Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8813

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 19 april 2013

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Uitkeringsfraude - Kadaster - Kruispuntbank van de ondernemingen - Databanken - Koppelingen

fraude
zwartwerk
Kruispuntbank van Ondernemingen
werkloosheidsverzekering
minimumbestaansinkomen
gegevensbank
sociale uitkering

Chronologie

19/4/2013Verzending vraag
23/9/2013Rappel
24/10/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8812

Vraag nr. 5-8813 d.d. 19 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Om de pakkans bij fraude met de bijstand te vergroten, worden in Nederland de gegevens van sociale diensten, de studiefinanciering, het handelsregister, de gemeentelijke basisadministratie en het kadaster zo gekoppeld dat uitkeringsfraudeurs sneller kunnen worden opgespoord. Wederom zet Nederland zwaar in op de strijd tegen uitkeringsfraude.

De computersystemen gaan in veel gevallen een alarmmelding geven wanneer iemand met een bijstandsuitkering een te dure auto koopt, heimelijk samenwoont, inkomsten achterhoudt of eigen bezit verzwijgt.

Graag had ik hieromtrent dan ook een gedetailleerd antwoord ontvangen op volgende vragen:

1) Kan de minister een uitgebreid overzicht geven van de databanken die momenteel worden geraadpleegd bij het aanvragen van de respectieve vervangingsinkomens, in het bijzonder enerzijds de werkloosheidsuitkering en anderzijds het leefloon? Kan dit gedetailleerd worden opgelijst?

2) Wordt het kadaster heden geraadpleegd in de strijd tegen de bijstandsfraude bij het leefloon? Zo ja, wat levert dit op jaarbasis op aan onterechte aanvragen en hoeveel bedragen op jaarbasis werden de laatste drie jaar onterecht uitbetaald als leefloon doordat de begunstigde een onroerend patrimonium aanhoudt? Zo neen, waar wacht de minister op en gaat zij dit zo snel als mogelijk invoeren?

3) Wordt de Kruispuntbank ondernemingen heden systematisch én doorlopend geraadpleegd in de strijd tegen de bijstandsfraude bij enerzijds de werkloosheidsuitkering en anderzijds het leefloon? Zo ja, wat levert dit op jaarbasis op aan onterechte aanvragen en hoeveel bedragen op jaarbasis werden de laatste drie jaar onterecht uitbetaald als leefloon doordat de begunstigde een ondernemersactiviteit aanhoudt? Zo neen, waar wacht de minister op en gaat ze dit zo snel als mogelijk invoeren?

4) Welke andere gegevensbanken zullen binnenkort worden gekoppeld aan de uitkeringsbestanden en kan de minister deze gedetailleerd oplijsten en aangeven wanneer deze zullen worden gekoppeld?

Antwoord ontvangen op 24 oktober 2013 :

Wat de 1ste vraag betreft:

a) Sector van werkloosheid:

De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) kan enkel overzicht geven over de toegepaste controles bij de toekenning van een werkloosheidsuitkering. De RVA kruist namelijk al sinds meerdere jaren de inlichtingen uit zijn eigen databanken (bijvoorbeeld loopbaanonderbreking en werkloosheid) én kruist ook zijn gegevens met die van andere databanken van de sociale zekerheid. De RVA investeert voortdurend in het optimaliseren van zijn huidige onderzoeksmethodes. De RVA zet hierbij in op twee types controle: de a priori – controles en de a posteriori controles, al dan niet in samenwerking met de uitbetalingsinstellingen.

A priori controles (vóór betaling):

1. Preventieve controle door de uitbetalingsinstellingen bij de betaling: detectie van cumul van werkloosheid met arbeid in loondienst (L950)

2. Preventieve controle door de RVA bij het toekennen van het recht op werkloosheidsuitkeringen: detectie van cumul van werkloosheid met zelfstandige activiteit (L302)

3. Preventieve controle door de RVA bij het toekennen van het recht op werkloosheidsuitkeringen: detectie van cumul met een pensioen (Pensioenkadaster).

