Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8852

van Inge Faes (N-VA) d.d. 23 april 2013

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Domiciliefraude - Controles - Resultaten

zwartwerk
fraude
officiële statistiek
domicilie
sociale uitkering

Chronologie

23/4/2013Verzending vraag
5/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8852 d.d. 23 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een veel voorkomend geval van sociale fraude zijn de verklaringen van samenwonenden dat ze afzonderlijk wonen. Daardoor ontvangen ze elke een hogere uitkering.

Graag kreeg ik wat deze problematiek betreft een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel controles gebeuren jaarlijks sinds 2008 in het kader van de strijd tegen sociale fraude in verband met domiciliëringen?

2) Hoeveel gevallen van die vorm van sociale fraude worden jaarlijks sinds 2008 vastgesteld?

3) Wat is het bedrag dat jaarlijks sinds 2008 onterecht werd uitgekeerd ten gevolge van de die vorm van sociale fraude?

4) Wat is het bedrag aan onterecht uitgekeerde vergoedingen ten gevolge van die fraude dat jaarlijks, sinds 2008, wordt teruggevorderd? Worden de interesten daarop ook teruggevorderd?

5) Wat is de jaarlijkse kostprijs, sinds 2008, van de strijd tegen die fraude?

Antwoord ontvangen op 5 december 2013 :

Alvorens in te gaan op de gegevens door u gevraagd in het kader van de reeds geleverde inspanningen op het vlak van de strijd tegen fraude met domicilie en gezinssamenstelling, wens ik u te melden dat, met ingang van 1 september 2013, op basis van een omzendbrief ter zake van het College van Procureurs-generaal, de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en mezelf, een nieuwe werkmethode in voeg treedt, die op een gecoördineerde manier de inspanningen van de politiediensten, de inspectiediensten en het Openbaar Ministerie moet begeleiden. Deze nieuwe methode dient maximaal te garanderen dat indices van dergelijke fraude worden onderzocht, opgevolgd en op de meest geschikte manier worden vervolgd.

Hieronder vindt u de gevraagde inlichtingen aan mij meegedeeld door de verschillende bevoegde instellingen.

Wat de 1ste vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

De cijfers voor 2008, 2009 en 2010 hebben uitsluitend betrekking op de onderzoeken en resultaten van de acties van de sociaal controleurs. Sinds de invoering van het Operationeel Plan “Controle gezinstoestand’ op 1 mei 2011, gebeuren de onderzoeken gezinstoestanden in hoofdzaak door administratieve medewerkers, inclusief de verhoren. De sociaal controleur komt enkel nog tussen wanneer zijn specifieke bevoegdheden vereist zijn of wanneer er indicaties van fraude zijn. Sinds 2012 worden de gegevens van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) ook zeer systematisch gekruist met de gegevens van het Rijksregister en worden deze controles niet alleen a posteriori maar ook, wanneer het een eerste uitkeringsaanvraag betreft, a priori uitgevoerd. Deze maatregelen hebben ertoe bijgedragen dat de controles op de domicilieadressen en de gezinssamenstellingen meer en meer gericht gebeuren. De door de RVA geleverde inspanningen op het vlak van de controles op de gezinstoestanden maar vooral op de door de sociaal verzekerden meegedeelde adressen, laten sinds 2012 zien dat niet alleen het aantal onderzoeken sterk is toegenomen maar ook het aantal vastgestelde inbreuken en de terugvorderbare bedragen. Meer controles, meer systematische kruisingen met het Rijksregister en de samenwerking met de gemeentelijke bevolkingsdiensten leiden tot meer vaststellingen van inbreuken en meer terugvorderbare bedragen.

Voor elke gepleegde inbreuk wordt er een terugvordering van de ten onrechte ontvangen werkloosheidsuitkeringen betekend aan de betrokkene. Bovendien wordt er ook zo veel als mogelijk een administratieve sanctie (schorsing van het recht op werkloosheidsuitkering) opgelegd. In geval van bedrieglijk inzicht, wordt een proces – verbaal opgesteld dat voor verdere strafrechtelijke vervolging wordt overgemaakt aan het Arbeidsauditoraat.

Overzicht van de resultaten/Aperçu des résultats :


Aantal onderzoeken

Nombre d’enquêtes

Aantal inbreuken

Nombre d’infractions

Vastgestelde rechten

Droits constatés

2008

9.210

1.098

/

2009

7.934

2.468

/

2010

8.490

2.623

/

2011

15.226

3.221

/

2012

23.025

4.429

24.190.886 EUR


b) Sector van de kinderbijslag.

Buiten huisbezoeken specifiek voor de dossiers die binnen zijn diensten betaald worden onderzoekt de RKW via een kwaliteitscontrole de manier waarop de privékinderbijslagfondsen overeenkomstig de huidige richtlijnen voor de gehele regeling de huisbezoeken uitvoeren. De controleurs van de Rijksdienst, die de bevoegdheden van sociaal inspecteurs hebben volgens het Sociaal Strafwetboek, staan die fondsen bij als fraude wordt vermoed.

