Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9072

van Lies Jans (N-VA) d.d. 22 mei 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Kinderarmoede - Bestrijding - Sociaal-culturele participatie - Besparingen - Budgetten

armoede
kind
OCMW
officiële statistiek

Chronologie

22/5/2013Verzending vraag
1/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9072 d.d. 22 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De onrustwekkende berichten van stijgende armoedecijfers en zo mogelijk nog onrustwekkendere kinderarmoedecijfers zijn door de ruime media-aandacht ons allen bekend. Het is dan mijns inziens overbodig om de staatsecretaris nog eens te informeren over de cijfergegevens en onderzoeksresultaten waarvan ze heel goed op de hoogte is.

Dat kinderarmoede teruggedrongen moet worden behoeft geen betoog. Over de partijgrenzen heen is hier een consensus over, getuige hiervan de verschillende resoluties in het verleden aangenomen door de Senaat.

Bestrijding van kinderarmoede is voor de staatssecretaris, terecht een absolute beleidsprioriteit. Het is positief dat ook in het tweede Federaal Plan Armoedebestrijding het terugdringen van armoede bij kinderen centraal staat. Een van de actiepunten opgenomen in het plan is, namelijk het verhogen van participatiegraad bij kansarme kinderen. In kader daarvan kondigt de staatssecretaris in Actie 47 aan dat ze "zal trachten de enveloppe kinderarmoedebestrijding binnen de middelen socio-culturele participatie die aan de OCMW's te beschikking gesteld worden te verhogen".

Ondertussen is het duidelijk geworden dat er van verhoging van de middelen geen sprake kan zijn door de, binnen de regering overeengekomen, budgettaire afspraken. De staatssecretaris moet zelfs een besparing van bijna 7% doorvoeren wat de sociaal-culturele projecten betreft. We hebben echter vernomen dat de staatssecretaris van plan is, gebruikmakend van "interne verschuiving van middelen", de budgetten zoals voorzien in 2012 te handhaven. Voor de sociaal-culturele projecten van de OCMW's zou er dus in 2013 geen inperking van middelen komen.

Graag antwoord op volgende vragen.

1) Kan de staatssecretaris cijfergegevens verschaffen over hoeveel en welke initiatieven er in 2012 werden gerealiseerd door de OCMW's in kader van sociaal-culturele participatie? Hoeveel van het beschikbaar gestelde budget is hiervoor effectief opgenomen? Graag een overzicht per provincie en per gemeente.

2) Hoeveel en welke initiatieven werden er in 2012 gerealiseerd door de OCMW's specifiek ter bestrijding van kinderarmoede? Hoeveel van het beschikbaar gestelde budget is hiervoor effectief opgenomen? Ook hier graag een overzicht per provincie en per gemeente.

3) Graag een overzicht per provincie en per gemeente van de projecten of initiatieven ingediend voor 2013 zowel algemeen in het kader van sociaal-culturele participatie als specifiek ter bestrijding van kinderarmoede?

4à Welk budget wordt voor deze initiatieven voorzien in 2013? Ook hier graag een overzicht per provincie en per gemeente.

Antwoord ontvangen op 1 juli 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

1. en 2. Gelieve in de bijgevoegde tabellen een overzicht te willen vinden van de toegekende en bestede middelen per provincie en per gemeente voor het jaar 2012.

Over hoeveel en welke initiatieven er in 2012 werden gerealiseerd door de Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW)'s in het kader van het luik “sociale en culturele participatie” zoals bedoeld in artikel 2. 1° t.e.m. 4° enerzijds, en in het kader van het luik “niet-verderzetting van de armoede bij de kinderen van gebruikers van de centra” zoals bedoeld in artikel 3 van het jaarlijkse koninklijk besluit “houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn” anderzijds, kan nog geen gedetailleerd overzicht afgeleverd worden. Deze omvangrijke kwalitatieve gegevens zouden daartoe manueel dienen verwerkt te worden door mijn administratie. Een automatisering van deze verwerking is in opmaak en zou binnen afzienbare tijd mogelijk moeten zijn.

3. Vanuit de optiek dat OCMW’s in deze materie het best geplaatst zijn om de lokale context en noden te kennen, beschikken zij over de autonomie om de beschikbare middelen aan te wenden om de sociale en culturele participatie van haar cliënten te bevorderen.

Tot en met 2010 waren de OCMW’s jaarlijks verplicht om zich op voorhand in te schrijven op het volledige of gedeeltelijke bedrag dat voor hen bij koninklijk besluit zou worden voorzien. In het kader van administratieve vereenvoudiging werd deze verplichting tot inschrijving afgeschaft.

De gegevens door u gevraagd, worden door de OCMW’s in de maand februari van het jaar volgend op het begrotingsjaar waarop deze maatregel van toepassing is (in casu februari 2014), bezorgd aan POD Maatschappelijke Integratie via het elektronische opvolgingssysteem “uniek jaarverslag”.

4. Zoals ik reeds meedeelde in diverse antwoorden, zal de maatregel geen besparing naar de OCMW’s inhouden. Ten gevolge van interne verschuivingen binnen mijn budget, blijft het budget van deze enveloppe in 2013 ongewijzigd ten opzichte van 2012.

De exacte verdeling per OCMW kan u in bijlage vinden.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.