4. Preventieve controle door de RVA bij de betaling van onderbrekingsuitkeringen: detectie van cumul van werkloosheid met zelfstandige activiteit (L302)

5. Preventieve controle door de RVA bij de betaling van onderbrekingsuitkeringen: detectie van cumul met een pensioen (Pensioenkadaster)

6. Preventieve controle door de RVA bij de betaling van onderbrekingsuitkeringen: detectie tewerkstelling bij een andere werkgever (L950)

A posteriori controles (na betaling):

1. Detectie cumul van werkloosheid met arbeid in loondienst (A850).

2. Detectie cumul van werkloosheid met ziekte en invaliditeit (A020).

3. Detectie cumul van werkloosheid met zelfstandige activiteit (A301).

4. Detectie cumul van loopbaanonderbreking met zelfstandige activiteit (A301).

5. Detectie van het einde van een tewerkstelling bij de werkgever tijdens loopbaanonderbreking (A850).

6. Detectie van het begin van een tewerkstelling bij een nieuwe werkgever tijdens loopbaanonderbreking (A850).

7. Detectie cumul van loopbaanonderbreking met een pensioen (Pensioenkadaster).

Tot slot wil ik nog benadrukken dat de RVA momenteel de beslissing van de regering aan het uitwerken is om voortaan ook een a priori controle te doen om cumuls tussen een werkloosheidsuitkering enerzijds en een uitkering voor ziekte of invaliditeit anderzijds te vermijden.

b) Sector van de pensioenen:

De Rijksdienst voor pensioenen (RVP) wil vooreerst opmerken dat zij zowel vervangingsinkomens (pensioenen) als bijstandsuitkeringen (inkomensgarantieuitkering voor ouderen (IGO) / gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GI)) toekent en betaalt.

De fraude die zich in de pensioensector voor de werknemers kan voordoen betreft voornamelijk uitkeringsfraude en die kan zich voordoen op de volgende wijzen:

De RVP beschikt niet over een eigen inspectiedienst maar kan een beroep doen op de sociale inspectiediensten bij de andere instellingen van sociale zekerheid (FOD SZ, RSZ, RVA, RKW, RIZIV, RSVZ) via dewelke desgevallend ook de politiediensten kunnen worden ingeschakeld wanneer er bijvoorbeeld aanwijzingen van domiciliefraude zijn. Voor wat het opsporen en het tegengaan van de sociale fraude in de uitkeringen betreft maakt de RVP in de praktijk voornamelijk gebruik van de gegevens beschikbaar in het netwerk door ze te koppelen met de gegevens in zijn eigen databanken. Dat gebeurt uiteraard met respect van de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en dus mits een machtiging van het sectoraal comité inzake de privacy bij de CBPL. Door de steeds voortschrijdende informatisering en samenwerking tussen de instellingen in het netwerk van de sociale zekerheid kan en zal de RVP deze techniek meer en meer toepassen om bepaalde frauduleuze gedragingen of handelingen sneller en efficiënter op te sporen en aan te pakken.

Om concreet te zijn, kan op uw eerste vraag een tweeledig antwoord worden gegeven aangezien het enerzijds de pensioenen (vervangingsinkomen) en anderzijds de bijstandsuitkeringen ( (IGO en GI) kan betreffen.

a) Pensioenen:

Hier maken we een onderscheid tussen de opbouw van de pensioenloopbaan en het uitbetalen van een pensioen.

b) IGO / GI:

Voor het bepalen van de hoogte van het bedrag en het recht op betaling van deze bijstandsuitkering zijn de mate van het beschikken over bestaansmiddelen, de gezinssamenstelling en de domicilie van belang (te vergelijken met het leefloon)

c) Sector van de maatschappelijke integratie:

Sinds 2005 voorziet de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie voor de Openbare centra voor maatschappelijk werk (OCMW’s) de uitbouw van gegevensstromen die hun toelaten om naar aanleiding van het sociaal onderzoek de nodige gegevens te kunnen opvragen. Momenteel wordt er een kininklijk besluit (KB) opgesteld met betrekking tot de minimum voorwaarden betreffende dit sociaal onderzoek. Hierbij zal de raadpleging van de voorziene stromen bij dit onderzoek een verplichting worden. Momenteel zijn volgende gegevensstromen voor de OCMW’s beschikbaar:

1) Onderzoek identiteit van een persoon: gegevensstroom OCMWCPASIdentifyPerson:

Het OCMW gebruikt deze dienst en kan hiermee personen identificeren bij het Rijksregister en bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Deze dienst laat toe een van de volgende functies te gebruiken: een persoon opzoeken, identificeren en zijn/haar identiteit controleren.

Opzoeking op basis van het INSZ – identiteitscontrole:

De gebruiker vult het INSZ en optioneel de controlegegevens van de opgezochte persoon in. Het systeem zoekt deze persoon in het Rijksregister en in het KSZ-register. De gegevens voor de controle van de identiteit van de persoon worden in aanmerking genomen.