De RKW kan toch uw eerste vraag over het jaarlijks aantal controles in het kader van domiciliefraude niet beantwoorden. Sinds 2010 beschikt immers de Rijksdienst over algemene statistieken over het aantal huisbezoeken van de controleurs van de RKW bij de gezinnen van wie de Rijksdienst de dossiers beheert en over de huisbezoeken van de controleurs van de privékinderbijslagfondsen. Hij beschikt echter niet over cijfergegevens per soort controle en kan dus het aantal jaarlijkse controles specifiek voor domiciliefraude niet meedelen.

c) Sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering:

Vanaf 2008 is er binnen het RIZIV een verhoogde aanpak van de diverse fenomenen  binnen het domein van de sociale fraude. De acties die door de Dienst voor administratieve controle (DAC) van het RIZIV worden ondernomen in de strijd tegen de sociale fraude, kaderen in het actieplan tegen sociale fraude van de regering. Wat de aanpak van domiciliefraude betreft heeft de DAC een specifieke procedure uitgewerkt. De dienst voor administratieve controle van het RIZIV behandelt alle gemelde gevallen :

De inspectiediensten van het RIZIV sensibiliseren de verantwoordelijken van de diensten uitkeringen van de verzekeringsinstellingen steeds om op signalen van dergelijke fraude te letten en hierop te reageren, bovendien verplicht artikel 8 van de wet gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen,  de verzekeringsinstellingen om het Rijksregister van de natuurlijke personen op de hoogte te brengen van elk afwijkend gegeven:

De informatiegegevens (…) verkregen bij het Rijksregister van de natuurlijke personen (…) hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Wanneer het bewijs van het tegendeel (…) aanvaard wordt door de betrokken instelling, deelt deze de inhoud van het aldus aanvaarde informatiegegeven, als inlichting, mee aan het Rijksregister van de natuurlijke personen en voegt er de bewijsstukken bij.”

De Dienst voor administratieve controle van het RIZIV gaat over tot een onderzoek van de dossiers van de betrokken personen in het ziekenfonds hetzij overgemaakt door de arbeidsauditoraten hetzij  overgemaakt door de bevoegde politiediensten. Tijdens dit onderzoek wordt het bedrag bepaald dat ten onrechte werd betaald door de ziekte- en invaliditeitsverzekering. De mogelijke gevolgen van een dergelijk onderzoek zijn de volgende:

De directie controle van de verzekeringsinstellingen, die deel uitmaakt van de DAC, is belast met dergelijke controles in de verzekeringsinstellingen en beschikt daarvoor over een 45 -tal attachés sociaal inspecteur en technisch deskundigen. De controle van mogelijke gevallen van domiciliefraude maakt deel uit van de dagdagelijkse werkzaamheden, namelijk de controle van dossiers van allerlei aard in de verzekeringsinstellingen, van bovenstaande personen. Hoewel bovenvermelde onderzoeken niet steeds leiden tot een terugvordering in de sector uitkeringen van de ziekte – en invaliditeitsverzekering is de voortzetting van de strijd tegen de domiciliefraude wenselijk enerzijds omdat de frauduleuze situatie wordt opgespoord en rechtgezet en anderzijds wegens het ontradend effect van die controles naar mogelijke toekomstige fraudeurs.

Onderstaande tabel geeft de cijfergegevens voor de vragen 1-3.


2008-2010

2011

2012

2013 *

Nombre de cas examinés

Aantal onderzochte gevallen

71

96

85

107

Nombre de cas de fraude

Aantal fraudegevallen

52

41

81

44

Montant indu

Bedrag ten onrechte

156 794,93

263 917,83

447 916,47

195 109,42


Wat de 2de vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

Zie antwoord op de 1ste vraag.

b) Sector van de kinderbijslag:

Als antwoord op uw tweede vraag kan ik u meedelen dat de RKW sinds 2010 het aantal fictieve domicilies en onjuiste gezinssituaties oplijst dat wordt vastgesteld bij huisbezoeken van zijn sociaal controleurs. Die specifieke statistieken bestaan niet voor de volledige regeling voor kinderbijslag voor werknemers.

c) Sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering:

Zie antwoord op de 1ste vraag.

Wat de 3de vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

Zie antwoord op de 1ste vraag.

b) Sector van de kinderbijslag:

De privékinderbijslagfondsen en de RKW beschikken niet over specifieke statistieken op basis waarvan een antwoord kan gegeven worden op uw derde, vierde en vijfde vraag over:

Om zich beter te wapenen tegen de risico's op onverschuldigde betalingen en sociale fraude beter te bestrijden heeft de Rijksdienst zich ertoe verbonden de sociale controles te reorganiseren. Die reorganisatie houdt eveneens in dat gedetailleerdere statistieken zullen worden bijgehouden zodat in de toekomst dergelijke vragen wel beantwoord zullen kunnen worden.

c) Sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering:

Zie antwoord op de 1ste vraag.

Wat de 4de vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

De onterecht uitgekeerde vergoedingen: zie tabel: kolom “vastgestelde rechten”. De RVA vraagt in principe geen interesten, tenzij in geval van manifeste zware fraude

b) Sector van de kinderbijslag:

Zie antwoord op de 3de vraag.

c) Sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering:

Het bedrag van de interesten specifiek en enkel voor de dossiers domiciliefraude zijn niet ter beschikking.

Wat de 5de vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

Volgens de kostprijscalculatie van de RVA kostte één controle-onderzoek (personeelskost en werkingsmiddelen): in 2011 225,73 euro. Ter herinnering (zie vraag 1), de meerderheid van de controles van de gezinstoestand worden evenwel niet door sociaal controleurs uitgevoerd.

b) Sector van de kinderbijslag:

Zie antwoord op de 3de vraag.

c) Sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering:

De directie controle van de verzekeringsinstellingen, die deel uitmaakt van de DAC, is belast met dergelijke controles in de verzekeringsinstellingen en beschikt daarvoor over een 45 -tal attachés sociaal inspecteur en technisch deskundigen. De controle van mogelijke gevallen van domiciliefraude maakt deel uit van de dagdagelijkse werkzaamheden, namelijk de controle van dossiers van allerlei aard in de verzekeringsinstellingen, van bovenstaande personen. Een aparte kostprijsberekening is thans niet voorzien.