gangbaar zijn.

In een resolutie van 21 mei 2012 drukte het Europees Parlement zijn bezorgdheid uit over de recente wetgeving die onder meer in Rusland werd aangenomen en die het veroordeelt omdat het negatieve gevolgen kan hebben voor mensen van de LBGT-gemeenschap. Er werd bovendien op gewezen dat die wetten in strijd zijn met het internationaal pact inzake burgerlijke en politieke rechten, die de seksuele geaardheid beschermt tegen discriminerende wetten en praktijken, en dat door Rusland is ondertekend.

Mijn vraag luidt als volgt:

Kan de minister bevestigen dat Rusland die wet heeft aangenomen? Indien dit nog niet het geval is, hoe zal België via de bilaterale of multilaterale diplomatieke relaties de verwijzing naar en de inachtneming van de Jogjakartaprincipes en andere internationale juridische instrumenten voor de bescherming van de rechten en vrijheden van personen uit de LGBT-gemeenschap promoten? Indien die wet al wel is aangenomen, hoe zal België de bilaterale of multilaterale diplomatieke relaties aanwenden om Rusland te sensibiliseren voor de inachtneming van overeenkomsten die het heeft ondertekend, en die onder meer vereisen dat er niet wordt gediscrimineerd op basis van seksuele geaardheid?

Antwoord ontvangen op 16 oktober 2013 :

Ik ben regelmatig geïnformeerd over het wetsontwerp betreffende de “homoseksuele propaganda tegenover minderjarigen” et ik kan u bevestigen dat deze wet uiteindelijk op 25 januari 2013gestemd is door de Russische parlementsleden.

Het verdedigen van de rechten van de LGBT blijft wat mensenrechten betreft één van mijn prioriteiten en het maakt ook deel uit van mijn Europese prioriteiten. Tijdens mijn onderhoud met mijn Russische homoloog Sergei Lavrov eind januari, heb ik de problematiek van het respect van de mensenrechten in Rusland aangekaart.

Na de stemming van de wet, heeft de Hoge Vertegenwoordigster een communiqué gepubliceerd waarin zij de bezorgdheid van de EU uit over deze wet. Mevrouw Ashton stelt dat de toepassing van deze wet de discriminatie naar lesbische, homoseksuelen, biseksuelen, transseksuelen en interseks mensen, zowel als de mensen die hen steunen et die hun keuze steunen, toe zal versterken door meer bepaald de vrijheid van samenkomen te beperken. Ze roept Rusland op om haar nationale en internationale verplichtingen na te komen, in het bijzonder in het kader van de Raad van Europa. Ik associeer mij volledig met de verklaring van de Hoge Vertegenwoordigster.

Wat de principes van Yogyakarta betreft (zie resolutie van de Senaat), zou ik willen onderstrepen dat pleiten voor het respect van deze vrijblijvende beginselen zonder juridische basis bij een Staat als Rusland, misschien niet de beste manier is om de situatie van de LGBT op het terrein te verbeteren.

Voor meer efficiëntie, privilegieer ik om de nadruk te leggen, in de bilaterale contacten, op de juridische verplichtingen die wegen op de Staat op basis van de internationale verplichtingen die in het kader van het Verdragen waarvan de Staat deel uit maakt zijn genomen.