Fonetische opzoeking:

De gebruiker vult de identificatiegegevens in voor het opzoeken van de persoon. De geboortedatum hoeft niet volledig te zijn. Het systeem zoekt in het Rijksregister en in het KSZ-register de personen op die aan deze criteria beantwoorden. De naam van de betrokkene wordt fonetisch vergeleken met de namen in het register.

2) Opzoekingen op basis van een adres : gegevensstroom OCMWCPASFindByAddress.

Met deze dienst kunnen de OCMW's personen opzoeken op basis van hun adres in een Belgische gemeente. Deze dienst is alleen op basis van de verblijfplaats in België. De volgende adressen laten deze opzoeking niet toe:

De gebruiker vult de vereiste velden in: postcode, straatcode en nummer zijn verplicht in te vullen. Het systeem raadpleegt het Rijksregister om de personen op te zoeken die op het ingevulde adres wonen. De opzoeking op basis van adresgegevens is momenteel alleen beschikbaar voor personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister en met een adres in België. De opzoeking geeft de gegevens over een persoon weer indien het laatst geregistreerde Belgische adres voor deze persoon overeenkomt met de opgegeven criteria.

3) Raadpleging gegevens betreffende een activiteit als zelfstandige: gegevensstroom opvolging fiche RSVZ.

In het kader van het sociaal onderzoek moet het OCMW soms inzage krijgen in basisinformatie over de zelfstandige beroepsactiviteiten van de sociaal verzekerde. Onder basisinformatie moeten we allereerst de aanvang en het einde van de activiteit verstaan, de identificatie van de zelfstandige en informatie met betrekking tot de Sociale Verzekeringskas.

4) Raadpleging van het KSZ register.

Via deze dienst krijgt het OCMW toegang tot de integraties van andere sectoren (bijv. werkloosheid) in het verwijzingsrepertorium van de KSZ. Met deze dienst kan dus worden nagegaan welke andere dossiers reeds werden geopend bij andere sectoren van de sociale zekerheid. Het verwijzingsrepertorium van de KSZ beschrijft dus niet de rechten in een bepaalde sector, maar geeft wel de aanwezigheid aan van een soort dossier om enerzijds informatie te verkrijgen van het netwerk van de sociale zekerheid en anderzijds om informatie te verstrekken over het soort dossier dat door de sector van de OCMW’s wordt beheerd (bijvoorbeeld leefloon).

5) Raadpleging multifunctioneel attest: gegevensstroom OCMWCPASL036

Het multifunctionele attest wordt door het OCMW gebruikt om aan verschillende partners in het netwerk van de Sociale Zekerheid te laten weten dat het een bepaalde persoon op een gegeven ogenblik hulp verleent. Ieder OCMW is verantwoordelijk voor zijn eigen attesten. Een OCMW of instelling kan op ieder moment nagaan welke documenten er reeds voor iemand werden opgesteld. In het geval van de multifunctionele attesten verloopt deze raadpleging via de L036-dienst.

Op dezelfde manier kunnen de OCMW’s de voorlopige en tussentijdse antwoorden op hun multifunctionele attesten inkijken.

De verzekeringsinstellingen en partners van de sociale zekerheid kunnen dan de database raadplegen om de multifunctionele attesten in te kijken die voor een bepaalde persoon werden geregistreerd, voor welke data en door welk OCMW ze werden geregistreerd en vooral met welke hoedanigheidscode. Dankzij deze raadpleging kunnen ze de rechten en voordelen bepalen waarvan iemand kan genieten.

6) Raadpleging personeelsbestand RSZ/PPO: gegevensstroom XMLite + message L950

Met name in het kader van het sociaal onderzoek moet het OCMW soms inzage krijgen in basisinformatie over de beroepsactiviteiten van de sociaal verzekerde. Dit kan via raadpleging van het personeelsbestand, die eigenlijk een overzicht biedt van alle bewegingen geregistreerd door het DIMONA-systeem. Onder basisinformatie moeten we allereerst de aanvangs- en einddatum van de tewerkstelling begrijpen, de identificatie van de werkgever en de werknemer, of de plaats van tewerkstelling van de student.

7) Raadpleging van de RVA van de gegevens betreffende de werkloosheidsuitkeringen: gegevensstroom UnemploymentDataService

Deze gegevensstroom wordt aan de OCMW’s aangeboden om de gegevens van de werkloosheid te kunnen raadplegen.

