Bpost - Dienstkleding - Ecologisch gehalte - Fair trade-gehalte
postdienst
kledingstuk
eerlijke handel
ecologie
16/5/2013 | Verzending vraag |
1/7/2013 | Antwoord |
Het recente drama in Bangladesh, waarbij honderden textielarbeid(st)er(s) omkwamen na de instorting van hun werkateliers, brengt het vraagstuk en vooral de urgente problematiek van fair trade en ecologische afwegingen bij de aanschaf van kleding op schrijnende wijze op de publieke en dus ook politieke agenda.
De overheid, in casu bpost, koopt jaarlijks duizenden kledingstukken aan. Uiteraard worden deze aankopen strikt geregeld via de Wet op de overheidsopdrachten. Deze wet laat echter toe om in de lastenboeken specifieke voorwaarden aan de leveranciers op te leggen. Deze kunnen perfect ook specifieke ecologische en fair trade-kenmerken opschortend stellen.
Hierover de volgende vragen.
1) Vindt de geachte minister de nood aan het stellen van ecologische en fair trade-voorwaarden aan leveranciers een prioriteit? Zo niet, op basis van welke argumentatie?
2) Hoeveel kledingstukken, met inbegrip van schoeisel en hoofdbedekkingen, koopt bpost jaarlijks gemiddeld aan? Voor welk gemiddeld jaarlijks bedrag?
3) Uit welke grote loten (verzamelingen gelijkaardige kledij/schoeisel enz.) gaat het hier voornamelijk?
4) Worden er in de lastenboeken hiervoor bijzondere ecologische en/of fair trade-eisen gesteld aan de kandidaat-leveranciers?
5) Zo ja:
- Voor welke onderdelen/loten/soorten bestellingen gelden deze normen wel/niet? Op basis van welke motiveringen?
- Welke eisen worden er concreet gesteld?
- Zijn deze voorwaarden opschortend? Zo neen, waarom niet?
- Voldoen de offertes aan de gestelde eisen?
6) Zo niet:
- Waarom worden deze eisen niet gesteld?
- Bestaan er concrete plannen om deze eisen alsnog in te voeren, zo ja, wanneer en welke?
1. Het is van het grootste belang dat bedrijven, zeker overheidsbedrijven, in hun onderlinge relaties aandacht besteden aan het respect van de regelgeving inzake mensenrechten, arbeidsvoorwaarden, leefmilieu en eerlijke handelspraktijken.
2. en 3. bpost deelt me mee dat ze jaarlijks ongeveer 450 000 kledingstukken of een uitgave van om en bij de 4 000 000 euro koopt. Het gaat voornamelijk om:
zogenaamde “outerwear” (regenkledij, bodywarmers softshells, veiligheidsjasjes, kledij met hoge visibiliteit,…);
stadskledij (broeken, shorts, bermuda’s);
zogenaamde “tops” ( polo shirts; polar fleece jassen);
schoenen (wandel- en veiligeidsschoenen);
accessoires (handschoenen, mutsen, petjes, riemen, sjaals, sokken..).
4. en 5. De lastenboeken van bpost voorzien inderdaad in bijzondere eisen op het vlak van:
– Veiligheid:
de inschrijver moet de geldende Belgische en Europese reglementering in acht nemen (bijvoorbeeld: ARAB, CODEX, AREI, REACH);
de inschrijver moet alle nodige maatregelen nemen, die al dan niet in de geldende reglementering staan, maar onontbeerlijk zijn om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verzekeren;
de inschrijver moet bij zijn offerte een verklaring voegen dat hij aan de Belgische en de Europese reglementering op het vlak van veiligheid voldoet;
de inschrijver moet een beschrijving van zijn veiligheidssysteem verstrekken. Hierin worden alle maatregelen beschreven die de inschrijver neemt om zich te verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
– Gezondheid en het milieu:
de inschrijver moet de geldende Belgische en internationale reglementering in acht nemen;
de inschrijver moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van de “Schoneklerencampagne”. De aangeboden producten moeten afkomstig zijn van bedrijven die de volgende criteria in acht nemen of die ze opleggen aan hun dochterondernemingen, contracterende partijen en onderaannemers:
vrijheid van vereniging (ILO-verdrag 87);
recht op collectieve onderhandeling (ILO-verdrag 98);
geen dwangarbeid (ILO-verdragen 29 en 105);
geen discriminatie (ILO-verdragen 100 en 111);
geleidelijke afschaffing van kinderarbeid (ILO-verdrag 138);
verbod op de ergste vormen van kinderarbeid (ILO-overeenkomst 182);
betaling van minimumlonen (ILO-verdragen 26 en 131);
verbod op buitensporige arbeidstijden (ILO-verdrag 1);
aanvaardbare arbeidsomstandigheden (ILO-verdrag 155).
de inschrijver moet bij zijn offerte een verklaring voegen dat hij aan de Belgische en de internationale reglementering op het vlak van leefmilieu en gezondheid voldoet.
de inschrijver moet in zijn offerte omschrijven hoe hij voldoet aan zijn wettelijke verplichtingen als verpakkingsverantwoordelijke en duidelijk opgeven of hij lid is van VAI-I-PAC en/of FostPlus en of zijn fabriek werkt met een erkende “code of conduct”. Er moet zoveel mogelijk afgezien worden van overbodige verpakking en er moeten voor die verpakking zoveel mogelijk ecologische/recycleerbare materialen worden gebruikt. De geleverde artikelen die geweigerd worden en die onbruikbaar zijn moeten door de inschrijver worden weggehaald en verwerkt. De inschrijver geeft op in welke mate zijn product of de gebruikte grondstoffen voldoen aan de Ökotex-Standaard.
Bovendien zijn er de algemene voorwaarden van bpost met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen. bpost verwacht van de leverancier dat hij zijn activiteiten organiseert op een ecologische manier en dat alle wetgeving en regelgeving met betrekking tot de bescherming van het milieu worden gerespecteerd. De leverancier moet alle lokale en nationale erkende milieugebruiken toepassen.
Wat de arbeidsvoorwaarden betreft moet de leverancier er eveneens mee instemmen dat hij de overeenkomst zal uitvoeren met respect voor alle toepasselijke internationale, Europese, nationale, provinciale en lokale wetgeving. De leverancier mag onder meer geen kinderarbeid gebruiken: de medewerkers mogen niet jonger zijn dat de verplichte schoolleeftijd en in elk geval niet jonger dan veertien. Ook de wettelijke rechten van de medewerkers op het vlak van vrije en onbestrafte deelname aan arbeidsorganisaties van hun keuze moeten gerespecteerd worden en er mag niet gediscrimineerd worden op grond van leeftijd, ras, kleur, geslacht of godsdienst.
6. Zonder voorwerp.