Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9054

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 21 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Politieonderwijs - Vernieuwing - Plannen - Politiescholen - Centralisering

politie
beroepsopleiding
gemeentepolitie

Chronologie

21/5/2013Verzending vraag
28/8/2013Rappel
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-9054 d.d. 21 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het project "politie, een lerende organisatie" dat in november 2010 opgestart is, heeft als doel het politieonderwijs te vernieuwen. Door middel van dit project ontstond de denkpiste het politieonderwijs te laten beantwoorden aan de Europese onderwijs- en accreditatieregelgeving, zoals vastgelegd volgens de akkoorden van Bologna en Kopenhagen. Over de kwaliteit van de politieopleidingen werd reeds een hoorzitting gehouden op 4 april 2012 op initiatief van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Algemene Zaken en het Openbaar Ambt. Hierbij kwam de implementatie van de BAMA-structuur in het politieonderwijs reeds ter sprake.

Op 5 december 2012 antwoordde de minister echter op een vraag in de Kamer dat ze niet van plan is de structuur van de politiescholen te veranderen. Voorts is verder weinig initiatief meer genomen om verder te gaan met de opgestarte plannen om politieonderwijs bij het reguliere onderwijs onder te brengen.

Betekent dit dat de minister ervoor gekozen heeft de politieopleidingen binnen de bestaande structuur te verbeteren en bijgevolg de opzet om de opleidingen te integreren in het reguliere onderwijs volledig van tafel geveegd heeft?

Uit het plan van de minister dat op 18 januari 2013 bekend raakte, bleek dat er ter optimalisatie van de federale politie een duidelijke tendens is om de politieopleidingen te centraliseren en/of een duidelijke scheiding tot stand te brengen tussen de opleidingen van de lokale en de federale politie. Is dit effectief het vooropgestelde alternatieve plan van de minister?

Tot op heden bestaan de provinciale politiescholen nog steeds. Toch is er amper inbreng mogelijk van de politiescholen in de aansturing van het politieonderwijs door de nu reeds zeer gecentraliseerde implementatie van de opleidingen. Is het niet contradictorisch dat er wel financiële inbreng is van provinciale politiescholen (onder de vorm van dotaties en het zorgen voor de infrastructuur) maar geen inhoudelijke inbreng?