Deze raadpleging zal in de twee volgende toestanden gebruikt worden:

1. als het OCMW wil weten hoeveel een werkloosheidsuitkering bedraagt om te bepalen of er al dan niet een recht op een bijpassing of een volledig leefloon aanwezig is.

2. om na te kijken of betrokkene in de laatste 48 maanden een geldig werkloosheidsbarema had. Indien wel kan het OCMW in de plaats van de leefloonuitkering eventueel een activering of sociale tewerkstelling voorstellen.

Verder wenst het OCMW ook te beschikken over de uitbetaalde sommen in het kader van de activeringsuitkering Deze vraag geeft informatie die dienstig is bij de trajectbegeleiding van de cliënt naar tewerkstellingsmogelijkheden.

8) Raadpleging van het huidige onroerend erfgoed –Cadnet: gegevensstroom OCMWCPASConsultPatrimony.

Deze stroom maakt het mogelijk om de informatie te raadplegen over de inkomsten van onroerende goederen. Zo zal het OCMW in staat zijn om een relatief volledig zicht te hebben op de inkomsten van onroerende goederen van een persoon.

9) Raadpleging van het kadaster van de kinderbijslag: OCMWCPASFamilyAllowances.

Deze stroom maat het mogelijk om het kadaster van de kinderbijslag te raadplegen. Dit kadaster verstrekt informatie over zowel de kinderbijslag als de geboortepremies. Het zal het OCMW in staat stellen om in het bijzonder de bevoegde kas voor de betaling van toelagen te kennen en zal informatie verstrekken over de identiteit van de verschillende actoren van het dossier (rechthebbende, rechtgevende en bijslagtrekkende).

10) Raadpleging van het Pensioenkadaster: OCMWCPASPensionRegisterConsult

Via deze stroom kunnen de gegevens betreffende het legaal en het extralegaal pensioen geraadpleegd worden. Het zal het OCMW in staat stellen om het bedrag van het uitgekeerde legaal en extralegaal pensioen te kunnen consulteren.

De raadpleging van het Pensioenkadaster kan op twee manieren gebeuren:

De raadpleging per referentieperiode maakt het mogelijk om, ongeacht het effectieve moment van betaling, de pensioengegevens te kennen betreffende de periode die u heeft bepaald. De raadpleging per maand betaling, daarentegen, maakt het mogelijk om, ongeacht de referentieperiode, alle aangegeven betalingen te kennen voor deze betrokken maand..

11) Raadpleging van repertorium van werkgevers: XMLite + message A701.

Via deze stroom wordt er toegang verkregen tot de identificatiegegevens van de vorige werkgever van de sociaal verzekerde. Onder identificatiegegevens moeten alle algemene gegevens worden verstaan aan de hand waarvan de werkgever kan worden geïdentificeerd (naam, adres van maatschappelijke zetel, de omvangcode die een aanwijzing geeft over het aantal werknemers, enz.), gerichte gegevens zoals aangegeven op de aangifte aan de RSZ en aan de RSZ/PPO (bijvoorbeeld de werkgeverscategorie die het aangiftepercentage toelicht), plus informatie over de entiteiten gelinkt met de werkgever (bijvoorbeeld sociaal secretariaat en curator).

12) Raadpleging verwarmingstoelage: HeatingAllocation.ConsultAllocation.

Voor iedere toekenning of wijziging van een toelage in het kader van het stookoliefonds moet een formulier worden ingevuld en doorgestuurd. Na verwerking van de gegevens in dit formulier wordt de database bijgewerkt en kunnen de gegevens online worden geraadpleegd om na te gaan of de betrokkene al dan niet de bij wet voorgeschreven drempels heeft bereikt.

13) Raadpleging verzekerbaarheid bij de mutualiteit OCMWCPASHealthInsurance.

Deze dienst laat toe na te gaan of een sociaal verzekerde is aangesloten bij een mutualiteit. De eventuele referenties van de mutualiteit worden eveneens meegedeeld.

14) Transactie 25 (uitgebreide raadpleging van het rijksregister).

Het betreft hier een uitgebreide raadpleging van het Rijksregister dat meer bepaald de volgende informatie verstrekt:

De OCMW's zullen deze informatie van het Rijksregister kunnen ontvangen voor alle personen die in aanmerking komen voor hun sociaal onderzoek.

Daarnaast zijn volgende stromen met betrekking tot mutaties beschikbaar:

Door de stromen van mutaties worden de OCMW’s automatisch op de hoogte gesteld wanneer er zich wijzigingen in de gegevens voordoen.

