Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8864

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 23 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Autosnelweg E40 - Veurne - Dodelijke ongevallen - Kettingbotsing - Omleiding verkeer - Evaluatie

autoweg
ongeval bij het vervoer
wegverkeer

Chronologie

23/4/2013Verzending vraag
17/12/2013Herkwalificatie
28/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4590

Vraag nr. 5-8864 d.d. 23 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 13 april 2013 waren er twee zware verkeersongevallen op de E40 ter hoogte van de afrit Oostduinkerke, grondgebied Veurne. Het eerste ongeval betrof een vrachtwagen die 's morgens om 4u30 in een berm was geraakt met grote stoffelijke schade. Het takelen verliep moeizaam. Een lokale brandweercommandant vroeg aan de federale politie om de E40 volledig af te zetten en het verkeer via de voorziene "calamiteitenroute" te laten leiden, via de afrit Oostduinkerke.

Maar de federale verkeerspolitie weigerde dat en hield het bij waarschuwingen tussen Gent en Jabbeke. Na Jabbeke werden er geen waarschuwingsborden meer geactiveerd, het verkeer verliep moeizaam over één rijstrook, terwijl er met twee grote kranen en een wagen van de civiele bescherming gewerkt werd op de plaats van het ongeval. Automobilisten bemerkten dat er een file stond net na de afrit Oostduinkerke en dat bracht automobilisten zelfs in de verleiding om achteruitrijdend de vorige afrit alsnog te bereiken.

Twaalf uur na het eerste ongeval, om 16u15, rijdt een auto in op een achteruitrijdende auto waardoor een kettingbotsing gebeurt met vijf auto's en een vrachtwagen. De balans is een dodelijk slachtoffer en veertien gewonden, waarvan één ernstig gewond. Nu wordt het gemeentelijk rampenplan afgekondigd en wordt er een bijeenkomst gehouden van de politie, brandweer, medische dienst en politieke ambtvoerders in het stadhuis. Vervolgens wordt het verkeer afgeleid ter hoogte van de afrit Oostduinkerke, waar het de autosnelweg moet oversteken en terug de E40 wordt opgestuurd in de richting van het nog niet volledig opgeruimde eerste ongeval.

Mijn vraag aan de geachte minister is:

1) Werd er een grondige evaluatie met de betrokken diensten (brandweer, civiele bescherming, federale wegpolitie, wegen en verkeer) gedaan naar aanleiding van een gelijkaardig ongeval dat plaatsvond op dezelfde locatie enkele maanden eerder?

2) Waarom kon het verkeer door de verkeerspolitie niet worden omgeleid via de calamiteitenroute?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2014 :

1. Er gebeuren geregeld multidisciplinaire evaluaties om – indien nodig - de “calamiteitenroutes” te verbeteren. Voor het Arrondissement Veurne gebeurde dit nog recent op 6 mei 2013. De conclusie in het raam van de vermelde incidenten is duidelijk: de bestaande protocols werden toegepast en hebben goed gewerkt, er is geen bijsturing nodig. Naast de evaluaties tussen verschillende diensten, gebeuren er ook intern de diensten steeds evaluaties. Ook dit leidt waar nodig tot bijsturingen.

2. Het verkeer werd omgeleid volgens de geldende principes “calamiteitenroutes”: bij gedeeltelijke versperring wordt het verkeer doorgelaten en wordt via het ‘Vlaams Verkeerscentrum’ en de beschikbare VMS (variabele informatieborden) aangeraden de “calamiteitenroutes” te volgen. Dit was het geval bij het eerste ongeval. Bij volledige versperring, zoals bij het tweede ongeval, wordt de autosnelweg afgesloten en zijn de automobilisten verplicht de “calamiteitenroutes” te volgen.