Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9006

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 13 mei 2013

aan de minister van Justitie

Het vrijlaten van een verdachte omdat hij niet tijdig werd verhoord

gerechtelijke dwaling
rechten van de verdediging
witwassen van geld
misdaadbestrijding
straffeloosheid

Chronologie

13/5/2013Verzending vraag
7/6/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3251

Vraag nr. 5-9006 d.d. 13 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de week van 25 februari werd een Libanese man tegengehouden op Brussels Airport. Hij droeg de som van 1,2 miljoen euro cash bij zich. Een andere Libanese man werd eveneens opgepikt, hij beschikte over hetzelfde bedrag aan contant geld. Beiden planden een vlucht naar Libanon en beweerden elkaar niet te kennen. Het parket vermoedde het smokkelen van cash en daaraan gekoppelde witwaspraktijken. Daarom werd de onderzoeksrechter gevraagd om het tweetal aan te houden. Blijkbaar geraakte een van beiden niet tijdig voor verhoor bij de onderzoeksrechter, zodat de politie deze man moest vrijlaten.

Bevestigt de minister dat recent een verdachte, opgepakt op de Nationale Luchthaven met het bedrag van 1,2 miljoen euro, moest worden vrijgelaten omdat men er niet in lukte deze persoon tijdig door de onderzoeksrechter te laten ondervragen. Hoe verklaart de minister dit euvel, hoe komt het dat een andere man, tezelfdertijd en op dezelfde plaats opgepakt voor een identiek vermoeden van cashsmokkel en witwaspraktijk, wel tijdig voor ondervraging bij de onderzoeksrechter verscheen? Wie draagt in deze de aansprakelijkheid, wie maakte in het verloop van dit geval de fout? Zal de minister hieromtrent maatregelen treffen, zo ja welke en wanneer? Kwamen er het voorbije jaar nog dergelijke gevallen voor, waarbij verdachten moesten worden vrijgelaten omdat de onderzoeksrechter hen niet tijdig kon ondervragen?

Antwoord ontvangen op 7 juni 2013 :

Ik kan niet dieper ingaan op uw vraag gezien het geheim van het onderzoek en gezien het immers gaat om een vraag met betrekking tot zaken van particulier belang of betreffende persoonlijke gevallen.