In het kader van de strijd tegen de sociale fraude werd er gezocht naar een toepassing die ons de zekerheid biedt dat er voor alle dossiers waarvoor de OCMW’s een toelage aanvragen er geen toelagen toegekend worden indien er in de beschikbare elektronische stromen informatie aanwezig is, waardoor er geen recht is op toelagen. Voor de OCMW’s heeft deze toepassing als voordeel dat zij bij de indiening van een aanvraag tot toelage, snel op de hoogte gesteld worden als de info uit de stromen tegenstrijdig is met de aanvraag. Daarnaast zullen er kruisingen voor de lopende dossiers op geregelde tijdstippen plaats vinden. Hierdoor worden de OCMW’s tijdig op de hoogte gesteld als er zich een wijziging voordoet waardoor er een aanpassing dient te gebeuren. Hierdoor wordt er vermeden dat er aan een begunstigde ten onrechte een steun wordt toegekend. Voor deze dossiers zal de terugvordering vermeden kunnen worden van de ten onrechte uitgekeerde toelagen, hierdoor zullen de OCMW’s op een efficiëntere wijze kunnen werken.

Ontwikkeling van nieuwe stromen voor de OCMW’s:

Momenteel is de ontwikkeling van de stroom betreffende de gegevens van de uitkeringen toelagen voor mindervaliden zo goed als afgerond. Verder zijn wij de mogelijkheid aan het onderzoeken om een stroom met de gegevens betreffende de borgstellers voor de OCMW’s beschikbaar te stellen. Dit laat het OCMW toe om in het geval van het ten laste nemen van dringende medische kosten voor de dossiers waarbij er een borgsteller kan aangesproken worden, op een efficiëntere wijze de gegevens op te vragen.

d) Sector van de gezondheidszorg en uitkeringen:

Bij de opstart van een dossier arbeidsongeschiktheid, onderzoekt het ziekenfonds het recht op uitkeringen. Daarvoor worden de DMFA, attesten met betrekking tot een zelfstandige activiteit en bijdragebons werkloosheid geraadpleegd. Op basis van deze gegevens is het ziekenfonds op de hoogte van de professionele activiteiten die de arbeidsongeschikte sociaal verzekerde uitoefent. Bovendien dient de aanvrager het inlichtingsblad uitkeringen in te vullen en te vermelden of hij nog een activiteit uitoefent. Deze gegevens laten het ziekenfonds toe om eventuele cumulatie van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met inkomsten zoals vermeld in artikel 103 van de gecoördineerde Wet van 14 juli 1994 op te sporen.

Een sociaal verzekerde kan pas arbeidsongeschikt worden erkend indien hij alle werkzaamheden heeft onderbroken. Er mogen geen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen verstrekt worden tijdens periodes waarvoor er recht is op loon, vakantiegeld, een verbrekingsvergoeding, een rente voor arbeidsongeval of beroepsziekte, werkloosheidsvergoedingen of een vergoeding voor loopbaanonderbreking. Artikel 101 §2 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 bepaalt dat de arbeidsongeschikte gerechtigde die een niet toegelaten arbeid heeft verricht, de uitkeringen die hij ontvangen heeft tijdens de dagen van de niet toegelaten activiteit, dient terug te betalen.

e) Sector van de beroepsziekten:

Op te merken valt ten slotte dat, wat betreft de sector van de beroepsziekten, het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ) vergoedingen uitbetaalt die moeten worden beschouwd als een aanvullend inkomen en niet als een vervangingsinkomen, zodat de gestelde vragen geen betrekking hebben op het FBZ. Enkel de vergoedingen uitbetaald in het kader van tijdelijke arbeidsongeschiktheid moeten worden beschouwd als een vervangingsinkomen, maar enerzijds gaat het om zeer weinig gevallen en, anderzijds deelt het FBZ de verzekeringsmaatschappijen, in deze gevallen, het bedrag van deze vergoedingen mede om fraude te voorkomen (cumulatie met ziekte-uitkeringen verboden), zodat de gestelde vragen evenmin deze laatste gevallen betreffen.

Wat de 2de vraag betreft:

Ter herinnering, hebben de OCMW’s toegang aan de databank “Cadnet: gegevensstroom OCMWCPASConsultPatrimony”. Deze stroom maakt het mogelijk om de informatie te raadplegen over de inkomsten van onroerende goederen. Zo zal het OCMW in staat zijn om een relatief volledig zicht te hebben op de inkomsten van onroerende goederen van een persoon.

Momenteel beschikt de POD Maatschappelijke Integratie niet over cijfergegevens betreffende sociale fraude met betrekking tot steun en leefloon. Momenteel is er een studie lopende betreffende deze vorm van sociale fraude. In deze studie wordt er specifiek aandacht besteed aan het verzamelen van cijfergegevens. Bij de ontwikkeling van de nieuwe toepassing van de automatische kruising van de aanvragen van een leefloon met de gegevens beschikbaar via de stromen zullen de cijfergegevens betreffende de weigeringen van een toelage naar aanleiding van deze kruising beschikbaar zijn.

Wat de 3de vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

De RVA maakt bij de uitvoering van haar controles frequent gebruik van de Kruispuntbank Ondernemingen maar op heden bestaat er geen automatische flux. De RVA doet wel een systematische controle van de zelfstandige activiteiten (zowel a priori als a posteriori) maar dit gebeurt op basis van de gegevens van de databank L302 (KSZ) wat minstens even efficiënt en doelgericht is.

Daarnaast wordt de KBO geraadpleegd wanneer in een onderzoeksdossier enige aanwijzing bestaat van het uitoefenen van een hoofd- of nevenactiviteit als zelfstandige, hetzij in hoofde van een werknemer, hetzij in hoofde van een werkgever. Hieronder volgen de cijfers geven met betrekking tot de resultaten van de a posteriori – onderzoeken cumul werkloosheidsuitkering met een (niet aangegeven) zelfstandige activiteit.

Année-Jaar

Nombre de dossiers examinés - Aantal onderzochte dossiers.

Nombre de dossiers non conformes - Aantal niet – conforme dossiers

Montants récupérés- Teruggevorderde bedragen

2010

23.357

5.742

17.711.841 EUR

2011

11.447

4.182

10.768.371 EUR

2012

11.813

5.903

12.638.082 EUR

b) Sector van de maatschappelijke integratie:

De OCMW’s raadplegen niet de Kruispuntbank voor ondernemingen, maar wel de gegevens betreffende een activiteit als zelfstandige in de databank: “gegevensstroom opvolging fiche RSVZ”.

In het kader van het sociaal onderzoek moet het OCMW soms inzage krijgen in basisinformatie over de zelfstandige beroepsactiviteiten van de sociaal verzekerde. Onder basisinformatie moeten we allereerst de aanvang en het einde van de activiteit verstaan, de identificatie van de zelfstandige en informatie met betrekking tot de Sociale Verzekeringskas.

Voor de cijfers, zie antwoord op de 2de vraag.

Wat de 4de vraag betreft:

a) Sector van de werkloosheid:

De RVA kruist al zijn gegevensbanken met veel andere gegevensbanken en gaat op korte termijn geen andere gegevensbanken koppelen aan zijn uitkeringenbestanden maar investeert wel verder in de optimalisatie van de huidige werkmethodes. Dit gebeurt onder andere door het verder kruisen van de huidige gegevensbestanden waarbij wordt onderzocht of hierin niet bepaalde patronen voorkomen (datamining). De RVA-controlediensten hebben bovendien toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en doen a priori- en a posterioricontroles in verband met nationaliteit, adres en gezinstoestand. Verder hebben ze via enkele platformen toegang tot een hele reeks ondernemingsgegevens en gegevens van werknemers in relatie tot hun werkgever. Sinds kort hebben ze eveneens toegang tot de uitgebreide webinterface van de Kruispuntbank van Ondernemingen waardoor het mogelijk is ondernemingsgegevens te koppelen aan de persoonsgegevens van de zaakvoerders en mandatarissen zoals die voorkomen in het Rijksregister. De RVA draagt er zorg voor dat inzake controle zowel het finaliteits- als het proportionaliteitsprincipe en de bescherming van de persoonsgegevens gehandhaafd worden.

b) Sector van de pensioenen:

De RVP is zeer sterk geïnformatiseerd en grijpt elke kans aan om sneller en efficiënter gegevens te kunnen verwerken. Daarom wordt volop gefocust op elektronische gegevensuitwisseling met zowel binnenlandse als buitenlandse databanken. Momenteel wordt volop gewerkt aan de zogenaamde pensioenmotor die de integratie beoogt van de loopbanen werknemer, zelfstandige en ambtenaar. Er zijn contacten met de FOD Financiën om te zien hoe de gegevensuitwisseling nog sneller en meer proactief kunnen verlopen en er de internationale elektronische gegevensuitwisseling wordt verder gezet.

c) Sector van de maatschappelijke integratie:

Zie antwoord op de 2de vraag.